Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 20 juli 2023
Algemene beschrijving
Een wolkbrand wordt veroorzaakt doordat na een botsing de losslang van de LNG-tank afbreekt. Hierdoor stroomt LNG uit. Er vormt zich dan een brandbare wolk die zich in eerste instantie over de grond verspreidt en eenvoudig kan worden ontstoken. Het ontsteken van de gaswolk leidt tot een kortdurende vlammenzee en mogelijk een drukgolf.
Effecten
Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee. Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan naast brand ook een drukeffect ontstaan: een gaswolkexplosie. Deze effecten kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken.
Parameters effectberekening
Modelleringssoftware | Gexcon Effects 12.1.0: Dense Gas Dispersion: Flammable Cloud; Explosion Multi Energy model: |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Methaan |
Stofcategorie | GF0 |
Volume* | 55 m³ |
Vullingsgraad | 95% |
Massa | 22.000 kg |
Temperatuur in tank** | -150 °C |
Dampspanning** | 2,4 bar(g) |
Uitstroomdiameter** | 50 mm |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaten | |
Representatieve uitstroomtijd | 23 minuten |
Maximale omvang wolk op tmac *** | D5 : 40 seconden F1,5: 115 seconden |
*Informatie verkregen bij LNG-Europe, juli 2013
**Rekenmethodiek LNG tankstations, v1.0.2, pagina 32, RIVM, 25 april 2017
***Tmac is de tijdsduur met een maximale LEL-contour. Tmem is de duur tot de maximale explosieve massa is bereikt. Voor tmem zie Effectsfile.
Max explosieve massa (kg) | Stedelijk | Verstedelijkt | Landelijk |
Massa | Massa | Massa | |
D5 | 110 | 115 | 140 |
F1,5 | 550 | 560 | 760 |
Effectsfile
Download hier de effectsfile
Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans op een wolkbrand na een ongeval met een tankwagen LNG wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een continue uitstroming, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans dat de wolk niet explodeert. Deze kans wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op (insluiting kan zijn in bijvoorbeeld een besloten ruimte, bossen of gebieden met veel bebouwing):
N ongeval | N uitstroming | N continue uitstroming | N vertraagde ontsteking | N wolkbrand | N scenario | |
Binnen bebouwde kom | 5.9 x 10ˉ⁷ | 0.0018 | 0.65 | 0.2 | 0.6 | = 8.3 x 10ˉ¹¹ |
Buiten bebouwde kom | 3.6 x 10ˉ⁷ | 0.0102 | 0.65 | 0.2 | 0.6 | = 2.9 x 10ˉ¹⁰ |
Autosnelweg | 8.3 x 10ˉ⁸ | 0.0156 | 0.65 | 0.2 | 0.6 | = 1.0 x 10ˉ¹⁰ |
De kans op een gaswolkexplosie na een ongeval met een tankwagen LNG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een continue uitstroming, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans op een explosie. Deze kans wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op (insluiting kan zijn in bijvoorbeeld een besloten ruimte, bossen of gebieden met veel bebouwing):
N ongeval | N uitstroming | N continue uitstroming | N vertraagde ontsteking | N wolkbrand | N scenario | |
Binnen bebouwde kom | 5.9 x 10ˉ⁷ | 0.0018 | 0.65 | 0.2 | 0.4 | = 5.5 x 10ˉ¹¹ |
Buiten bebouwde kom | 3.6 x 10ˉ⁷ | 0.0102 | 0.65 | 0.2 | 0.4 | = 1.9 x 10ˉ¹⁰ |
Autosnelweg | 8.3 x 10ˉ⁸ | 0.0156 | 0.65 | 0.2 | 0.4 | = 6.7 x 10ˉ¹¹ |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
- Het aantal transportbewegingen verminderen;
- Weginrichting optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van bochten, kruisingen, wegversmallingen, in-en uitvoegstroken);
- Toegestane rijsnelheid verlagen;
- Wegen met vluchtstrook.
Effecten
Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee. Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan naast brand ook een drukeffect ontstaan: een gaswolkexplosie. Deze effecten kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. Omdat een wolkbrand zeer kort duurt, blijven de effecten van warmtestraling beperkt tot de omvang van de brandbare wolk. De omvang van deze wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden. Om een compleet schadebeeld te geven is de effectafstanden tabel aangevuld met een tabel waarin de overdrukschade aan objecten binnen 4 zones is weergegeven.
Binnen de brandende wolk zullen alle in de buitenlucht aanwezige personen overlijden. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Buiten de brandbare wolk worden geen slachtoffers verwacht. Bij de slachtofferberekening is uitgegaan van onbeschermde personen.
