Achtergrondinformatie Scenarioboek Externe Veiligheid


Gebruik Scenariokaarten

De omgeving waarin het scenario zich afspeelt, heeft veel invloed op de effecten en mogelijke gevolgen van het scenario. Elke situatie is uniek en dat betekent dat het vaak wenselijk is om het scenario opnieuw te modelleren om een juist inzicht te krijgen in de effecten en gevolgen. Hiervoor kan het Effects-bestand gebruikt worden.

Op deze pagina vindt u binnenkort meer informatie over hoe de scenariokaarten gebruikt kunnen worden.


Beheer Scenariokaarten

Aanleiding

De veiligheidsregio’s hebben een taak om bij ruimtelijke ontwikkelingen te adviseren over de mogelijke gevaren en gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om deze taak goed uit te kunnen voeren hebben de gezamenlijke veiligheidsregio’s in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland onder andere de website “Scenarioboek Externe Veiligheid” ontwikkeld. Hier staat informatie die gebruikt kan worden bij het uitvoeren van de taak.

Doel

Het doel is om een actueel handboek te hebben waarin de nieuwste inzichten over mogelijke ongevalscenario’s met gevaarlijke stoffen zijn beschreven en dat voldoet aan de behoeften van de gezamenlijke veiligheidsregio’s in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland.

Beheerorganisatie

Het beheer van het ‘Scenarioboek Externe Veiligheid’ gebeurt door een zelfstandige beheergroep. De beheergroep doet dit in opdracht van een samenwerkingsverband van de veiligheidsregio’s in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland op het gebied van externe veiligheid (LEV). Deze beheergroep bestaat uit specialisten uit deze veiligheidsregio’s. De specialisten zijn verantwoordelijk voor de inhoud en het aanpassen van het scenarioboek. Het ministerie van I&M stelt hiervoor financiële middelen ter beschikking vanuit de ‘Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018’. 

Werkwijze

De beheerorganisatie komt gemiddeld 1 keer per maand bij elkaar voor een werksessie. Hierin worden in samenwerking met TNO de actuele ontwikkelingen, nieuwe inzichten en behoeften besproken en berekend. De specialisten besluiten samen welke actiepunten een vervolg krijgen, voeren deze uit en zorgen dat de informatie op de website komt.

Het scenarioboek is een dynamisch handboek dat continu in ontwikkeling is. De beheergroep verwerkt nieuwe ontwikkelingen en inzichten zo spoedig mogelijk in bestaande of nieuwe scenariokaarten. De in 2017 gepubliceerde hardcopy versie is dan ook een tussentijd ijkpunt geweest en zeker geen vastgesteld eindproduct. De meest actuele informatie is altijd beschikbaar op de website.

Bij vragen of opmerkingen over het scenarioboek bent u van harte uitgenodigd met ons mee te denken over verdere verbetering van het scenarioboek.



Bepalen van de omgevingsveiligheid

De omgevingsveiligheid van een gebied wordt bepaald door de ongevalsscenario’s (crisistypen) die kunnen optreden en daardoor een gevaar vormen voor de omgeving. Het gevolg van een ongevalsscenario bepaalt samen met de kans op dat ongeval het risico. Er is inzicht nodig in de mogelijke ongevalsscenario’s om risico’s te kunnen bepalen en wegen en uitspraken te kunnen doen over de verantwoording van de veiligheid van de fysieke leefomgeving.

De veiligheidsregio’s hebben de taak om een regionaal risicoprofiel maken. Hierin wordt beschreven welke risicovolle situaties de regio bedreigen. Van deze situaties moet de impact op de samenleving worden ingeschat en de waarschijnlijkheid worden onderzocht. Ter ondersteuning van de veiligheidsregio’s is de landelijke handreiking regionaal risicoprofiel opgesteld. In deze handreiking staat beschreven hoe de situaties die de samenleving bedreigen kunnen worden geselecteerd, hoe de impact op de samenleving kan worden bepaald en hoe met behulp van een risicodiagram de risico’s kunnen worden gewogen. Veiligheidsregio’s gebruiken deze methodiek voor het bepalen van het regionaal risicoprofiel. Deze eenduidige methode kan ook worden gebruikt bij besluitvorming op grond van de Omgevingswet over het waarborgen van de veiligheid van de fysieke leefomgeving.

Samengevat kan de veiligheid van de fysieke leefomgeving van een gebied in kaart worden gebracht door:

  • De relevante risicobronnen en crisistypen te selecteren
  • De bijbehorende ongevalsscenario’s uit te werken
  • De gevolgen van ongevalsscenario’s in te schatten
  • Per scenario de impact op de samenleving te bepalen
  • De waarschijnlijkheid van de scenario’s te bepalen
  • Impact en waarschijnlijkheid uit te zetten in het risicodiagram

Impact van een ongevalsscenario

De ernst van een ongevalsscenario wordt bepaald door de impact die het heeft op de samenleving. In de handleiding regionaal risicoprofiel wordt een systematiek beschreven om deze maatschappelijke impact vast te stellen. De samenleving kan op meerdere vlakken worden ontregeld. Daarom zijn er 10 verschillende impactcriteria benoemd die tezamen de totale impact van ongevalsscenario bepalen.

De impactcriteria zijn:

  • Aantasting van de integriteit van het grondgebied;
  • Doden;
  • Ernstig gewonden en chronisch zieken;
  • Lichamelijk lijden (gebrek aan primaire levensbehoeften);
  • Kosten;
  • Langdurige aantasting van milieu en natuur;
  • Verstoring van het dagelijks leven;
  • Aantasting van positie van het lokale en regionale openbaar bestuur;
  • Sociaal psychologische impact;
  • Aantasting cultureel erfgoed.

Voor ieder criterium is apart beschreven welke gevolgen bepalend zijn voor de ernst van de impact van een ongevalsscenario en in welke klasse het moet worden ingedeeld. De 10 impactcriteria tezamen bepalen de maatschappelijke impact van een ongeval. De rekenmethodiek waarmee de resultaten van de verschillende criteria worden samengevoegd staat beschreven in de handreiking. 

Risicodiagram

In een risicodiagram worden de ernst van een ongeval en de waarschijnlijkheid ervan in een grafiek gezet. Hierdoor wordt inzicht verkregen in het risico maar blijft in beeld wat de maatschappelijke impact van een scenario is en hoe groot de kans daarop is. De risico’s van verschillende risicovolle situaties kunnen zo met elkaar worden vergeleken.

De systematiek van het risicodiagram kan worden gebruikt als instrument voor het bepalen en waarborgen van de veiligheid bij het maken van afwegingen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

Voordelen van de methodiek

Het gebruik van deze methodiek heeft in het kader van de verantwoording en afweging van externe veiligheid de volgende voordelen:

  • Er wordt rekening gehouden met meerdere impactcriteria (naast het overlijden van personen onder andere: ernstig gewonden, kosten, aantasting milieu, verstoring dagelijks leven.
  • Meer inzicht in de daadwerkelijke incidentscenario’s ten opzichte van de momenteel gebruikte risicomethodiek (groepsrisico bepalen met QRA).
  • Er kan meer inzicht gegeven worden in de veiligheidswinst van maatregelen.
  • De impact van een scenario kan worden vergeleken met andere en met rampen die werkelijk zijn gebeurd zoals: de vuurwerkramp Enschede en de cafébrand Volendam.
  • De inzichten kunnen worden gebruikt bij het nemen van een besluit over de acceptatie van het risico (verantwoording groepsrisico).
  • Systematiek kan ook gebruikt worden voor andere incidentscenario’s dan die met gevaarlijke stoffen.


FAQ

Waarom een scenarioboek externe veiligheid?

De veiligheidsregio’s hebben een taak om bij ruimtelijke ontwikkelingen te adviseren over de mogelijke gevaren en gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om deze taak goed uit te kunnen voeren is het belangrijk inzicht te hebben in de effecten, gevaren en gevolgen van externe veiligheid scenario’s. Het scenarioboek is ontstaan vanuit de behoefte aan realistische en uniforme externe veiligheid scenario’s. De scenariokaarten bieden inzicht in de mogelijke ongevalscenario’s met gevaarlijke stoffen in relatie tot de ruimtelijke ordening.

Voor wie is het scenarioboek bedoeld?

Het scenarioboek is primair bedoeld voor adviseurs van de Veiligheidregio’s, maar is ook toegankelijk voor een ieder die van de informatie gebruik van wil maken. De kaarten kunnen een handreiking zijn voor initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen en voor overheden die de gevaren van gevaarlijke stoffen moeten betrekken bij besluitvormingstrajecten.

Hoe is een scenariokaart tot stand gekomen?

Het scenarioboek is ontwikkeld door de veiligheidsregio’s in landsdeel Noordwest via het samenwerkingsverband LEV (Laboratorium Externe Veiligheid). Het beheer van het ‘Scenarioboek Externe Veiligheid’ gebeurt door een zelfstandige beheergroep. De beheerorganisatie komt gemiddeld 1 keer per maand bij elkaar voor een werksessie. Hierin worden in samenwerking met TNO de actuele ontwikkelingen, nieuwe inzichten en behoeften besproken en berekend.

Is het scenarioboek vastgesteld?

Het scenarioboek is een dynamisch product dat continu in ontwikkeling is. Er zullen regelmatig nieuwe scenariokaarten toegevoegd of doorontwikkeld worden. Uit praktische overweging is het scenarioboek daardoor niet vastgesteld. Op deze website treft u de meest actuele versie van de scenariokaarten aan. De in 2017 gepubliceerde hardcopy versie is dan ook een tussentijd ijkpunt geweest en zeker geen vastgesteld eindproduct.

Zijn er kosten verbonden aan het gebruik van het scenarioboek?

Nee. Het scenarioboek is opgesteld door adviseurs voor adviseurs. Het is echter wenselijk om bij gebruik van de scenariokaarten een bronverwijzing te maken naar deze website zodat men altijd de beschikking kan hebben tot de meest actuele versie van de scenariokaarten.

Ben ik bij mijn EV-advies verplicht om het scenarioboek te gebruiken?

Nee. De scenariokaarten hebben geen formele status maar kunnen gezien worden als een handreiking bij het uitvoeren van de (wettelijke) adviestaak en het dient tevens als een naslagwerk.

Kan ik het basisscenario aanpassen aan mijn specifieke situatie?

Ja. Via elke scenariokaart kan het Effectsfile worden gedownload. Dit bestand kan met het gratis verkrijgbare TNO effects worden ingezien. Licentiehouders kunnen de parameters aanpassen naar voor hen zo goed mogelijk passende uitgangspunten.

Bevat het scenarioboek alle denkbare EV scenario’s?

Nee. Het scenarioboek is niet uitputtend. Naar behoefte/nieuwe inzichten zullen er scenariokaarten bijkomen of afvallen.

Ik zie iets wat niet klopt in een scenariokaart. Aan wie kan ik dit doorgeven?

Wij ontvangen graag uw vragen/opmerkingen. Via het contactformulier kunt u contact met ons opnemen.

Wat wordt er met mijn vragen/opmerkingen gedaan?

Uw vraagt wordt geregistreerd en meegenomen bij de doorontwikkeling van het scenarioboek en website.


Kaarten die niet gemaakt zijn

Bij de ontwikkeling van scenariokaarten zijn verschillende scenario’s bekeken die niet hebben geresulteerd in de maak van een volledige scenariokaart. De effectafstand werd te klein om interessant te zijn voor de externe veiligheid. Afhankelijk van het scenario zijn hier verschillende oorzaken voor. Hieronder is een overzicht gegeven van scenario’s die we wel bekeken hebben maar waar geen kaart van is gemaakt met de hierbij horende reden.

Transport – ammoniak – wolkbrand
Reden: lage ontstekingskans, effectafstand valt binnen eerste ring letale slachtoffers

Transport – benzine – wolkbrand
Reden: er ontstaat alleen een brandbare wolk boven de plas zelf

Transport – diesel – plasbrand
Reden: zeer kleine kans op ontbranding. Hoge ontstekingsenergie.

Transport – methanol – giftige wolk
Reden: De effectafstand wordt bij dit scenario te gering geacht voor het ontstaan van gevaarlijke concentraties voor de bevolking.

Transport – methanol – wolkbrand
Reden: er ontstaat alleen een brandbare wolk boven de plas. 

Transport – methyl isocyanaat – plasbrand
Reden: kleine effectafstand

Zeevaart – methanol – plasbrand
Reden: mengt met water. Het is onbekend in hoeverre en hoelang het methanol/water mengsel brandbaar is.

Zeevaart – mierezuur – plasbrand
Reden: zwaarder dan water