Ketelwagen Zwaveldioxide – Giftige wolk

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden.

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 6 juli 2023


Algemene beschrijving


Door een ongeval op het spoor breekt bij een ketelwagen gevuld met zwaveldioxide de aansluiting van de afsluiter af. Er ontstaat een gat waardoor in korte tijd een groot deel van de zwaveldioxide vrijkomt. Van alle vrijgekomen zwaveldioxide verdampt een deel direct. Ook zal een deel uitregenen waardoor een plas ontstaat.

Effecten 

Er ontstaat een giftige wolk die zich snel met de wind mee verspreidt. Zwaveldioxide is zwaarder dan lucht, een kleurloos gas en werkt reeds in lage concentraties vrij sterk irriterend op de longen. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareGexcon Effects 12.1.0: Two phase discharge, Spray release en Dense gas Toxic release.
Uitgangspunten
StofnaamZwaveldioxide
StofcategorieGT4/5
Volume50 m³
Vullingsgraad78%
Uitstroomdiameter75 mm [1]
Vrijgekomen massa55.000 kg
Plasoppervlakte600 m2
Type breukFull bore rupture
Systeemdruk2,4 bar(g)
Temperatuur in de tank9 °C
Omgevingstemperatuur9 °C
WeerstabiliteitsklasseD5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s)
Resultaat :
Representatief massadebiet53 kg/s 
Representatieve uitstroomtijd17 minuten 
Na flashenDe stof regent uit. Er ontstaat een plas vloeistof waaruit zwaveldioxide verdampt [2].
Parameters effectberekening

Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans op een giftige wolk zwaveldioxide na een ongeval met een ketelwagen wordt bepaalt door de kans op een ongeval en de kans op een continue uitstroom.  Deze kans wordt per ketelwagen, per jaar, per wagenkilometer geschat op [3]:

basiscontinue uitstroomscenario
Baanvaksnelheid <40 kmhZonder wissels1.4 x 10ˉ⁸0.47 x 10ˉ³=  0.66 x 10ˉ¹¹
Met wissels4.7 x 10ˉ⁸0.47 x 10ˉ³=  2.2 x 10ˉ¹¹
Baanvaksnelheid >40 kmhZonder wissels2.8 x 10ˉ⁸1.7 x 10ˉ³=  4.8 x 10ˉ¹¹
Met wissels6.1 x 10ˉ⁸1.7 x 10ˉ³= 10 x 10ˉ¹¹
Kans van optreden

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal transportbewegingen verminderen;
  • Spoorinrichting optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van wissels e.d.);
  • Toegestane rijsnelheid verlagen.

Effecten


Het effect van een wolk zwaveldioxide is vergiftiging. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden. 

Zwaveldioxide is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. Het tast de slijmvliezen en de ademhalingsorganen aan en irriteert zeer sterk de ogen. Inademing van zwaveldioxide kan leiden tot onherstelbare schade aan de longen. Bij inademing van hoge concentraties treedt verlamming van de ademhaling op en al snel verstikking. Dit beperkt de mogelijkheden om te vluchten uit een gebied waar aanwezigen worden blootgesteld aan zwaveldioxide.

In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [4].

De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [5]:

  • Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
  • Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
  • Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).

De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.


Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)

Tabel effectafstanden en gevolgen voor weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Slachtoffers buiten (%)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
T1T2T3
1e ring 0 - 850 - 1900 - 27595 - 1000 - 50 - 50 - 5
Grens 1e ring:
95% letaal
85190275950 - 50 - 50 - 5
2e ring85-155190-310275-44050 -950 - 500 - 500 - 50
Grens 2e ring:
50% letaal
155310440500 - 500 - 500 - 50
3e ring155-265310-490440-6755 - 50niet bepaald
Grens 3e ring:
5% letaal
2654906755niet bepaald


Tabel interventiewaarden voor weertype D5

D5Stedelijk
gebied
Verstedelijkt
gebied
Landelijk
gebied
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Lengte
(meter)
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten
Concentratie 440 mg/m³
315590810
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur
Concentratie 240 mg/m³
4508251115
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten
Concentratie 20 mg/m³
181533354450
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur
Concentratie 20 mg/m³
181533354450
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten
Concentratie 2 mg/m³
7500Kan niet goed worden bepaald >15kmKan niet goed worden bepaald >15km
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur
Concentratie 2 mg/m³
7500Kan niet goed worden bepaald >15kmKan niet goed worden bepaald >15km


Contouren giftige wolk zwaveldioxide voor weertype D5

Contouren giftige wolk zwaveldioxide weertype D5


Grafiek letaliteit vs afstand zwaveldioxide voor weertype D5

Grafiek letaliteit vs afstand zwaveldioxide weertype D5


Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.

Zelfredzaamheid giftige wolk

Mogelijk handelingsperspectief [6]

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [7]. Snel reageren is bevorderlijk. 

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (een natte doek om door te ademen vermindert de blootstelling).
  • Indien vluchten niet mogelijk is, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en naar hoogste bouwlaag met een vlak plafond gaan [8]. Ramen en deuren sluiten en ventilatie uitzetten.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • De snelheid waarmee het scenario giftige wolk zich voltrekt is afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Afhankelijk van de windsnelheid en windrichting zal de wolk zich verspreiden. Afhankelijk van de gatgrootte en uitstroomsnelheid kan de toevoer van de giftige wolk verschillen.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Zwaveldioxide is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. De geur zal een alarmerend effect hebben.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een zwaveldioxide ketelwagon
  • Weten wat de gevaren zijn van zwaveldioxide [9]
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) giftige wolk

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet verdampen omdat afdekken via schuim een grote milieu impact tot gevolg heeft. Naast schuim zal ook de reactie van zwaveldioxide met water onder vorming van zwavelig zuur bepalend zijn voor de milieu impact.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.


Relevante brandweerprocessen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied;
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving [10];
  • Stabiliseren van het incident.
  • Waarschuwen bevolking. 

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).

Relevante aspecten

  • Repressieve voorbereiding.
  • Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen [11
  • Bovenwindse toegankelijkheid gebied. Voor kwetsbare omgeving tweezijdig toegankelijk. Iedere 100 m toegang tot spoor en toegang tot op maximaal 40 m benaderbaar [12].
  • Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
  • Veilig inzetten van brandweereenheden in het benedenwindse gebied
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) .
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen)

Capaciteit [13]

  • Alle slagkracht wordt ingezet in effectgebied ten behoeve van de slachtoffers.
  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving en wordt bepaald via het commando ter plaatse (COPI) of het Regionaal Operationeel Team (ROT) [14]. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied. 
  • Houdt rekening met de inzet van meerdere pelotons (4  tankautospuiten)  voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest [15].
  • Houdt rekening met de inzet van specialistische eenheden zoals de meetplan organisatie en een basis ontsmettingseenheid(BOE) ten behoeve van de hulpverleners.

Opkomst/inzettijd [16]

Schematische weergave incident verloop grootschalig brandweer optreden
30 minutenNorm opkomsttijd eerste peloton.
De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan [17].
Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE)
Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE)
Norm opkomst eerste twee meetploegen (VE)
45 minutenBeschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd
60 minutenInzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening.
Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE)
Inzettijd

Bluswatervoorziening

  • In geval van een kleiner lek kan incidentbestrijding worden gericht op het dichten van het lek met gaspakken en afschermen met waterschermen via verdunnen/ opwervelen zwaveldioxidewolk [18].
  • Voldoende openbare bluswatervoorziening  is noodzakelijk. De norm voor spoorincidenten met gevaarlijke stoffen is 6000 l/min. binnen 15  minuten voor ten minste 4 uur [19].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [20]

  • In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice

Geneeskundige zorg

De geneeskundige hulpverlening start met de processen

Spoedeisende Medische Hulpverlening [21]

  • Triage;
  • Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
  • Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.

Publieke gezondheidszorg

  • De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
  • Onderzoek individueel

Psychosociale Hulpverlening

  • Signaleren getroffenen
  • Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten zijn

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met zwaveldioxide(gas).
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
  • Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort van het ziekenhuis” is bij gassen niet van belang [22].

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig.  Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
> 10Leidraad GGB treedt in werking [23].
> 250De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [24]
Slachtoffers

Type slachtoffers

  • Nadat blootstelling heeft plaatsgevonden: blootstelling beëindigen en frisse lucht opzoeken. Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan [25].
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen) en personen met astma of gevoelige luchtwegen waar al bij lage concentraties last van ademnood kan optreden..
  • Aandachtspunt is het snel kunnen waarschuwen van de bevolking via een voorbereide NL-alert met handelingsperspectief. Dit is om blootstelling te voorkomen en kostbare tijd (en mogelijk levens te redden) te verliezen met wachten op advies van experts [26].

