Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 24 augustus 2021
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 24 augustus 2021
Door een ongeval op het spoor breekt bij een ketelwagen gevuld met zwaveldioxide de aansluiting van de afsluiter af. Er ontstaat een gat waardoor in korte tijd een groot deel van de zwaveldioxide vrijkomt. Van alle vrijgekomen zwaveldioxide verdampt een deel direct. Ook zal een deel uitregenen waardoor een plas ontstaat.
Er ontstaat een giftige wolk die zich snel met de wind mee verspreidt. Zwaveldioxide is zwaarder dan lucht, een kleurloos gas en werkt reeds in lage concentraties vrij sterk irriterend op de longen. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Modelleringssoftware | TNO Effects 11.2.1: Two phase discharge, Spray release en Dense gas Toxic release. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Zwaveldioxide |
Stofcategorie | GT4/5 |
Volume | 50 m3 |
Vullingsgraad | 78% |
Uitstroomdiameter | 75 mm [1] |
Vrijgekomen massa | 55.000 kg |
Plasoppervlakte | 600 m2 |
Type breuk | Full bore rupture |
Systeemdruk | 2,4 bar(g) |
Temperatuur in de tank | 9 °C |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaat : | |
Representatief massadebiet | 53 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd | 17 minuten |
Na flashen | De stof regent uit. Er ontstaat een plas vloeistof waaruit zwaveldioxide verdampt [2]. |
De kans op een giftige wolk zwaveldioxide na een ongeval met een ketelwagen wordt bepaalt door de kans op een ongeval en de kans op een continue uitstroom. Deze kans wordt per ketelwagen, per jaar, per wagenkilometer geschat op [3]:
N basis | N continue uitstroom | N scenario | ||
Baanvaksnelheid <40 kmh | Zonder wissels | 1.4 x 10ˉ⁸ | 0.47 x 10ˉ³ | = 0.66 x 10ˉ¹¹ |
Met wissels | 4.7 x 10ˉ⁸ | 0.47 x 10ˉ³ | = 2.2 x 10ˉ¹¹ | |
Baanvaksnelheid >40 kmh | Zonder wissels | 2.8 x 10ˉ⁸ | 1.7 x 10ˉ³ | = 4.8 x 10ˉ¹¹ |
Met wissels | 6.1 x 10ˉ⁸ | 1.7 x 10ˉ³ | = 10 x 10ˉ¹¹ |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Het effect van een wolk zwaveldioxide is vergiftiging. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Zwaveldioxide is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. Het tast de slijmvliezen en de ademhalingsorganen aan en irriteert zeer sterk de ogen. Inademing van zwaveldioxide kan leiden tot onherstelbare schade aan de longen. Bij inademing van hoge concentraties treedt verlamming van de ademhaling op en al snel verstikking. Dit beperkt de mogelijkheden om te vluchten uit een gebied waar aanwezigen worden blootgesteld aan zwaveldioxide.
In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [4].
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [5]:
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0 - 210 | 0 - 250 | 0 - 300 | 95 - 100 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 210 | 250 | 300 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
2e ring | 210-370 | 250-430 | 300-510 | 50 -95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 370 | 430 | 510 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 370-610 | 430-690 | 510-820 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 610 | 690 | 820 | 5 |
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied</span |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 440 mg/m3 | 770 | 860 | 1020 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 240 mg/m3 | 1100 | 1200 | 1400 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 20 mg/m3 | 4900 | 5100 | 5900 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 20 mg/m3 | 4900 | 5100 | 5900 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 2 mg/m3 | > 10 km | >10 km | > 10 km | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 2 mg/m3 | > 10 km | > 10 km | > 10 km |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [7]. Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet verdampen omdat afdekken via schuim een grote milieu impact tot gevolg heeft. Naast schuim zal ook de reactie van zwaveldioxide met water onder vorming van zwavelig zuur bepalend zijn voor de milieu impact.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
30 minuten | Norm opkomsttijd eerste peloton. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan [17]. Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE) Norm opkomst eerste twee meetploegen (VE) |
45 minuten | Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd |
60 minuten | Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE) |
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | Leidraad GGB treedt in werking [23]. |
> 250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [24] |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De hittestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Afschakelbare centrale ventilatie | Door de ventilatie zo snel mogelijk af te schakelen kan worden voorkomen dat de giftige wolk in gebouwen komt. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl