Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 22 augustus 2018
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 22 augustus 2018
Door bijvoorbeeld graafwerkzaamheden ontstaat een breuk in een ondergrondse kooldioxide leiding. De leidingbeheerder sluit de leiding automatisch af. De kooldioxide stroomt uit de leiding tot de leiding leeg is. Er kan een giftige wolk ontstaan.
Kooldioxide is een kleurloos en geurloos gas. Een te hoge concentratie in de lucht veroorzaakt vergiftiging en zuurstofgebrek. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Wanneer na de breuk het gas horizontaal vrij uitstroomt, wordt onder de heersende druk van de leiding het gas over grote afstand weggeblazen (tot ongeveer 60 m). Daarna verspreid het opgemengde gas zich verder onder invloed van de wind. Dit scenario wordt hier uitgewerkt.
Wanneer na de breuk het gas verticaal vrij uitstroomt, verspreid het zich op grote hoogte. Tijdens de expansie verdunt het CO2 zich al sterk waardoor het zich niet meer als een zwaar gas gedraagt. Daardoor is de concentratie van CO2 op de grond zodanig dat het niet meer giftig is. Dit is berekend met de bijgevoegde effectsfile. Omdat er geen effect is op grondniveau is dit scenario van verticale uitstroom niet verder uitgewerkt.
Modelleringssoftware | Gexcon Effects 10.2: Gas release from long pipeling (Wilson model),turbulent free jet, Dense gas Toxic release. |
Uitgangspunten: | |
Stofnaam | Kooldioxide |
Stofcategorie | GF0 |
Initiële overdruk | 16.5 bar (representatief voor 8-22 bar) |
Type breuk | Guillotinebreuk enkelzijdige uitstroming horizontaal |
Type leiding | Ondergronds voorzien van automatische inbloksysteem (inbloklengte 16,9 km, totale lengte 82,7 km) |
Diameter leiding | 26 inch (660 mm) |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Weerstabilliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaten: | |
Representatief massadebiet | 500 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd | 2 min |
De kans op een breuk van een ondergrondse kooldioxide leiding is afhankelijk van diameter, wanddikte, druk en type materiaal. De standaard faalfrequentie wordt geschat op 1,5 x 10-4 per kilometer leiding per jaar. [1]
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Kooldioxide is een kleurloos en geurloos gas. Bij hoge concentraties in de lucht is het effect van kooldioxide vergiftiging en zuurstofgebrek[2]. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden. De stof wordt opgenomen in het lichaam door inademing van het gas en kan inwerken op het centrale zenuwstelsel. Deze effecten kunnen slachtoffers veroorzaken. De concentratie is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtofferbeeld [3]. Omdat CO2 zwaarder is dan lucht kan bij een drukloze uitstroming puur CO2 zich als zwaar gas gedragen. Hierdoor kan ophoping van CO2 in lager gelegen ruimtes ontstaan.
Bij een vrije horizontale uitstroming van kooldioxide uit de buisleiding ontstaat een smalle langgerekte giftige wolk. Vocht in de lucht condenseert daardoor is de wolk zichtbaar als mist. In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van deze giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven.[4]
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [5]:
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0-210 | 0-250 | 0-300 | 95 -100 | 0 - 5 | 0 -5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 210 | 250 | 300 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0- 5 | |||
2e ring | 210-230 | 250-275 | 300-330 | 50 - 95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 230 | 275 | 330 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 230-250 | 275-300 | 330-360 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 250 | 300 | 360 | 5 |
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied</span |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 100.000 mg/m3 (5 vol%) | 310 | 370 | 440 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 100.000 mg/m3 (5 vol%) | 310 | 370 | 440 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 50.000 mg/m3 (2,5 vol%) | 450 | 540 | 640 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 50.000 mg/m3 (2,5 vol%) | 450 | 540 | 640 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [7]. Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
Bron- en emissiebestrijding
Redding
30 minuten | – Norm opkomsttijd eerste peloton [15]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. – Norm opkomsttijd hoogwerker. |
45 minuten | – Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. |
60 minuten | – Inzettijd grootschalige watervoorziening 45-60 minuten (houd rekening met een lange duur van het incident). |
Spoedeisende Medische Hulpverlening[18]
Publieke gezondheidszorg
Psychosociale hulpverlening
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
>10 | Leidraad GGB treedt in werking. [20] |
>250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. [21] |
Afzetten en afschermen
Mobiliteit
Indien relevant
Gemeente
Gemeente
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Afdekken met platen | De platen beschermen de leiding tegen beschadiging bij graafwerkzaamheden. |
Plaatsen van een aarde of zand op de leiding | Het verhogen van de grond verkleind de kans op beschadiging bij graafwerkzaamheden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De concentratie neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |