Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 6 juli 2023
Algemene beschrijving
Door een ongeval op het spoor breekt bij een ketelwagen gevuld met zwaveldioxide de aansluiting van de afsluiter af. Er ontstaat een gat waardoor in korte tijd een groot deel van de zwaveldioxide vrijkomt. Van alle vrijgekomen zwaveldioxide verdampt een deel direct. Ook zal een deel uitregenen waardoor een plas ontstaat.
Effecten
Er ontstaat een giftige wolk die zich snel met de wind mee verspreidt. Zwaveldioxide is zwaarder dan lucht, een kleurloos gas en werkt reeds in lage concentraties vrij sterk irriterend op de longen. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Parameters effectberekening
Modelleringssoftware | Gexcon Effects 12.1.0: Two phase discharge, Spray release en Dense gas Toxic release. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Zwaveldioxide |
Stofcategorie | GT4/5 |
Volume | 50 m³ |
Vullingsgraad | 78% |
Uitstroomdiameter | 75 mm [1] |
Vrijgekomen massa | 55.000 kg |
Plasoppervlakte | 600 m2 |
Type breuk | Full bore rupture |
Systeemdruk | 2,4 bar(g) |
Temperatuur in de tank | 9 °C |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaat : | |
Representatief massadebiet | 53 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd | 17 minuten |
Na flashen | De stof regent uit. Er ontstaat een plas vloeistof waaruit zwaveldioxide verdampt [2]. |
Effectsfile
Download hier de effectsfile
Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans op een giftige wolk zwaveldioxide na een ongeval met een ketelwagen wordt bepaalt door de kans op een ongeval en de kans op een continue uitstroom. Deze kans wordt per ketelwagen, per jaar, per wagenkilometer geschat op [3]:
N basis | N continue uitstroom | N scenario | ||
Baanvaksnelheid <40 kmh | Zonder wissels | 1.4 x 10ˉ⁸ | 0.47 x 10ˉ³ | = 0.66 x 10ˉ¹¹ |
Met wissels | 4.7 x 10ˉ⁸ | 0.47 x 10ˉ³ | = 2.2 x 10ˉ¹¹ | |
Baanvaksnelheid >40 kmh | Zonder wissels | 2.8 x 10ˉ⁸ | 1.7 x 10ˉ³ | = 4.8 x 10ˉ¹¹ |
Met wissels | 6.1 x 10ˉ⁸ | 1.7 x 10ˉ³ | = 10 x 10ˉ¹¹ |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
- Het aantal transportbewegingen verminderen;
- Spoorinrichting optimaliseren (bijvoorbeeld door het beperken van wissels e.d.);
- Toegestane rijsnelheid verlagen.
Effecten
Het effect van een wolk zwaveldioxide is vergiftiging. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Zwaveldioxide is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. Het tast de slijmvliezen en de ademhalingsorganen aan en irriteert zeer sterk de ogen. Inademing van zwaveldioxide kan leiden tot onherstelbare schade aan de longen. Bij inademing van hoge concentraties treedt verlamming van de ademhaling op en al snel verstikking. Dit beperkt de mogelijkheden om te vluchten uit een gebied waar aanwezigen worden blootgesteld aan zwaveldioxide.
In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [4].
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [5]:
- Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
- Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
- Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
Tabel effectafstanden en gevolgen voor weertype D5
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0 - 85 | 0 - 190 | 0 - 275 | 95 - 100 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 85 | 190 | 275 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
2e ring | 85-155 | 190-310 | 275-440 | 50 -95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 155 | 310 | 440 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 155-265 | 310-490 | 440-675 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 265 | 490 | 675 | 5 | niet bepaald |
Tabel interventiewaarden voor weertype D5
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 440 mg/m³ | 315 | 590 | 810 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 240 mg/m³ | 450 | 825 | 1115 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 20 mg/m³ | 1815 | 3335 | 4450 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 20 mg/m³ | 1815 | 3335 | 4450 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 2 mg/m³ | 7500 | Kan niet goed worden bepaald >15km | Kan niet goed worden bepaald >15km | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 2 mg/m³ | 7500 | Kan niet goed worden bepaald >15km | Kan niet goed worden bepaald >15km |
Contouren giftige wolk zwaveldioxide voor weertype D5
Grafiek letaliteit vs afstand zwaveldioxide voor weertype D5
Tabellen en grafieken bij andere weersomstandigheden
Zelfredzaamheid en handelingsperspectief
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Mogelijk handelingsperspectief [6]
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen [7]. Snel reageren is bevorderlijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (een natte doek, indien mogelijk, om door te ademen vermindert de blootstelling . Zwaveldioxide is matig oplosbaar in water. De effectiviteit van een (natte) doek zal hierdoor beperkt zijn).
