LNG opslag – Plasbrand

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

 

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden


Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 8 december 2022


Algemene beschrijving




Bij het openscheuren van de tank alsook bij een lek zal een deel van de inhoud van de LNG een kokende plas vormen op de ondergrond. Als deze plas ontstoken raakt zal er een plasbrand ontstaan.


Effecten 

Het belangrijkste effect zal warmtestraling zijn. Deze kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.


Parameters effectberekening


ParameterWaarde
Inhoud tank110 m3
Lengte tank13,5 m
Doorsnede tank3,2 m
Percentage vulling95%
Uitstroomhoogte1 m
Werkdruk2,4 bar
Werktemperatuur-150°C
Wijze van plaatsingVerticale cilinder
Omgevingstemperatuur9 °C
Type omgevingIndustriegebied
WeerklasseD5, F1,5
Tabel parameters effectberekeningen


Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans van optreden, van een koude BLEVE van een LNG tank is ontleend aan de Handleiding Risicoberekeningen BEVI v4.3. Deze wordt bepaald door de som van de lekfrequenties en de instantaan-falen-frequentie vermenigvuldigd met de kans op directe ontsteking. Dit resulteert in een frequentie van 1,08 10ˉ⁵ /jr.


Effecten


Bij het scenario instantaan vrijkomen zal de LNG vloeistofplas het grootste zijn: op een grote horizontale, vlakke ondergrond wel zo’n 6000 m2. In de praktijk zal dit echter nauwelijks voorkomen. Daarom is voor de berekeningen de maximale plasgrootte genomen zoals die bij QRA’s wordt geadviseerd (zie ook: publicatiereeks Gevaarlijke stoffen, PGS3), namelijk 1200 m2. De resultaten zijn in onderstaande grafieken en tabellen weergegeven.


Figuur 3.1 Warmtestraling versus afstand voor plasbrand

Warmestraling vs afstand


Figuur 3.2 Percentage letale slachtoffers (derdegraads brandwonden) versus afstand voor plasbrand

Percentage letale slachtoffers


Figuur 3.3 Bovenaanzicht van stralingscontouren op 1 m hoogte

Bovenaanzicht


Tabel 3.1 Slachtoffers buiten in verschillende deelgebieden

GebiedEffectafstandWarmtestraling% Slachtoffers buiten
(meter)(kW/m2)(0% bescherming)zomerkleding (40% bescherming)winterkleding (85% bescherming)
T1T2T3T1T2T3T1T2T3
1e ring<=82 ≥ 39100000100000841600
Grens 1e ring: 99% letaal823999100100000158410
2e ring82 tot 14239 tot 10401204726260476341247
Grens 2e ring: 1% letaal14210110871108701187
3e ring142 tot 20110 tot 4000300003000030
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw2014000100010001

Tabel 3.2 Slachtoffers binnen en schade in verschillende deelgebieden

GebiedEffectafstandWarmtestralingSchade aan objecten# Slachtoffers binnen
(meter)(kW/m2)(0% bescherming)
2e1e
1e ring<=82 ≥ 39Alle brandbare materialen gaan branden.Onherstelbare schade32515%
Grens 1e ring: 99% letaal82394245
2e ring82 tot 14339 tot 10Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof. Dubbel glas breekt tot 94 meter.Gemiddelde schade1012%
Grens 2e ring: 1% letaal14310000
3e ring143 tot 20210 tot 4Geen branden, afbladderen van verf en ernstige verkleuringen. Breuk enkel glas tot 114 meter.Lichte schade000%
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw2024000

Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Mogelijk handelingsperspectief


Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten, uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren;
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is voor personen dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief;
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen. Het sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand;
  • Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de plasbrand. Extra beschermende kleding beperkt de blootstelling.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalscenario

De snelheid waarmee het scenario plasbrand zich voltrekt, is afhankelijk van het ontstekingsmoment. Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar. De brand duurt 3 à 4 minuten. Tot op ruim 80 m zal eenieder overlijden door de hitte. Daarbuiten zullen tot op ruim 240 m gewonden vallen. Ruitbreuk is mogelijk tot op ruim 100 m.

Aangezien er vervolgeffecten te verwachten zijn tot op ruim 140 m, is het verlaten van of evacueren uit gebouwen binnen deze afstand noodzakelijk.

Herkenbaarheid van het scenario

Een plasbrand is door de hitte en vlammen direct waarneembaar voor aanwezigen. Zolang de plas niet ontstoken is, is mogelijk niet meteen de dreiging van het scenario duidelijk.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval dreigt met een LNG tank;
  • Weten wat de gevaren zijn van LNG;
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) plasbrand.

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid;
  • Geestelijke gesteldheid.

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten;
  • Mogelijkheden om te schuilen.

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

  • Een plasbrand na instantaan falen is van korte duur (circa 200 sec). Derhalve zal de hulpverlening pas ter plaatse zijn nadat de plasbrand al is uitgedoofd. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden en evacueren, voorkomen van branduitbreiding en blussen van secundaire branden;
  • Bij een langdurigere (“continue“) uitstroming kan een plasbrand langer duren en is het mogelijk dat de hulpverlening arriveert op het moment dat de brand nog gaande is. Uiteraard zal blussen van (of beheersen van) de plasbrand dan als eerste dienen plaats te vinden;
  • Door de warmtestraling kunnen secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring. Het is derhalve belangrijk vast te stellen wat de aanwezige bluswatercapaciteit is; tevens moet bekend zijn waar aanvullende voorzieningen voorhanden zijn;
  • Zie de speciaal voor LNG opgestelde aandachts- en protocolkaarten voor meer informatie aangaande brandbestrijding (zie ook: Brandweeroptreden bij incidenten met LNG, bijlage 3 en 5).

Brandweer start de processen

Bron- en emissiebestrijding:

  • Bepalen van het bron- en effectgebied;
  • Blussen / contoleren fakkel, indien deze nog woedt;
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving;
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
  • Waarschuwen bevolking. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan.

Redding:

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).

Relevante aspecten

  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) ;
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid gebied. Tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019, hoofdstuk 4).

Opkomst/inzettijd

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden

Norm 30 minuten:

  • Norm opkomsttijd eerste peloton. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten (zie ook: Doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden, pagina 20).
  • De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. 

Norm 45 minuten:

  • Norm beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.

Norm 60 minuten:

  • Norm beschikbaarheid derde/vierde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
  • Norm inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
  • Norm inzettijd Specialistische Redding & Technische hulpverlening
  • Norm inzettijd USAR (4 specialistische reddingsgroepen) is 3 uur.


Materieel en mankracht

  • De benodigde slagkracht is afhankelijk van de omgeving. In een (relatief dun bevolkt) buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig. De omvang van het incident, het aantal slachtoffers en de aard en het type van de verwondingen. Een fakkel heeft een zeer gericht effectgebied. Dit beperkt het gedeelte van de (directe) omgeving dat hierdoor wordt beïnvloed (slachtoffers, secundaire branden). De inzet (inclusief de bluswatervoorziening) zal dan ook hierdoor worden bepaald;
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest;
  • Brandbestrijdingspeloton: opheffen van enkelvoudige beknelling in maximaal 4 personenwagens;
  • Peloton Redding & Technische Hulpverlening: redden en bevrijden van maximaal 4 complexe beknellingen per uur;
  • USAR-team: zoeken, redden en bevrijden na bijvoorbeeld instortingen van gebouwen.

Bluswater

  • Bepaal hoeveel bluswater nodig is bij het scenario (op basis van de repressieve aanpak);
  • Stel vast hoeveel bluswater aanwezig is;
  • Bepaal of aanvullende bluswatervoorzieningen voorhanden moeten zijn.
    • In het algemeen is in een woonwijk niet meer dan 15 m3/h aan bluswater aanwezig. Bij secundaire branden is dit mogelijk niet voldoende. Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van lichtgewonden en niet beknelde personen.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers. Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice.

Geneeskundige zorg

Geneeskundige zorgverlening start de processen

Spoedeisende Medische Hulpverlening

  • Triage (zie ook: Triagering via Slabwraps);
  • Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
  • Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.

Publieke gezondheidszorg:

  • De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk);
  • Onderzoek individueel.

Psychosociale Hulpverlening:

  • Signaleren getroffenen;
  • Verwijzen getroffenen.

Relevante aspecten

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie
  • Veilige werklocatie voor de GHOR
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar
  • In geval van brand is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden mogelijk een aandachtspunt. Dit is locatiespecifiek en vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
  • Indien het effectgebied kwetsbare bestemmingen omvat (bijv. een zorginstelling) is hulp aan verminderd zelfredzame personen een aandachtspunt
  • Vaak is nazorg voor psychotrauma (maanden tot jaren) te verwachten*.

NB
*Casus Volendam, Het Hemeltje.


Aantal slachtoffers

Het alarmeringsproces start met (een) (112-)melding(en) bij de meldkamer. De meldkamercentralist krijgt een melding van een (grootschalig) incident. Op basis van de melding(en) vormt de meldkamer een beeld en maakt een inschatting van het aantal slachtoffers. Op basis daarvan wordt een codering afgegeven. Aan elke codering is een standaard inzet gekoppeld (zie ook: GGB Leidraad).


Type letsel en slachtoffers

De volgende factoren verdienen aandacht:

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Overdruk veroorzaakt oog- en/of oorletsel, fracturen door instorting en letsel door ruitbreuk.
  • Gehoorschade maakt communicatie mogelijk moeilijk.
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level-1-ziekenhuis. Specialistische behandeling van brandwonden is mogelijk in Beverwijk, Rotterdam en Groningen.
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij een verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.

Optreden politie

De politie start haar reguliere taken als hieronder omschreven:

Politie start de processen

Afzetten en afschermen:

  • Afzetten effectgebied;
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten;
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit:

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt;
  • Opstellen mobiliteitsplan;
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant:

  • Handhaven openbare orde;
  • Strafrechtelijke handhaving.

Relevante aspecten

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied;
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied;
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (hulpverlening)

De gemeente start haar reguliere taken als hieronder omschreven:

Mogelijke taken

Afzetten en afschermen:

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied;
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval;
  • Registreren van slachtoffers.

Randvoorwaarden

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied;
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het gebied;
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kansbeperkend

  • Wegnemen van de risicobron;
  • Aanrijbeveiliging tank;
  • Plaatsing tanks buiten ‘botsingszone’.

Effecten & gevolgen beperkend

  • Begrenzen van de inhoud.

Randvoorwaarden hulpverlening

  • Middelen om de hulpdiensten snel te kunnen alarmeren;
  • Bereikbaarheid over twee verschillende routes;
  • Openbare bluswatervoorzieningen primair en secundair;
  • Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.

Voorbeeld


Beeld en/of filmmateriaal worden later toegevoegd.
Suggesties kunnen gemaild worden naar 
info@nipv.nl