Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 4 december 2018
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 4 december 2018
Door een botsing scheurt de tank open. Een groot deel van de LNG komt als vloeistof vrij en een kleiner deel als gas. De vloeistof verspreid zich over de grond en kan eenvoudig ontsteken. Na ontsteking van de plas brand deze binnen 2 minuut op. Zonder ontstekingsbron duurt het 18 minuten voordat de plas verdampt is.
Het effect van een plasbrand is warmtestraling. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan.
De tanks in Nederland zijn dubbelwandig uitgevoerd waardoor er een grote impact nodig is om de tank te laten openscheuren.
Modelleringssoftware | TNO Effects 10.0.6: Liquified Gas Instantaneous Release (AMINAL model), Pool fire: Two zone model Rew & Hulbert. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Methaan |
Stofcategorie | GF0 |
Volume | 55 m3 |
Massa | 21.000 kg |
Plasoppervlakte | 1200 m2 [1] |
Temperatuur in tank | -150 °C [2] |
Dampspanning | 2,4 bar(g) [3] |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Windsnelheid | 5 m/s |
Blootstellingduur | 20 seconden [4] |
Resultaten | |
Massa uitgeregend in een plas | 18000 kg |
Duur van de plasbrand | 120 seconden |
Diameter plasbrand | 40 m |
Lengte van de vlammen | 70 m |
Warmtestralingsintensiteit | 265 kW/m2 helder deel van de vlam 155 kW/m2 roetende deel van de vlam |
De kans op een plasbrand na een ongeval met een tankwagen LNG wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op instantaan uitstromen en de kans op ontsteking van de plas. De kans op de ontsteking van de vloeibare LNG is niet bekend. Deze kans wordt per tankwagen, per jaar, per weg-kilometer geschat op [7]:
N ongeval | N uitstroming | N instantaan uitstroming | N ontsteking plas | N scenario | |
Binnen bebouwde kom | 5.9 x 10ˉ⁷ | 0.0018 | 0.35 | ? | = ? |
Buiten bebouwde kom | 3.6 x 10ˉ⁷ | 0.0102 | 0.35 | ? | = ? |
Autosnelweg | 8.3 x 10ˉ⁸ | 0.0156 | 0.35 | ? | = ? |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Het effect van een plasbrand is warmtestraling. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld. In de tabel hieronder zijn de effecten van warmtestraling weergegeven.
In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Het type trauma is brandwonden over een groot deel van het lichaam. De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf het midden van de plas. Daarnaast wordt het verwachte percentage slachtoffers van de in een gebied aanwezige personen weergegeven [5].
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand, warmtestraling versus afstand en warmtestralingscontouren.
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Slachtoffers buiten (0 % bescherming) | Slachtoffers buiten zomerkleding (40 % bescherming) | Slachtoffers buiten winterkleding (85 % bescherming) |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
† | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | |||
1e ring | ≤ 80 | ≥ 35 | 100 | 0 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 84 | 16 | 0 | 0 |
Grens 1e ring: 99% letaal | 80 | 35 | 99 | 1 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 15 | 84 | 1 | 0 |
2e ring | 80 tot 150 | 35 tot 10 | 39 | 11 | 0 | 48 | 26 | 25 | 0 | 48 | 6 | 33 | 11 | 48 |
Grens 2e ring: 1% letaal | 150 | 10 | 1 | 1 | 0 | 87 | 1 | 1 | 0 | 87 | 0 | 1 | 1 | 87 |
3e ring | 150 tot 200 | 10 tot 4 | 0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 0 | 0 | 29 | 0 | 0 | 0 | 29 |
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw | 200 | 4 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Effectafstand (meter) | Warmtestraling (kW/m2) | Schade aan objecten | Slachtoffers binnen (0% bescherming) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
† | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | ≤ 80 | ≥ 35 | Onherstelbare schade Alle brandbare materialen gaan branden | 31 | 5 | 0 | 14 |
Grens 1e ring | 80 | 35 | 4 | 2 | 0 | 45 | |
2e ring | 80 tot 150 | 35 tot 10 | Gemiddelde schade Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof. Breuk dubbelglas tot 86 meter. | 1 | 0 | 0 | 12 |
Grens 2e ring | 150 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3e ring | 150 tot 200 | 10 tot 4 | Lichte schade Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen. Breuk enkel glas tot 114 meter. | 0 | 0 | 0 | 0 |
Grens 3e ring | 200 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een plasbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven [7].
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
De plasbrand van dit scenario is van korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse na afloop van de plasbrand. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minuten | Norm opkomsttijd eerste peloton [15]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. |
45 minuten | Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. |
60 minuten | Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening [16]. |
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | – Het LPCGBI treedt in werking [21]. – De leidraad GGB kan in werking worden gesteld [22]. |
> 250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 [23]. |
Gemeente
Gemeente
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron zorgt ervoor dat het scenario niet meer kan plaatsvinden. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Hoogteverschillen creëren en benutten | Brandende vloeistoffen verspreiden zich naar het laagste punt in de omgeving. Door hoogteverschil aan te brengen, kan voorkomen worden dat de plasbrand zich kan verspreiden naar het te beschermen gebied. Hoogteverschillen kunnen gecreëerd worden door wallen of het op afschot leggen van oppervlak. |
Ballastbed of droge greppel aanleggen | In een ballastbed/greppel/(droge) bermsloot langs transportroutes voor gevaarlijke stoffen kunnen (brandende) vloeistoffen worden opgevangen om verspreiding naar de omgeving tegen te gaan. |
Scherm/keerwand aanbrengen | Door een scherm met aaneengesloten funderingsvoet, keerwand of andere obstakels zoals een stoeprand te plaatsen tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en het te beschermen gebied, kunnen brandende vloeistoffen worden gestopt voordat ze het gebied bereiken. |
Toepassen van brandwerend metselwerk | De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. |
Gebruik maken van minerale wolisolatie | Minerale wolisolatie is onbrandbaar. |
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing | Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild. |
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen | Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend. |
Gebruik maken van dakpannen | Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar. |
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel | Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit. |
Riolering geschikt maken voor opvang | Het rioolstelsel kan gebruikt worden voor snelle opvang van gevaarlijke stoffen. In het rioolstelsel dienen wel voorzieningen aangebracht te worden waardoor gevaarlijke stoffen zich niet vrij kunnen verspreiden. Daarbij is extra aandacht nodig voor mogelijke ontsteking met kans op brand en explosie. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) plasbrand | De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario. |
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen | Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een plasbrand | Door te oefenen met het plasbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Bluswater | Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
Andere suggesties voor een LNG plasbrand kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl