Tubetrailer Waterstof – Explosie

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 28 januari 2020


Algemene beschrijving


Waterstof explosie tubetrailer

Door een externe beschadiging, bijvoorbeeld een botsing, bezwijkt een tube instantaan. Waterstof komt explosief vrij, ontsteekt direct en vormt een vuurbal.

Effecten 

De effecten van dit scenario zijn overdruk, rondvliegende brokstukken en direct vlamcontact. Deze effecten kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. Overdrukeffecten zijn leidend voor het schade- en slachtofferbeeld.

Deze kaart is gemaakt naar de huidige inzichten in dit scenario. Mochten er in de toekomst nieuwe inzichten of andere uitgangspunten nodig zijn, wordt de kaart aangepast.


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareTNO Effects 11.2.2.:Gas fire ball model
Uitgangspunten
StofnaamWaterstof 
StofcategorieGF0
Volume1,5m³ [1]
Systeemdruk200 bar(g)
Massa23 kg
Faaldruk200 bar(g) [2]
Temperatuur in tank9 °C
Omgevingstemperatuur9 °C
Resultaten
BlootstellingsduurEnkele seconden alleen effecten binnen vuurbal
Diameter vuurbal16,5 m [3]
Hoogte vuurbal16,5 m [4]
Parameters effectberekening

Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans op een vuurbal wordt geschat op 1.39 x 10ˉ⁷ per jaar [5]. 


Effecten


De effecten van dit scenario zijn overdruk, rondvliegende brokstukken en direct vlamcontact. Deze effecten kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. Overdruk effecten zijn leidend voor het schade- en slachtofferbeeld.

Direct vlamcontact wordt enkel en zeer kortstondig (enkele seconden) verwacht binnen de straal van de vuurbal. Onbeschermd binnen deze straal is de overlevingskans zeer gering. Binnen in een gebouw of buiten de straal van de vuurbal zijn vanwege warmtestraling geen effecten te verwachten. Een tabel met effecten op basis van warmtestraling is daarom niet aanwezig.

In de onderstaande tabel zijn de effecten van overdruk weergegeven. De inhoud van de tabel wijkt af van de gebruikelijke indeling met 3 ringen. Binnen de eerste ring komt 100% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring is de grens 1% T3 slachtoffers. In de derde ring is er alleen nog materiële schade vanwege de overdruk. Hiernaast is een gebied toegevoegd tot waar 1% ruitbreuk kan optreden. De effectafstanden zijn berekend vanaf het cilinderpakket.

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van overdruk versus afstand en een afbeelding met daarop de overdruk ringen.


Tabel effectbestanden en gevolgen overdruk

Effectafstand
(meter)
Overdruk (bar)Schade aan objectenIndicatie
slachtoffers(%)
BinnenBuiten
1e ring ≤ 20> 0,3Totale verwoesting >0,8 bar
Volledige instorting van gebouwen.
Meer dan 75% van alle buitenmuren zijn ingestort.
Zware schade Onherstelbare schade 50-70% van de
buitenmuren zijn zwaar beschadigd.
De overige muren zijn onbetrouwbaar geworden.
100% letaal100% letaal
Grens 1e ring
200,3
2e ring 20 tot 250,3 tot 0,2Gemiddelde schade
Beschadigde daken.
Ernstige beschadigingen aan draagconstructies,
ontzette muren, scheuren in gevels
2,5% letaal
21,5% T1/T2
1% T3
1% T3
Grens 2e ring250,2
3e ring25 tot 400,2 tot 0,1Lichte schade
Schade aan deurposten (tot 0,15 bar).
Bewoonbaar na kleine reparaties. Herstelbare schade.
2,5% letaal
21,5% T1/T2
1% T3
1% T3
Grens 3e ring400,1
0%0%
Ruitbreuk gebied40 tot 1400,1 tot 0,02Tot op 140 m (0,02 bar) treedt 1% Ruitbreuk dubbel glas op.