In de tabel hieronder wordt de omvang van de brandbare wolk weergegeven voor de volgende geografische gebieden (in Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain):
- Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
- Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
- Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de contouren van de brandbare wolk. Weertype D5
Omvang brandbare wolk
Tabel effectafstanden en gevolgen
D5 | Stedelijk gebied (meter) | Verstedelijkt gebied (meter) | Landelijk gebied (meter) | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte | Lengte | Lengte | † | T1 | T2 | T3 | ||||
In de wolk | 60 | 60 | 90 | 100 | 0 | 0 | 0 | |||
Grens brandbare wolk | 60 | 60 | 90 | 100 | 0 | 0 | 0 | |||
Buiten de wolk | >60 | >60 | >90 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omvang brandbare wolk
Tabel overdruk bij gaswolk explosie
Wanneer de brandbare wolk is ingesloten en wordt ontstoken kan naast warmtestraling ook een overdruk effect ontstaan. Bij het bepalen van de effectafstanden voor overdruk is uitgegaan van een volledige detonatie. De genoemde afstanden zijn gemeten vanaf het ontstekingspunt waar de brandbare wolk wordt ontstoken. Dit punt is hieronder voor de verschillende gebieden aangegeven.
Afstand tussen bron en het midden van de brandbare wolk bij D5
- Stedelijk gebied: 30 meter
- Verstedelijkt landelijk gebied: 30 meter
- Landelijk gebied: 45 meter
Stedelijk gebied | Verstedelijkt landelijk | Landelijk | Overdruk (bar) | Schade aan objecten | |
---|---|---|---|---|---|
D5 | D5 | D5 | |||
Zone A | ≤10 | ≤10 | ≤15 | ≥ 0,80 | Totale verwoesting Volledige instorting van gebouwen. Meer dan 75% van alle buitenmuren zijn ingestort. |
Grens zone A | 10 | 10 | 15 | 0,80 | |
Zone B | 10 - 20 | 10 - 20 | 15 - 20 | 0,80 tot 0,35 | Zware schade Onherstelbare schade. 50-70% van de buitenmuren zijn zwaar beschadigd. Overige muren zijn onbetrouwbaar geworden. |
Grens zone B | 20 | 20 | 20 | 0,35 | |
Zone C | 20 - 30 | 20 - 30 | 20 - 35 | 0,35 tot 0,17 | Gemiddelde schade Beschadigde daken, ernstige beschadigingen aan draagconstructies, ontzette muren, scheuren in gevels. |
Grens zone C | 30 | 30 | 35 | 0,17 | |
Zone D | 30 - 130 | 30 - 130 | 35 - 140 | 0,17 tot 0,03 | Lichte schade Ruitbreuk en schade aan deurposten. Bewoonbaar na kleine reparaties. Herstelbare schade. |
Grens zone D | 130 | 130 | 140 | 0,03 |
Grafieken brandbare wolk Weertype F1,5
Zelfredzaamheid en handelingsperspectief
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een wolkbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven. In deze beschrijving wordt uitgegaan van een wolkbrand. Mocht de wolk nog niet zijn ontstoken, is er tijd voor het handelingsperspectief. Wanneer de wolk is ontbrand is er geen handelingsperspectief.
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is noodzakelijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief (haaks op de wind) vluchten. Vluchten tot (ruim) buiten de zichtbare wolk
- Mochten er schuilmogelijkheden zijn, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen achter een muur. Het sluiten van ramen en deuren kan soms (dichtbij de bron) helpen (ramen en deuren wijd open zetten is zeer onverstandig).
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario wolkbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
- Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en duurt de wolkbrand slechts enkele seconden.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Een wolkbrand is door zijn warmtestraling direct waarneembaar door aanwezigen.
- Als de wolk nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar van een wolkbrand voor onwetenden niet direct herkenbaar.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een LNG.
- Weten wat de gevaren zijn van LNG.
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) wolkbrand.
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid.
- Geestelijke gesteldheid.
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om haaks op de wind te vluchten.
- Mogelijkheden om te schuilen.
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
De wolkbrand is van korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse nadat de wolkbrand is geweest. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
Relevante brandweerprocessen
Bron- en emissiebestrijding
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving (bepalen van mogelijke ontstekingsbronnen en deze elimineren);
- Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
- Waarschuwen bevolking. Goed werkend internet en mobiele telefoon, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan.
Redding
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
Relevante aspecten
- Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
- Toegankelijkheid gebied; tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid, hoofdstuk 4).
Capaciteit*
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig.
