Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 21 augustus 2018
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 21 augustus 2018
Een plas ontstaat doordat de afsluiter van de tank van de tankwagen afbreekt na bijvoorbeeld een botsing. Hierdoor stroomt een groot deel van de vloeibare zwaveltrioxide in korte tijd uit. De zwaveltrioxide verspreidt zich over de grond, dampt uit en vormt een giftige wolk. De wolk verspreidt zich snel met de wind mee.
Zwaveltrioxide kan door afkoeling (tijdens verdamping, aanraking met droge koude grond) het stolpunt vrij snel bereiken, waarna de verdamping snel verminderd. Echter door contact met water (op de grond) ontstaat een heftige reactie waarbij veel warmte vrijkomt. Hierdoor wordt de temperatuurdaling tegengegaan en blijft de zwaveltrioxide vloeibaar. De vochtigheid van de ondergrond waarop de plas zich verspreidt heeft dus grote invloed op de mogelijke effecten. In deze scenariokaart is daarom bij de effecten zowel onderscheid gemaakt tussen weertype D5 en F1.5 als in droog- en nat wegdek. De Nederlandse ondergrond is overwegend voldoende vochtig waardoor met het meest conservatieve scenario rekening gehouden moet worden.
Zwaveltrioxide is een kleurloze, giftige vloeistof met een enigszins naar amandel ruikende doch prikkelende geur. De stof is zeer giftig bij huid contact en inademing. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Bij de berekeningen van de toxische effecten van dit scenario gaan we uit van zwavelzuur omdat zwaveltrioxide met vocht in de lucht of op de grond is omgezet in zwavelzuurdamp (aerosol).
Modelleringssoftware | TNO Effects 10.1.4: Pool evaporation; heavy gas dispersion: toxic dose. |
Uitgangspunten: | |
Stofnaam | Zwaveltrioxide (probit van zwavelzuur) |
Stofcategorie | LT2 |
Volume | 32 m3 |
Vullingsgraad | 93 % |
Massa vrijgekomen | 47.000 kg |
Type breuk | Afbreken afsluiter |
Uitstroomdiameter | 76 mm |
Systeemdruk | 1 bar(g) |
Temperatuur in tank | 35 °C |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Zonnestraling | 250 W/m2 [1] |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Kenmerk wegdek | Droog wegdek Nat wegdek |
Resultaten: | |
Representatief verdampingsdebiet | 1,5 kg/s bij D5 0,75 kg/s bij F1,5 |
Representatieve verdampingstijd | 30 minuten |
De kans op een giftige wolk na een ongeval met een tankwagen zwaveltrioxide wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij zwaveltrioxide uitstroomt en de kans op grote uitstroom. Deze kans wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op [2]:
N ongeval | N uitstroming | N grote uitstroming | N scenario | |
Binnen bebouwde kom | 5.9 x 10ˉ⁷ | 0.016 | 0.2 | = 1.9 x 10ˉ⁹ |
Buiten bebouwde kom | 3.6 x 10ˉ⁷ | 0.058 | 0.2 | = 4.2 x 10ˉ⁹ |
Autosnelweg | 8.3 x 10ˉ⁸ | 0.076 | 0.2 | = 1.3 x 10ˉ⁹ |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Zwaveltrioxide is een kleurloze, bijtende vloeistof met een prikkelende geur. De stof is zeer giftig bij huid contact en inademing.
In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor een nat en een droog wegdek is voor de weertypen D5 en F1,5 het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden vanaf de rand van de plas voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [3].
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [4]:
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0 - 45 | 0 tot 70 | 0 tot 100 | 95 -100 | 0 - 5 | 0 -5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 45 | 70 | 100 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0- 5 | |||
2e ring | 45 tot 100 | 70 tot 130 | 100 tot 180 | 50 - 95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 100 | 130 | 180 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 100 tot 195 | 130 tot 235 | 180 tot 295 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 195 | 235 | 295 | 5 |
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied</span |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 270 mg/m3 | 470 | 550 | 720 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 160 mg/m3 | 600 | 750 | 900 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 25 mg/m3 | 1750 | 2000 | 2400 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 15 mg/m3 | 2300 | 2600 | 3100 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 0.2 mg/m3 | >15 km | >15 km | >15 km | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 0.2 mg/m3 | > 15 km | >15 km | >15 km |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [6]. Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet worden ingedamd en bij voorkeur geneutraliseerd (met baking soda) omdat afdekken via schuim kans geeft op een explosieve reactie met water en een grote milieu impact tot gevolg heeft. Naast schuim zal ook de reactie van zwaveltrioxide met water onder vorming van zwavelzuur bepalend zijn voor de milieu impact.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
30 minuten | · Norm opkomsttijd eerste peloton [15]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. · Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) IBGS · Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE) · Norm opkomsttijd eerste twee meetploegen (VE) |
45 minuten | · Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd |
60 minuten | · Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. · Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE) |
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | Leidraad GGB treedt in werking [20]. |
> 250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [21] |
Gemeente
Gemeente
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De hittestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl