Tankwagen Zwaveltrioxide – Giftige wolk

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 21 augustus 2018


Algemene beschrijving


Giftige wolk tankwagen zwaveltrioxide

Een plas ontstaat doordat de afsluiter van de tank van de tankwagen afbreekt na bijvoorbeeld een botsing. Hierdoor stroomt een groot deel van de vloeibare zwaveltrioxide in korte tijd uit. De zwaveltrioxide verspreidt zich over de grond, dampt uit en vormt een giftige wolk. De wolk verspreidt zich snel met de wind mee.

Zwaveltrioxide kan door afkoeling (tijdens verdamping, aanraking met droge koude grond) het stolpunt vrij snel bereiken, waarna de verdamping snel verminderd. Echter door contact met water (op de grond) ontstaat een heftige reactie waarbij veel warmte vrijkomt. Hierdoor wordt de temperatuurdaling tegengegaan en blijft de zwaveltrioxide vloeibaar. De vochtigheid van de ondergrond waarop de plas zich verspreidt heeft dus grote invloed op de mogelijke effecten. In deze scenariokaart is daarom bij de effecten zowel onderscheid gemaakt tussen weertype D5 en F1.5 als in droog- en nat wegdek. De Nederlandse ondergrond is overwegend voldoende vochtig waardoor met het meest conservatieve scenario rekening gehouden moet worden.

Effecten 

Zwaveltrioxide is een kleurloze, giftige vloeistof met een enigszins naar amandel ruikende doch prikkelende geur. De stof is zeer giftig bij huid contact en inademing. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.

Bij de berekeningen van de toxische effecten van dit scenario gaan we uit van zwavelzuur omdat zwaveltrioxide met vocht in de lucht of op de grond is omgezet in zwavelzuurdamp (aerosol).


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareTNO Effects 10.1.4: Pool evaporation; heavy gas dispersion: toxic dose.
Uitgangspunten:
StofnaamZwaveltrioxide (probit van zwavelzuur)
StofcategorieLT2
Volume32 m³
Vullingsgraad93 %
Massa vrijgekomen47.000 kg
Type breukAfbreken afsluiter
Uitstroomdiameter76 mm
Systeemdruk1 bar(g) 
Temperatuur in tank35 °C
Omgevingstemperatuur9 °C
Zonnestraling250 W/m2 [1]
WeerstabiliteitsklasseD5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s)
Kenmerk wegdekDroog wegdek
Nat wegdek
Resultaten:
Representatief verdampingsdebiet1,5 kg/s bij D5
0,75 kg/s bij F1,5
Representatieve verdampingstijd30 minuten
Parameters effectberekening


Kans van optreden


De kans op een giftige wolk na een ongeval met een tankwagen zwaveltrioxide wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij zwaveltrioxide uitstroomt en de kans op grote uitstroom. Deze kans wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op [2]:

 N ongevaluitstroming grote uitstromingscenario
Binnen bebouwde kom5.9 x 10ˉ⁷0.016    0.2
= 1.9 x
10ˉ⁹
Buiten bebouwde kom3.6 x 10ˉ⁷0.0580.24.2 x 10ˉ⁹
Autosnelweg8.3 x 10ˉ⁸0.0760.2= 1.3 x 10ˉ⁹
Kans van optreden

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal transportbewegingen verminderen;
  • Weginrichting optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van bochten, kruisingen, wegversmallingen, in-en uitvoegstroken);
  • Toegestane rijsnelheid verlagen;
  • Wegen met vluchtstrook.

Effecten


Zwaveltrioxide is een kleurloze, bijtende vloeistof met een prikkelende geur. De stof is zeer giftig bij huid contact en inademing.

In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor een nat en een droog wegdek is voor de weertypen D5 en F1,5 het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden vanaf de rand van de plas voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [3].

De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [4]:

  • Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
  • Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
  • Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.

  • Droog wegdek Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s )
  • Droog wegdek Weertype F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s )
  • Nat wegdek Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s )
  • Nat wegdek Weertype F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s )

Tabel effectafstanden en gevolgen voor droog wegdek weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Slachtoffers buiten (%)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
T1T2T3
1e ring 0 - 450 tot 700 tot 10095 -1000 - 50 -50 - 5
Grens 1e ring:
95% letaal
4570100950 - 50 - 50- 5
2e ring45 tot 10070 tot 130100 tot 18050 - 950 - 500 - 500 - 50
Grens 2e ring:
50% letaal
100130180500 - 500 - 500 - 50
3e ring100 tot 195130 tot 235180 tot 2955 - 50niet bepaaldniet bepaaldniet bepaald
Grens 3e ring:
5% letaal
1952352955niet bepaaldniet bepaaldniet bepaald

Tabel interventiewaarden voor droog wegdek weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied</span
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten
Concentratie 270 mg/m³
470550720
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur
Concentratie 160 mg/m³
600750900
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten
Concentratie 25 mg/m³
175020002400
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur
Concentratie 15 mg/m³
230026003100
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten
Concentratie 0.2 mg/m³
>15 km>15 km>15 km
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur
Concentratie 0.2 mg/m³
> 15 km>15 km>15 km

Contouren giftige wolk zwaveltrioxide voor droog wegdek weertype D5


Grafiek letaliteit vs. afstand zwaveltrioxide voor droog wegdek weertype D5



Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.

Handelingsperspectief giftige wolk

Mogelijk handelingsperspectief [5]

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [6]. Snel reageren is bevorderlijk. 

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (een natte doek, indien mogelijk, om door te ademen vermindert de blootstelling . Zwaveltrioxide reageert met water. Afhankelijk van de concentratie en blootstellingsduur is deze maatregel effectief).
  • Indien vluchten niet mogelijk is, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en naar hoogste bouwlaag met een vlak plafond gaan [7]. Ramen en deuren sluiten en ventilatie uitzetten.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario giftige wolk zich voltrekt is afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Afhankelijk van de windsnelheid en windrichting zal de wolk zich verspreiden. Afhankelijk van de gatgrootte en uitstroomsnelheid kan de toevoer van de giftige wolk verschillen.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Zwaveltrioxide is een kleurloze, rokende vloeistof met een stekende geur. Deze vormt aan de lucht witte bijtende nevels.  Deze nevel en geur zullen een alarmerend effect hebben.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een tankwagen met zwaveltrioxide
  • Weten wat de gevaren zijn van zwaveltrioxide
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) giftige wolk

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet worden ingedamd en bij voorkeur geneutraliseerd (met baking soda) omdat afdekken via schuim kans geeft op een explosieve reactie met water en een grote milieu impact tot gevolg heeft. Naast schuim zal ook de reactie van zwaveltrioxide met water onder vorming van zwavelzuur bepalend zijn voor de milieu impact.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.


Relevante brandweerprocessen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied;
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving [8];
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
  • Waarschuwen bevolking. 

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).

Ontsmetting

  • Ontsmetten mens, dier en infrastructuur.

Relevante aspecten

  • Repressieve voorbereiding.
  • Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen [9].
  • Bereikbaarheid over twee verschillende routes vanuit twee tegengestelde windstreken [10].
  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Veilig inzetten van brandweereenheden in het benedenwindse gebied.
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd).
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening voor eventuele afscherming (zie bluswatervoorzieningen).

Capaciteit [11]

  • Specialistische eenheden worden ingezet ten behoeve van het beperken van de effecten.
  • Houd rekening met de inzet van specialistische eenheden zoals specialistische interventie eenheden (SIE)  voor incidentbestrijding gevaarlijke stoffen(IBGS), meetplanorganisatie en een basis ontsmettingseenheid(BOE) ten behoeve van de hulpverleners.
  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving en wordt bepaald via het commando ter plaatse (COPI) voor het brongebied of het Regionaal Operationeel Team (ROT) voor het effectgebied [12].  
  • Houd rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest [13].

Opkomst/inzettijd [14]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden

Tabel opkomst/inzettijd

30 minuten– Norm opkomsttijd eerste peloton [15]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
– Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) IBGS.
– Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE).
– Norm opkomsttijd eerste twee meetploegen (VE).
45 minuten– Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten– Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
– Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE).
Tabel opkomst/inzettijd

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
  • Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  is noodzakelijk  ten behoeve van  afscherming naar de omgeving via verdunnen van de giftige wolk met water [16]. 

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [17]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen

Spoedeisende Medische Hulpverlening [18]
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32)

  • Triage; 
  • Treatment; 
  • Transport. 

Publieke gezondheidszorg

  • Medische Milieu Kunde (MMK) 
    De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid op korte, middellange en lange termijn door de GAGS. Handeling en/of behandelingsadvies 
  • Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR) 
    Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal 

Psychosociale Hulpverlening

  • Signaleren getroffenen 
  • Verwijzen getroffenen 
  • Registreren getroffenen 
  • Direct leveren van psychosociale hulp 

De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis). 

Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances) Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort” is bij gassen niet van belang.  
Relevante aspecten bij de effecten van vrijkomen van giftige stoffen zijn: aantal slachtoffers, doelgroep, type letsel en ontsmetting. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar. 


Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met de gevaarlijke stof (of gas). 
  • Bereikbaarheid van een potentieel effectgebied. 
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie. 
  • Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie) 
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar. 
  • Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ”de poort van het ziekenhuis” is bij gassen niet van belang.
  • Behandelingsadvies gewonnen uit beschikbare expertise zoals GAGS. 

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  
Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. 
> 10Leidraad GGB treedt in werking [20] (zie ook: GGB-leidraad)
> 250Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 
Slachtoffers

Type slachtoffers

  • Nadat blootstelling heeft plaatsgevonden: blootstelling beëindigen en frisse lucht opzoeken. Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen. 
  • Aandachtspunt is het snel kunnen waarschuwen van de bevolking via een voorbereide NL-alert met handelingsperspectief. Dit is om blootstelling te voorkomen en kostbare tijd (en mogelijk levens te redden) te verliezen met wachten op advies van experts. Alarmeer de GAGS. Elke situatie is immers anders; de GAGS kan de situatie inschatten op basis van berekeningen van de AGS, klachten, etcetera.

Type letsel

  • Zwavelzuur is een irriterende stof die bij blootstelling vaak direct klachten geeft. Zwavelzuur heeft met name effect op de bovenste luchtwegen en de slijmvliezen van ogen, neus en keel. Bij blootstelling aan hogere concentraties kan ernstige zwelling van de keel en luchtwegen, en beschadiging van de slijmvliezen optreden. In zeldzame gevallen treedt direct of kort na blootstelling longoedeem op. In combinatie met vocht (bv. mistig weer of zweet) kan zwavelzuur ook huidirritatie geven. De ernst van de klachten is onder andere afhankelijk van de concentratie in de lucht en de duur van de blootstelling. Doordat deze stof direct klachten geeft, kan de GAGS op basis van deze klachten snel een inschatting maken van de ernst van de blootstelling.
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde
  • Strafrechtelijke handhaving

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kansbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Wegnemen van de risicobronHet wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van de doorzetMinder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Kansbeperkend

Effect en gevolgbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffenDicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwenDoor rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
VenstertijdenDoor gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.  
Obstakels toevoegenEr kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht.
Rekening houden met windrichtingDe overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden.
Effect en gevolg

Bevordering van de zelfredzaamheid

MaatregelWerking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengenDoor duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
RisicocommunicatieDoor te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegenOnderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolkDoor te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Bevordering zelfredzaamheid

Bevordering van de hulpverlening

MaatregelWerking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelenTijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
WaarschuwingsmiddelenVoor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdienstenHet handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Hulpverlening

Voorbeeld


De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl


Voetnoten

  1. Handleiding risicoberekingen Bevi versie 3 blz. 46
  2. De kans op een ongeval met een tankwagen zoals genoemd in de HART v1.1, hfst 10, RIVM, 1 april 2015.
  3. Interventiewaarden worden door de hulpverleningsdiensten gebruikt om te bepalen of de bevolking moet worden gewaarschuwd interventiewaarden
  4. In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain
  5. TNO 2015, rapport Bevorderen zelfredzaamheid spoorzone Moerdijk p. 56
  6. Het handelingsperspectief is afhankelijk van de weerscondities en het scenario. Een instantaan vrijkomende gaswolk zal eerder langsgewaaid zijn dan een langzaam vrijkomende vloeistof (plasverdamping). En hoe harder het waait hoe sneller het ergens (binnen) is voordat de ventilatie afgesloten is.
  7. Bij verdiepingen met een aansluiting op een schuin dak zijn vaker kieren waardoor buitenlucht naar binnen kan lekken
  8. Afschermen met waterschermen is mogelijk indien sprake is van een scenario met continu lekkage en via een inzet met gaspakken de lekkage wel kan worden gedicht.
  9. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid, risico communicatieplan toxische wolk
  10. Bovenwindse aanrijroute, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4
  11. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buiten beschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
  12. De organisatie van de inzet van slagkracht is regionaal afhankelijk
  13. Uitgangspunt: in het effectgebied worden brandweervoertuigen(met ademlucht) ingezet op transport van de slachtoffers buiten naar het gewondennest en op nacontrole van woningen.
  14. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  15. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  16. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3
  17. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  18. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
  19. xCBRN protocol voor Chloorgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen.
  20. Leidraad GGB maart 2023
  21. x Leidraad GGB p.10 december 2015