Waterstoftankstation – Fakkelbrand

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 4 mei 2023


Waterstoftankstation – Fakkelbrand


Ongeval met waterstoftankstation

Een fakkelbrand wordt veroorzaakt doordat tijdens het laden en lossen de vulslang afbreekt van een cilinderpakket. Hierdoor stroomt waterstof uit en ontsteekt direct. Er ontstaat een fakkel die blijft branden tot de bufferopslag leeg is.

Effecten 

De vlam van een waterstof fakkelbrand is onzichtbaar maar geeft wel warmtestraling. Dit effect kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.

Deze kaart is gemaakt naar de huidige inzichten in dit scenario. Mochten er in de toekomst nieuwe inzichten of andere uitgangspunten nodig zijn, wordt de kaart aangepast.


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareGexcon Effects 12.0.1; gas release ; Jet Fire (Chamberlain model). 
Uitgangspunten
StofnaamWaterstof 
StofcategorieGF0
Volume2.4 m³ [1]
Representatieve druk950 bar
Massa120 kg
Blootstellingsduur20 s
Omgevingstemperatuur9 °C
Uitstroomdiameter5.2 mm [2]
Uitstroomhoogte1.5 m
WeerstabiliteitsklasseD5
Uitstroomhoek0° (horizontaal)
Resultaten:
Representatieve uitstroomtijd3 minuten
Representatief massadebiet0,9 kg/s
Lengte van de fakkel12 meter
Parameters effectberekening


Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans op een fakkelbrand na een ongeval met een tankstation met waterstof wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat de vulslang afbreekt, de kans dat waterstof uitstroomt en de kans op een directe ontsteking. De kans op een fakkelbrand wordt geschat op 1.39 x 10ˉ⁷ per jaar [3].

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal verladingen beperken.
  • Geïsoleerde opstelplaats met aanrijdbeveiliging.
  • Opstelplaats op een (wegrij)strook met een toegestane snelheid van maximaal 70 km/u.

Effecten


De vlam van een waterstof fakkelbrand is onzichtbaar maar geeft wel warmtestraling. Dit effect kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld.

In de onderstaande tabel zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf de tankwagen.

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand, warmtestraling versus afstand en warmtestralingscontouren.


Tabel effectafstanden en gevolgen [4]

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Slachtoffers buiten
(0 % bescherming)
Slachtoffers buiten zomerkleding
(40 % bescherming)
Slachtoffers buiten winterkleding
(85 % bescherming)
T1T2T3T1T2T3T1T2T3
1e ring ≤ 18≥ 35980009800093500
Grens 1e ring: 99% letaal
183599100100000158410
2e ring18 tot 2035 tot 10381104923270496321149
Grens 2e ring: 1% letaal2010110881108801188
3e ring20 tot 2310 tot 4000280002300028
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw 234000100010001

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Schade aan objectenSlachtoffers binnen (0% bescherming)
T1T2T3
1e ring ≤ 18≥ 35Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan branden
47204
Grens 1e ring1835112044
2e ring18 tot 2035 tot 10Gemiddelde schade
Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof.
Breuk dubbelglas tot 21 meter.
31012
Grens 2e ring20100000
3e ring20 tot 2310 tot 4Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
Breuk enkel glas tot 24 meter.
0000
Grens 3e ring2340000


Grafiek letaliteit vs. afstand [5]

Grafiek letaliteit vs afstand

Grafiek warmtestraling vs. afstand

Grafiek warmtestraling vs afstand


Contouren warmtestraling

Contouren warmtestraling

Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een fakkelbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. 

Zelfredzaamheid fakkelbrand


Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen (sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand).
  • Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de fakkelbrand (extra beschermende kleding beperkt de blootstelling).

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario fakkelbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
  • Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en duurt de fakkelbrand afhankelijk van de druk in de tank ongeveer 15 tot 30 minuten.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een waterstof fakkelbrand is onzichtbaar maar is door zijn hitte ontwikkeling direct waarneembaar voor de aanwezigen.
  • Als de fakkel nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar niet direct herkenbaar.
  • De uitstroom onder hoge druk zorgt voor veel geluid wat het waarneembaar maakt.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een waterstof tankwagen. 
  • Weten wat de gevaren zijn van waterstof.
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) fakkelbrand.

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid.
  • Geestelijke gesteldheid.

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten.
  • Mogelijkheden om te schuilen.

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

De fakkelbrand van dit scenario is van  korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse wanneer de fakkelbrand uitdooft. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande informatie is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.

De brandweer start de processen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied.
  • De fakkel gecontroleerd laten uitbranden.
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving.
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen.
  • Waarschuwen bevolking [6].

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten

  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd).
  • Effectieve (grootschalige) bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen).
  • Repressieve voorbereiding op een fakkelbrand op de weg.
  • Beschikbaar zijn van een warmtebeeld camera om de vlam te kunnen detecteren.
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid gebied [7].

Capaciteit [8]

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [9]. 
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten)  voor redding/evacuatie slachtoffers en voor het koelen/blussen van de (omliggende) bebouwing [10]. Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring. Het effectgebied zal zich hoogstwaarschijnlijk beperken tot het bedrijfsterrein.

Opkomst/inzettijd [11]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minutenNorm opkomsttijd eerste peloton [12]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
45 minutenBeschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minutenInzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
Inzettijd

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing (bij voorkeur binnen 1 km doorlopend watersysteem met minimaal 80 cm. diepte).
  • Benodigde capaciteit is 6000 l/min voor 4 uur [13] voor 3 tankautospuiten 3x2000l/min [14].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [15]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice.

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen

Spoedeisende Medische Hulpverlening [16]

  • Triage.
  • Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers.
  • Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.

Publieke gezondheidszorg

  • De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
  • Onderzoek individueel.

Psychosociale Hulpverlening

  • Signaleren getroffene.
  • Verwijzen getroffenen.

Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Na een brand verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. 
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10Het LPCGBI treedt in werking [17].
De leidraad GGB kan in werking worden gesteld [18].
> 250De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [19].
Slachtoffers

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan [20].
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [21]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [22].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma [23] is te verwachten.

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied.
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten.
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt.
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde.
  • Strafrechtelijke handhaving.

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval.
  • Registreren van slachtoffers.

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied.
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kans

MaatregelWerking van de maatregel
Wegnemen van de risicobronHet wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Kans


Effect en gevolgbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffenDichtbij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwenDoor rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Bouwwerken als afschermingOok door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming.
Toepassen van brandwerend metselwerkDe keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatieMinerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazingBrand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnenHouten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannenDakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevelBij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benuttenDoor hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.
Effect en gevolg


Bevordering van de zelfredzaamheid

MaatregelWerking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengenDoor duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten.
RisicocommunicatieDoor te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsenDoor de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegenOnderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) fakkelbrandDe verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een fakkelbrand Door te oefenen met het fakkelbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Zelfredzaamheid


Hulpverlening

MaatregelWerking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelenTijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
WaarschuwingsmiddelenVoor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdienstenHet handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
BluswaterVoor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Hulpverlening

Voorbeeld


De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een fakkelbrand bij een waterstoftankstation. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl


Voetnoten

  1. 4 pakketten van 12 cilinders van 50 liter onderling gekoppeld Hydrogen refuelling stations in the Netherlands, 2018
  2. Voorlopige aangenomen waarde.
  3. RIVM MEMO: risico- en effectafstanden waterstoftankstations 2016..
  4. Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV.
  5. Afstanden op basis van geen bescherming en buitenshuis.
  6. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
  7. Tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4
  8. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
  9. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
  10. Uitgangspunt: in het incidentgebied met een straal van 50m, een omtrek van ca. 300m en 50% bebouwing zal een gevellengte van ca. 150m moeten worden gekoeld/geblust. Op basis van het kengetal van 50m per TS zijn hiervoor ten minste 3TS-en nodig
  11. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  12. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  13. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3
  14. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.
  15. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  16. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
  17. LPCGBI p.1 september 2013
  18. Leidraad GGB p.12 december 2015
  19. Leidraad GGB p.10 december 2015
  20. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan
  21. Landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
  22. Beverwijk, Rotterdam, Groningen
  23. Casus ” Het Hemeltje” Volendam