  • De in deze tabel gegeven percentages bij slachtoffers zijn secundair. Direct slachtoffer worden van overdruk, zoals door longschade, is niet bepalend voor het letsel. Binnen wordt het letsel m.n. veroorzaakt door scherfwerking en het instorten van gebouwen en muren. Buiten wordt het letaal letsel m.n. veroorzaakt door een combi van brokstukken, fragmenten en omverwerpen met hersenletsel als gevolg. Brokstukken en fragmenten kunnen tot op grotere afstand letsel veroorzaken dan in de slachtofferpercentages is meegenomen.
  • Vanwege de leesbaarheid van de tabel zijn de grenswaarden voor materiële en persoonlijke schade gelijkgeschakeld. Voor de indeling van schade aan objecten worden eigenlijk net andere grenswaarden gebruikt. De waarden 0,3 = 0,35 bar en 0,2 = 0,17 bar. 

Grafiek overdruk vs. afstand

Overdruk waterstof tubetrailer explosie

Contouren overdruk

Contouren waterstof tubetrailer explosie

Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een explosie op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven [6].

Zelfredzaamheid explosie waterstof

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is voor personen dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen, dichtbij de bron (daar waar gebouwen ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief ontruimen en vluchten [7]. 
  • Voor personen binnen, op grotere afstand van de bron (daar waar gebouwen niet ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief binnenblijven.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • Na de instantané explosie voltrekt het scenario zich snel en duurt de vuurbal niet langer dan enkele seconden. Direct of in korte tijd zijn de effecten in het plangebied merkbaar.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een instantané explosie is door zijn knal en hitte ontwikkeling direct waarneembaar voor aanwezigen.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een waterstof tubetrailer.
  • Weten wat de gevaren zijn van waterstof.
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) instantané explosie.

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid.
  • Geestelijke gesteldheid.

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten.
  • Mogelijkheden om te schuilen.

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

De explosie is van korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse nadat de explosie is geweest. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande informatie is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.

De brandweer start de processen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied.
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving.
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen.
  • Waarschuwen bevolking [8].

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten

  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd).
  • Effectieve (grootschalige) bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen).
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid gebied [9].

Capaciteit

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [10]. 
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten)  voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest [11].
  • Houdt rekening met de inzet van een tweede peloton (4 tankautospuiten) voor het koelen/blussen van de (omliggende) bebouwing [12]. Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring.
  • Houdt rekening met de inzet van aanvullende specialistische eenheden, in de vorm van technische hulpverlening voor complexe  beknellingen en grootschalige watervoorziening, ten behoeve van de bestrijding van secundaire effecten.

Opkomst/inzettijd [13]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minuten– Norm opkomsttijd eerste peloton [14].
– De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
45 minutenNorm beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten– Norm inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
– Norm inzettijd Specialistische Redding&Technische hulpverlening
– Norm inzettijd USAR (4 specialistische reddingsgroepen) is 3 uur.
Inzettijd


Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit [15].
  • Na de BLEVE is voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  noodzakelijk ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing bij voorkeur binnen 1 km [16].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [17]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van lichtgewonden en niet beknelde personen. 
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald o.b.v. inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectcontouren in de link naar Bag populatieservice
  • Brandbestrijdings Peloton: opheffen van enkelvoudige beknelling in maximaal 4 personenwagens.
  • Peloton Redding&Technische Hulpverlening: Redden en bevrijden van maximaal 4 complexe beknellingen per uur.

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen

Spoedeisende Medische Hulpverlening [18]

  • Triage.
  • Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers.
  • Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.

Publieke gezondheidszorg

  • De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
  • Onderzoek individueel.

Psychosociale Hulpverlening

  • Signaleren getroffenen.
  • Verwijzen getroffenen.

Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Na een explosie verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Er zijn meer slachtoffers te verwachten door warmtestraling dan slachtoffers met mechanisch letsel door overdruk.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10– Het LPCGBI treedt in werking [19].
– De leidraad GGB kan in werking worden gesteld [20].
> 250De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [21].
Slachtoffers

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan [22].
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).