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie slachtoffers en voor het koelen/blussen van de (omliggende) bebouwing. Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring. Het effectgebied zal zich hoogstwaarschijnlijk beperken tot het bedrijfsterrein. Uitgangspunt: in het incidentgebied met een straal van 50m, een omtrek van ca. 300m en 50% bebouwing zal een gevellengte van ca. 150m moeten worden gekoeld/geblust. Op basis van het kengetal van 50m per TS zijn hiervoor ten minste 3 TS’en nodig.
NB
*Verlies van capaciteit, die nodig is voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
Opkomst/inzettijd*
30 minuten | Norm opkomsttijd eerste peloton (Norm inzetbaarheid eerste basispeloton, alle 4 tankautospuiten, is 30 minuten, zie ook: Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO), pagina 20). De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. |
45 minuten | Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. |
60 minuten | Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. |
Bluswatervoorziening
- Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
- Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening is noodzakelijk ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing.
- Benodigde capaciteit is 6000 l/min voor 4 uur (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid, bijlage 3) voor 3 tankautospuiten 3×2000 l/min (peloton Grootschalig watervoorziening: capaciteit: 2x 4000 l/min over 1 km of 2x 2000 l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur).
Indicatiebepaling capaciteit slachtoffers*
- In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
NB
*Zie ook: Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO).
Geneeskundige zorg
De geneeskundige hulpverlening start met de processen
Spoedeisende Medische Hulpverlening
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32)
- Triage;
- Treatment;
- Transport.
Publieke gezondheidszorg
- Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR).
Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal.
Psychosociale hulpverlening
- Signaleren getroffenen
- Verwijzen getroffenen
- Registreren getroffenen
De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis).
Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances). Na een incident verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.
Relevante aspecten zijn
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden (Aangepast gewondenspreidingsplan).
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats (Nadruk ligt op transport).
- Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie)
- Omstanders verlenen hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar
Aantal slachtoffers
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
10 | – Het LPCGBI treedt in werking (zie ook: GGB-leidraad). (Bij herplaatsing, niet in de eerste opvang) – De leidraad GGB kan in werking worden gesteld (zie ook: GGB-leidraad). |
> 250 | Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 |
Type slachtoffers
- Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. (Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan).
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen.
Type letsel
- Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Overdruk veroorzaakt oog/oor letsel, fracturen door instorting en letsel door ruitbreuk .
- Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis (zie ook: Landelijk netwerk acute zorg). Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra plaatsvinden: Beverwijk, Rotterdam en Groningen.
- Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
Optreden Politie
De politie start met de processen
Afzetten en afschermen
- Afzetten effectgebied
- Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
- Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.
Mobiliteit
- Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
- Opstellen mobiliteitsplan.
- Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
Indien relevant
- Handhaven openbare orde
- Strafrechtelijke handhaving
Relevante aspecten bij het optreden van de politie
- De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.
Optreden gemeente (Hulpverlening)
Mogelijke taken
Gemeente
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
Gemeente
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Maatregelen
Kansbeperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Effect en gevolg beperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Bouwwerken als afscherming | Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming. Eerstelijns bebouwing kan een deel van de kracht van de explosie breken. |
Objecten loodrecht op de bron plaatsen | Door objecten loodrecht op de risicobron te plaatsen, met de kortste zijde aan de kant van de risicobron, wordt het grootste deel van de gevels beschermd tegen de frontale effecten van een drukgolf. |
Obstakelvrije ruimte tussen bron en bebouwing | Een obstakelvrije ruimte tussen de risicobron en de risico-ontvanger beperkt rondvliegend puin bij een explosie. |
Toepassen van brandwerend metselwerk | De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. |
Gebruik maken van minerale wolisolatie | Minerale wolisolatie is onbrandbaar. |
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing | Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild. |
Toepassen van explosiewerend glas | Explosiewerende gelaagde veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf. |
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen | Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend. |
Scherfwerking beperken | Materialen gebruiken die mensen beschermen tegen scherfwerking, zoals daktegels ipv grind. |
Dikke gevel | Een dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie. Het bedekken van de muur met cortenstaal kan een gevel ook explosiebestendig maken. |
Stevige wanden | Wanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken. |
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel | Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit. |
Hoogteverschillen creëren en benutten | Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm. |
Aarden wal aanbrengen | Door een aarden wal aan te brengen tussen de risicobron en de risico-ontvanger wordt de risico-ontvanger bij een explosie afgeschermd van rondvliegende scherven/puin en de drukgolf wordt afgebogen. |
Bevordering van de zelfredzaamheid
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen | Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) bleve-gaswolkexplosie | De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een bleve-gaswolkexplosie | Door te oefenen met het bleve-gaswolkexplosie-scenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
Bluswater | Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld. |