Type letsel

  • Zwaveldioxide werkt irriterend op de ogen en luchtwegen. Bij een betrekkelijk geringe blootstelling bestaan de verschijnselen vooral uit tranende ogen, neusirritatie, keelpijn, hoesten, een brandend gevoel achter het borstbeen en pijn bij doorzuchten.
  • De effecten treden snel (binnen enkele minuten) op. Bij langere blootstellingsduur (enkele tot meerdere uren) lijkt de duur van de blootstelling minder invloed te hebben op de bronchiale effecten of nemen deze effecten zelfs af.
  • Bij blootstelling aan zeer hoge concentraties kan oedeem in keel optreden met mogelijk dreiging tot verstikking tot gevolg.
  • Effecten bij blootstelling aan vloeistof: in contact met de huid ontstaat bevriezingsletsel. Contact met de ogen geeft branderigheid, roodheid, bevriezingsletsel tot oogbindvliesontsteking.
    Op basis van de klachten kan de GAGS snel een inschatting maken van de ernst van de blootstelling.
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen. Bij astmatici en personen met gevoelige luchtwegen kan al bij lage concentraties ademnood optreden.

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde
  • Strafrechtelijke handhaving

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (Hulpverlening)

Mogelijke taken

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan.

Maatregelen


Kansbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Wegnemen van de risicobronHet wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van de doorzetMinder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Kans

Effect en gevolgbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffenDicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De hittestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
VenstertijdenDoor gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden.  
Obstakels toevoegenEr kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht.
Rekening houden met windrichtingDe overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden.
Effect en gevolg

Bevordering van de zelfredzaamheid

MaatregelWerking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengenDoor duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
RisicocommunicatieDoor te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Afschakelbare centrale ventilatieDoor de ventilatie zo snel mogelijk af te schakelen kan worden voorkomen dat de giftige wolk in gebouwen komt. 
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegenOnderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolkDoor te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Zelfredzaamheid

Bevordering van de hulpverlening

MaatregelWerking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelenTijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken
WaarschuwingsmiddelenVoor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdienstenHet handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Hulpverlening

Voorbeeld


De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl


Voetnoten

  1. De effectieve gatdiameter uit de HART versie 1.1 hoofdstuk 9.3, 1 april 2015
  2. Bij D5 wordt naast de 5 kg/s aerosol nog 7.2 kg/s verdampt, bij F1.5 is dit een additionele 4.5 kg/s.
  3. HART versie 1.1 hoofdstuk 9.4., 1 april 2015
  4. Interventiewaarden worden door de hulpverleningsdiensten gebruikt om te bepalen of de bevolking moet worden gewaarschuwd interventiewaarden
  5. In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain
  6. TNO 2015, rapport Bevorderen zelfredzaamheid spoorzone Moerdijk p. 56
  7. Het handelingsperspectief is afhankelijk van de weerscondities en het scenario. Een instantaan vrijkomende gaswolk zal eerder langsgewaaid zijn dan een langzaam vrijkomende vloeistof (plasverdamping). En hoe harder het waait hoe sneller het ergens (binnen) is voordat de ventilatie afgesloten is.
  8. Bij verdiepingen met een aansluiting op een schuin dak zijn vaker kieren waardoor buitenlucht naar binnen kan lekken
  9. Risicokaart; informatie over zwaveldioxide
  10. Afschermen met waterschermen is mogelijk indien sprake is van een scenario met continu lekkage en via een inzet met gaspakken de lekkage wel kan worden gedicht
  11. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid, risico communicatieplan toxische wolk
  12. Bovenwindse aanrijroute. Vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4.6.8 p60,61
  13. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
  14. De organisatie van de inzet slagkracht is regionaal afhankelijk
  15. Uitgangspunt: in het incidentgebied zullen brandweervoertuigen worden ingezet waar met ademlucht slachtoffers buiten worden vervoerd. Ook zal nacontrole van woningen plaatsvinden.
  16. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  17. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  18. De benodigde capaciteit is 6000 l/min voor 3 tankautospuiten 3x2000l/min.(Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.)
  19. Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3
  20. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  21. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
  22. CBRN protocol voor Ammoniakgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen.
  23. Leidraad GGB p.12 december 2015
  24. Leidraad GGB p.10 december 2015
  25. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan
  26. Alarmeer de GAGS. Elke situatie is immers anders; de GAGS kan de situatie inschatten op basis van berekeningen van de AGS, klachten, etcetera.