Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 21 december 2020
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 21 december 2020
Acrylnitril komt vrij doordat de ladingtank van de tanker openscheurt na bijvoorbeeld een aanvaring. In korte tijd komt een groot deel van de acrylnitril vrij. De vrijgekomen acrylnitril verdampt en er ontstaat een giftige wolk die zich snel met de wind mee verspreidt.
Het effect van een plas acrylnitril is een giftige wolk. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Modelleringssoftware | TNO Effects 11.1.0: en Dense gas Toxic Dispersion. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | acrylnitril |
Inhoud tank | 3000 m3 |
Diameter uitstroomopening | 1100 mm |
Representatief massadebiet | 6000 kg/s |
Temperatuur in de tank | 9 °C |
Temperatuur omgeving | 9 °C |
Temperatuur oppervlaktewater | 9 °C |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaat : | |
Vrijgekomen massa | 1.080.000 kg |
Plasoppervlakte | 63.000 m2 |
Plasdiameter | 280 m (R=140 m) |
Representatief massadebiet | 6000 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd | 180 s |
De kans op een giftige wolk acrylnitril een ongeval met een tanker wordt bepaald door de kans op een ongeval, de vaarsnelheid, de massa en de ladingfractie.
Factoren die de kans van optreden beïnvloeden zijn:
Acrylnitril is een kleurloze, giftige vloeistof met een enigszins naar amandel ruikende prikkelende geur. De stof is zeer giftig bij huidcontact en inademing.
In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven.
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt:
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (m) | Lengte (m) | Lengte (m) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0 - 5 | 0 - 20 | 0 - 45 | 95 - 100 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 5 | 20 | 45 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
2e ring | 5 - 40 | 20 - 80 | 45 - 150 | 50 -95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 40 | 80 | 150 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 40 - 150 | 80 - 270 | 150 - 410 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 150 | 270 | 410 | 5 |
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied</span |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (m) | Lengte (m) | Lengte (m) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 1900 mg/m3 | 240 | 400 | 600 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 780 mg/m3 | 2120 | 2500 | 2900 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 200 mg/m3 | 690 | 1000 | 1300 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 140 mg/m3 | 3100 | 3600 | 4100 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 21 mg/m3 | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald |
|||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 21 mg/m3 | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. [8] Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. De inzet zal gericht zijn op het indammen van het brongebied en afschermen van de omgeving. Vanwege het gedeeltelijk oplossen van acrylnitril in water heeft dit incident een grote impact op het milieu.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
30 minuten | – Norm opkomsttijd eerste peloton. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. – 6 l/m²/min oppervlakte schip (verhoogde gebiedsnorm) – Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) IBGS – Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE) – Norm opkomsttijd eerste twee meetploegen (VE) |
45 minuten | -1 mobiele pomp en/of -1 equivalent autospuit 2000 l/min -2 vaartuigen met 45.000l/min(zeegaande schepen) |
60 minuten | -2 vaartuigen met 45.000 l/min -SAR 25-200 personen (KNRM verhoogde gebiedsnorm) |
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | Het LPCGBI treedt in werking. De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. |
> 250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. |
Gemeente
Gemeente
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Het scheiden van deze twee activiteiten verlaagd de kans op aanvaringen. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De hittestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl