Tankwagen LPG – Warme BLEVE – Weg

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 24 januari 2024


Algemene beschrijving


Warme BLEVE LPG tankwagen

Een warme BLEVE wordt veroorzaakt doordat een aanwezige brand de druk in de LPG-tank doet oplopen. Hierdoor verzwakt en bezwijkt de tankwand. LPG komt vrij en ontsteekt. Er ontstaat een vuurbal en een drukgolf.

Effecten 

De effecten van een warme BLEVE zijn warmtestraling, overdruk en scherfwerking. Deze effecten kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareGexcon Effects 12.1.0: Dynamic BLEVE; Explosion Rupture of vessels.
Uitgangspunten
StofnaamPropaan [1]
StofcategorieGF3
Volume60 m³ [2]
Vullingsgraad80%
Massa24.900 kg
Faaldruk24,5 bar(g) [3]
Omgevingstemperatuur9 °C
Tank bezwijkt bij temperatuur65 °C
Tank op opleggerNee [4]
Fragmenten2 ongelijke delen
Resultaten
Duur vuurbal11 seconden
Diameter vuurbal160 m
Hoogte vuurbal240 m
Parameters effectberekeningen

Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans op een warme BLEVE na een ongeval met een tankwagen LPG wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LPG vrijkomt, de kans op instantaan falen en de kans op een directe ontsteking. In de HART wordt geen onderscheid gemaakt tussen een warme en een koude BLEVE. De kans op een BLEVE wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op [5]:

 N ongevaluitstrominginstantaan falenN directe ontstekingscenario
Binnen bebouwde kom5.9 x 10ˉ⁷0.0018   0.350.8= 3.0 x 10ˉ¹⁰
Buiten bebouwde kom3.6 x 10ˉ⁷0.01020.350.8= 1.0 x 10⁹
Autosnelweg8.3 x 10ˉ⁸0.01560.350.8= 3.6 x 10ˉ¹⁰
Kans van optreden

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal transportbewegingen verminderen.
  • Weginrichting optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van bochten, kruisingen, wegversmallingen, in-en uitvoegstroken).
  • Toegestane rijsnelheid verlagen.
  • Wegen met vluchtstrook.

Effecten


De effecten van een warme BLEVE zijn warmtestraling, overdruk en scherfwerking [6]. Deze effecten kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.  Het slachtofferbeeld buiten wordt voornamelijk bepaald door de warmtestraling en niet door de overdruk [7]. Gebouwen kunnen bescherming bieden tegen de warmtestraling, maar moeten dan wel bestand zijn tegen de overdruk.

In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling en overdruk apart weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf de tankwagen.

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en warmtestraling versus afstand. Naast de warmtestralingseffecten is een tabel met overdrukschade aan objecten binnen 4 zones weergegeven. Hierbij is de grafiek met het verloop van de overdruk versus afstand afgebeeld.


Tabel effectafstanden en gevolgen [8]

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Slachtoffers buiten
(0 % bescherming)
Slachtoffers buiten zomerkleding
(40 % bescherming)
Slachtoffers buiten winterkleding
(85 % bescherming)
T1T2T3T1T2T3T1T2T3
1e ring ≤ 100≥ 130100000100000901000
Grens 1e ring: 99% letaal
10013099100100000158410
2e ring100 tot 245130 tot 25341105324210535291153
Grens 2e ring: 1% letaal24525110861108601186
3e ring245 tot 38025 tot 10000270002700027
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw 38010000100010001

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Schade aan objectenSlachtoffers binnen
ten gevolge van warmtestraling en overdruk
(0% bescherming)
T1T2T3
1e ring ≤ 100≥ 130Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan
branden
40605
Grens 1e ring
1001302212018
2e ring100 tot 245130 tot 25Gemiddelde schade
Brandhaarden, ruitbreuk, vervorming van hout en kunststof.
31022
Grens 2e ring245250001
3e ring245 tot 38025 tot 10Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
0000
Grens 3e ring380100000

Grafiek letaliteit vs. afstand [9]

Letaliteit LPG warme BLEVE

Grafiek warmtestraling vs. afstand

Warmtestraling LPG warme BLEVE

Tabel overdruk [10, 11]

Effectafstand
(meter) *
Overduk
(bar) **
Schade aan objecten
Zone A ≤ 40≥ 0,35Totale verwoesting 0,80 bar
Volledige instorting van gebouwen. Meer dan 75% van alle buitenmuren zijn ingestort.
Zware schade
Onherstelbare schade. 50% - 70% van de buitenmuren zijn zwaar beschadigd. De overige muren zijn onbetrouwbaar
geworden.
Grens zone A
400,35
Zone B40 tot 500,35 tot 0,17Gemiddelde schade
Beschadigde daken, ernstige beschadigingen aan draagconstructies, ontzette muren, scheuren in gevels.
Grens zone B500,17
Zone C50 tot 1900,17 tot 0,03Lichte schade
Ruitbreuk en schade aan deurposten (0.15bar, tot ± 55 m). Bewoonbaar na kleine reparaties. Herstelbare schade.
Grens zone C1900,03Tot op 220 m (0,02 bar) treedt 1% Ruitbreuk dubbel glas op.

*Ten behoeve van de leesbaarheid zijn de afstanden afgerond. De overdruk effecten nemen over de afstand echter zeer snel af. Voor een nauwkeuriger bepaling van de afstand is de grafiek af te lezen in de “EFFECTS viewer” [11].
**Zone indeling volgens: Damage (general description) at Xd. in Effects.


Grafiek overdruk vs. afstand

Overdruk LPG warme BLEVE

Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een BLEVE op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven [12]. 

Handelingsperspectief BLEVE

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is voor personen dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen, dichtbij de bron (daar waar gebouwen ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief ontruimen en vluchten [13].
  • Voor personen binnen, op grotere afstand van de bron (daar waar gebouwen niet ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief binnenblijven.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario BLEVE zich voltrekt is afhankelijk van opwarmingstijd tot de explosie.
  • Na de explosie voltrekt het scenario zich snel en duurt de vuurbal niet langer dan 20 seconden. Dan zijn direct of in korte tijd de effecten in het plangebied merkbaar.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een BLEVE is door zijn warmteontwikkeling en knal direct waarneembaar voor aanwezigen.
  • Als de tank wordt aangestraald en nog niet is geëxplodeerd, is het gevaar van de mogelijke explosie voor ontwetende niet direct herkenbaar.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een LPG tankwagen.
  • Weten wat de gevaren zijn van LPG.
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) BLEVE.

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid.
  • Geestelijke gesteldheid.

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten.
  • Mogelijkheden om te schuilen.

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

Na dit scenario komt de hulpverlening op gang. Een BLEVE is van  korte duur. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande informatie is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.


Relevante brandweerprocessen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied.
  • Aanwezige brand defensief of offensief bestrijden.
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving.
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen.
  • Waarschuwen bevolking [14].

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten

  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd).
  • Effectieve (grootschalige) bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen).
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid gebied [15].

Capaciteit

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [16].
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest [17].
  • Houdt rekening met de inzet van een tweede peloton (4 tankautospuiten) voor het koelen/blussen van de (omliggende) bebouwing [18].  Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring.
  • Houdt rekening met de inzet van ten minste een derde en eventueel vierde peloton brandweerzorg en/of aanvullende specialistische eenheden, in de vorm van technische hulpverlening voor complexe  beknellingen en grootschalige watervoorziening, ten behoeve van de bestrijding van secundaire effecten.

Opkomst/inzettijd [19]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minuten– Norm opkomsttijd eerste peloton [20]
– De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
45 minutenNorm beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten– Norm beschikbaarheid derde/vierde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
– Norm inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
– Norm inzettijd Specialistische Redding&Technische hulpverlening.
– Norm inzettijd USAR (4 specialistische reddingsgroepen) is 3 uur.
Tabel Opkomst/inzettijd

Bluswatervoorziening

  • Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit [21].
  • Na de BLEVE is voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening  noodzakelijk  ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing bij voorkeur binnen 1 km [22].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [23]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van lichtgewonden en niet beknelde personen. 
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald o.b.v. inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectcontouren in de link naar Bag populatieservice.
  • Brandbestrijdings Peloton: opheffen van enkelvoudige beknelling in maximaal 4 personenwagens.
  • Peloton Redding&Technische Hulpverlening: Redden en bevrijden van maximaal 4 complexe beknellingen per uur.
  • USAR team: Zoeken, redden en bevrijden na bijv. instortingen gebouwen.

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen:

Spoedeisende Medische Hulpverlening [24]
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart)

  • Triage; 
  • Treatment; 
  • Transport. 

Publieke gezondheidszorg

  • Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR) 
    Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal 

Psychosociale Hulpverlening 

  • Signaleren getroffenen. 
  • Verwijzen getroffenen. 
  • Registreren getroffenen 
  • Direct leveren van psychosociale hulp 

De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis). 

Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances) Na een incident verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. 


Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden en mechanisch letsel door overdruk. 
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie. 
  • Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie) 
  • Na een BLEVE verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Er zijn meer slachtoffers te verwachten door warmtestraling dan slachtoffers met mechanisch letsel door overdruk. 
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar. 

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. 
> 10– Het LPCGBI treedt in werking [25]. (Protocol opgesteld door LOCC in afstemming met brandwondenstichting in 2016). (Bij herplaatsing, niet in de eerste opvang).
– De leidraad GGB kan in werking worden gesteld [26].
> 250Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. 
Tabel aantal slachtoffers

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatie specifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan [28]. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan. 
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen. 
  • Er zijn meer slachtoffers te verwachten door warmtestraling dan slachtoffers met mechanisch letsel door overdruk. 

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Overdruk veroorzaakt oog/oor letsel, fracturen door instorting en letsel door ruitbreuk [29].
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [30]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [31].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Communicatie is mogelijk moeizaam i.v.m. gehoorschade.
  • Nazorg voor psychotrauma (maanden tot jaren) is te verwachten [32].

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied.
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten.
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt.
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde.
  • Strafrechtelijke handhaving.

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval.
  • Registreren van slachtoffers.

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied.
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied.
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kansbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Wegnemen van de risicobronHet wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van de doorzetMinder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Kansbeperkend

Effect en gevolgbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffenDicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwenDoor rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
VenstertijdenDoor gebruik te maken van venstertijden worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.  
Bouwwerken als afschermingOok door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming. Eerstelijns bebouwing kan een deel van de kracht van de explosie breken.
Objecten loodrecht op de bron plaatsen Door objecten loodrecht op de risicobron te plaatsen, met de kortste zijde aan de kant van de risicobron, wordt het grootste deel van de gevels beschermd tegen de frontale effecten van een drukgolf.
Obstakelvrije ruimte tussen bron en bebouwingEen obstakelvrije ruimte tussen de risicobron en de risico-ontvanger beperkt rondvliegend puin bij een explosie.
Toepassen van brandwerend metselwerkDe keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatieMinerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazingBrand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Toepassen van scherfvrij glasScherfvrije veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf [33].
Gebruik maken van houten en stalen kozijnenHouten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Scherfwerking beperkenMaterialen gebruiken die mensen beschermen tegen scherfwerking, zoals daktegels ipv grind.
Dikke gevelEen dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie. Het bedekken van de muur met cortenstaal kan een gevel ook explosiebestendig maken.
Stevige wandenWanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevelBij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benuttenDoor hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.
Aarden wal aanbrengenDoor een aarden wal aan te brengen tussen de risicobron en de risico-ontvanger wordt de risico-ontvanger bij een explosie afgeschermd van rondvliegende scherven/puin en de drukgolf wordt afgebogen.
Effect en gevolgbeperkend

Bevordering van de zelfredzaamheid

MaatregelWerking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengenDoor duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
RisicocommunicatieDoor te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsenDoor de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegenOnderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) bleve-gaswolkexplosieDe verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een bleve-gaswolkexplosie Door te oefenen met het bleve-gaswolkexplosie-scenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Bevordering zelfredzaamheid

Bevordering van de hulpverlening

MaatregelWerking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelenTijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
WaarschuwingsmiddelenVoor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdienstenHet handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
BluswaterVoor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Bevordering hulpverlening

Voorbeeld


Incident : Incident met propaan tank op snelweg
Locatie : Bologna, Italië
Jaar: 2018

Voetnoten

  1. Hoewel LPG een mengsel is van propaan en butaan (Bron: PGS18, v1.0, p66, december 2013), blijkt er uit de berekeningen van Effects slechts marginale verschillen te zijn tussen beide stoffen.
  2. De hoogst toelaatbare massa van de vulling per liter inhoud is voor propaan 0,42 kg (ADR, p656, 2015).
  3. Rekenmethodiek voor LPG tankstations, v1.2, p8, RIVM, 5 november 2014.
  4. In dit scenario is als uitgangspunt genomen dat de tankwagen door het ongeval is gekanteld. De tank komt daardoor in directe aanraking met de grond. Dit leidt tot grotere afstanden voor overdruk effecten, doordat de drukgolven door de grond weerkaatst worden.
  5. Handleiding risicoberekeningen transport, v1.1, hfst 10.4, RIVM, 1 april 2015.
  6. Fragmenten á 700 kg kunnen circa 300 meter weggeslingerd worden en dodelijk slachtoffers veroorzaken.
  7. Bij BLEVE is de overdruk bepalend voor de ruitbreukafstand. Deze waarde wordt vermeld in de tabel overdruk. In het model wordt de ruitbreuk ten gevolge van de warmtestralingseffecten vergeleken met de ruitbreuk ten gevolge van de overdrukeffecten. Vervolgens wordt het bepalende effect mede gebruikt voor de berekening van de slachtofferpercentages binnen.
  8. Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV.
  9. Afstanden op basis van geen bescherming en buitenshuis.
  10. Overdruk leidt vooral tot schade aan gebouwen. Voor het slachtofferbeeld zijn de effecten van warmtestraling bepalend.
  11. De EFFECTS viewer is kosteloos te downloaden via de link naar de website van GEXCON
  12. In deze beschrijving wordt uitgegaan een BLEVE. Mocht de tank nog niet zijn ge-explodeert is er meer tijd voor het handelingsperspectief.
  13. Dit is gebaseerd op berekeningen voor woningen en kantoren. Niet voor ziekenhuizen en verzorgingshuizen.
  14. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
  15. Tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4
  16. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
  17. Er bestaat een kans op een scenario waarbij nog sprake is van dreigende warme BLEVE. Met de tankautospuiten van het eerst aankomende peloton wordt ingezet om BLEVE te voorkomen en is afhankelijk van situatie aanvullende technische hulpverlening (HVI) nodig. De inzet van een tweede peloton is dan niet noodzakelijk
  18. Uitgangspunt: in het incidentgebied met een straal van 50m, een omtrek van ca. 300m en 50% bebouwing zal een gevellengte van ca. 150m moeten worden gekoeld/geblust. Op basis van het kengetal van 50m per TS zijn hiervoor ten minste 3TS-en nodig
  19. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  20. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  21. Ook in de situatie van een dreigende warme BLEVE is beschikbaarheid van een aanvullende secundaire bluswaterbron (put en/of open water) noodzakelijk. Op grond van de capaciteit van een ondergronds brandkraan van 500 l/min ten opzichte van de minimale benodigde hoeveelheid bluswater van 900 l/min berekend op basis van het koelen van een tankwagen (90m2, koelen 10 l/m2/min) via een waterkanon met een capaciteit van 2000 l/min. De situatie wordt gestabiliseerd door middel van koelen/afschermen van de tank. Afhankelijk van de constructie en de intensiteit van brand vindt binnen 20 minuten een BLEVE plaats. Bij een tank met een onbeschadigde coating wordt een mogelijke BLEVE uitgesteld tot 75 minuten.
  22. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.
  23. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  24. Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32
  25. LPCGBI p.1 september 2013
  26. Leidraad GGB maart 2023
  27. x Leidraad GGB p.10 december 2015
  28. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan
  29. Bij BLEVE zijn warmtestralingseffecten leidend t.o.v. overdruk effecten . De effectafstand van overdruk valt in de tweede ring (1% letaal)warmtestraling
  30. Landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
  31. Beverwijk, Rotterdam, Groningen
  32. Casus Volendam, “Het hemeltje”
  33. Anteagroup, Beglazing in explosieaandachtsgebieden, Toepassing scherfvrij glas, 8 april 2020