Type letsel

  • Overdruk veroorzaakt oog/oor letsel, fracturen door instorting en letsel door ruitbreuk. Door direct vlam contact ontstaan uitwendige brandwonden [23]. 
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [24]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [25].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Communicatie is mogelijk moeizaam i.v.m. gehoorschade.
  • Nazorg voor psychotrauma (maanden tot jaren) is te verwachten [26].

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied.
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten.
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt.
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde.
  • Strafrechtelijke handhaving.

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval.
  • Registreren van slachtoffers.

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied.
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kansbeperkend

  • Wegnemen van de risicobron.
  • Begrenzen van de doorzet.
  • Geïsoleerde opstelplaats voor de tankwagen, met aanrijdbeveiliging.
  • Opstelplaats op een (wegrij)strook met een toegestane snelheid van maximaal 70 km/u.

Effect en gevolgbeperkend

  • Planologisch.
  • Ontwerptechnisch.
  • Constructietechnisch.
  • Installatietechnisch.

Randvoorwaarden handelingsperspectief

  • (Nood)uitgangen en vluchtroutes die van de risicobron af zijn gericht.
  • In (bedrijfs)noodplannen het explosie scenario opnemen.
  • Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een explosie.
  • De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een explosie.

Randvoorwaarden Hulpverlening

  • Middelen om de hulpdiensten snel te kunnen alarmeren.
  • Bereikbaarheid over twee verschillende routes vanuit tegengestelde windstreken.
  • Openbare bluswatervoorzieningen primair en secundair.
  • Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.

Voorbeeld


De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tubetrailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl


Voetnoten

  1. De inhoud van 1 tube van de trailer
  2. De faaldruk is de werkdruk. Bij externe verhitting zou de druk kunnen oplopen
  3. Afmetingen gebaseerd op expansie tot upper flammability limit
  4. Afmetingen gebaseerd op expansie tot upper flammability limit
  5. RIVM MEMO: risico- en effectafstanden watestoftankstations 2016..
  6. In deze beschrijving wordt uitgegaan een instantane falen. Door het instantane falen is er weinig tijd voor het handelingsperspectief.
  7. Dit is gebaseerd op berekeningen voor woningen en kantoren. Niet voor ziekenhuizen en verzorgingshuizen.
  8. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
  9. Tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4
  10. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
  11. Er bestaat een kans op een scenario waarbij nog sprake is van dreigende warme BLEVE. Met de tankautospuiten van het eerst aankomende peloton wordt ingezet om BLEVE te voorkomen en is afhankelijk van situatie aanvullende technische hulpverlening (HVI) nodig. De inzet van een tweede peloton is dan niet noodzakelijk
  12. Uitgangspunt: in het incidentgebied met een straal van 50m, een omtrek van ca. 300m en 50% bebouwing zal een gevellengte van ca. 150m moeten worden gekoeld/geblust. Op basis van het kengetal van 50m per TS zijn hiervoor ten minste 3TS-en nodig
  13. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  14. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  15. Ook in de situatie van een dreigende warme BLEVE is beschikbaarheid van een aanvullende secundaire bluswaterbron (put en/of open water) noodzakelijk. Op grond van de capaciteit van een ondergronds brandkraan van 500 l/min ten opzichte van de minimale benodigde hoeveelheid bluswater van 900 l/min berekend op basis van het koelen van een tankwagen (90m2, koelen 10 l/m2/min) via een waterkanon met een capaciteit van 2000 l/min. De situatie wordt gestabiliseerd door middel van koelen/afschermen van de tank. Afhankelijk van de constructie en de intensiteit van brand vindt binnen 20 minuten een BLEVE plaats. Bij een tank met een onbeschadigde coating wordt een mogelijke BLEVE uitgesteld tot 75 minuten.
  16. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.
  17. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  18. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
  19. LPCGBI p.1 september 2013
  20. Leidraad GGB p.12 december 2015
  21. Leidraad GGB p.10 december 2015
  22. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan
  23. Overdrukeffecten zijn leidend voor het slachtofferbeeld.
  24. landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
  25. Beverwijk, Rotterdam, Groningen
  26. Casus Volendam, “Het hemeltje”