- Indien vluchten niet mogelijk is, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en naar hoogste bouwlaag met een vlak plafond gaan [8]. Ramen en deuren sluiten en ventilatie uitzetten.
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario giftige wolk zich voltrekt is afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Afhankelijk van de windsnelheid en windrichting zal de wolk zich verspreiden. Afhankelijk van de gatgrootte en uitstroomsnelheid kan de toevoer van de giftige wolk verschillen.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Zwaveldioxide is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. De geur zal een alarmerend effect hebben.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een zwaveldioxide ketelwagon
- Weten wat de gevaren zijn van zwaveldioxide [9]
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) giftige wolk
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid
- Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
- Mogelijkheden om te schuilen
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet verdampen omdat afdekken via schuim een grote milieu impact tot gevolg heeft. Naast schuim zal ook de reactie van zwaveldioxide met water onder vorming van zwavelig zuur bepalend zijn voor de milieu impact.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
Relevante brandweerprocessen
Bron- en emissiebestrijding
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving [10];
- Stabiliseren van het incident.
- Waarschuwen bevolking.
Redding
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
Ontsmetting
- Ontsmetten mens, dier en infrastructuur.
Relevante aspecten
- Repressieve voorbereiding.
- Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen [11
- Bovenwindse toegankelijkheid gebied. Voor kwetsbare omgeving tweezijdig toegankelijk. Iedere 100 m toegang tot spoor en toegang tot op maximaal 40 m benaderbaar [12].
- Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
- Veilig inzetten van brandweereenheden in het benedenwindse gebied
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd) .
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen)
Capaciteit [13]
- Alle slagkracht wordt ingezet in effectgebied ten behoeve van de slachtoffers.
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving en wordt bepaald via het commando ter plaatse (COPI) of het Regionaal Operationeel Team (ROT) [14]. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied.
- Houdt rekening met de inzet van meerdere pelotons (4 tankautospuiten) voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest [15].
- Houdt rekening met de inzet van specialistische eenheden zoals de meetplan organisatie en een basis ontsmettingseenheid(BOE) ten behoeve van de hulpverleners.
Opkomst/inzettijd [16]
Tabel opkomst/inzettijd
30 minuten | – Norm opkomsttijd eerste peloton. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan [17]. – Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE). – Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE). – Norm opkomst eerste twee meetploegen (VE). |
45 minuten | – Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. |
60 minuten | – Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg (VE). |
Bluswatervoorziening
- In geval van een kleiner lek kan incidentbestrijding worden gericht op het dichten van het lek met gaspakken en afschermen met waterschermen via verdunnen/ opwervelen zwaveldioxidewolk [18].
- Voldoende openbare bluswatervoorziening is noodzakelijk. De norm voor spoorincidenten met gevaarlijke stoffen is 6000 l/min. binnen 15 minuten [19].
- Voor het benodigde water dat nodig is voor het opmengen van de gaswolk kan gebruik gemaakt worden van de formules welke beschreven staan in het scenarioboek industriële veiligheid (kengetallen waterscherm).
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [20]
- In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers.
- Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice
Geneeskundige zorg
De geneeskundige hulpverlening start met de processen
Spoedeisende Medische Hulpverlening [21]
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32)
- Triage;
- Treatment;
- Transport.
Publieke gezondheidszorg
- Medische Milieu Kunde (MMK)
De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid op korte, middellange en lange termijn door de GAGS. Handeling en/of behandelingsadvies - Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR)
Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal
Psychosociale Hulpverlening
- Signaleren getroffenen
- Verwijzen getroffenen
- Registreren getroffenen
- Direct leveren van psychosociale hulp
De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis).
Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances) Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort” is bij gassen niet van belang.
Relevante aspecten bij de effecten van vrijkomen van giftige stoffen zijn: aantal slachtoffers, doelgroep, type letsel en ontsmetting. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Relevante aspecten zijn
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met de gevaarlijke stof (of gas).
- Bereikbaarheid van een potentieel effectgebied.
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
- Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie)
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
- Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ”de poort van het ziekenhuis” is bij gassen niet van belang.
- Behandelingsadvies gewonnen uit beschikbare expertise zoals GAGS.
Aantal slachtoffers
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | Leidraad GGB treedt in werking [23] (zie ook: GGB-leidraad) |
> 250 | Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 |
Type slachtoffers
- Nadat blootstelling heeft plaatsgevonden: blootstelling beëindigen en frisse lucht opzoeken. Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen.
- Aandachtspunt is het snel kunnen waarschuwen van de bevolking via een voorbereide NL-alert met handelingsperspectief. Dit is om blootstelling te voorkomen en kostbare tijd (en mogelijk levens te redden) te verliezen met wachten op advies van experts. Alarmeer de GAGS. Elke situatie is immers anders; de GAGS kan de situatie inschatten op basis van berekeningen van de AGS, klachten, etcetera.
Type letsel
- Zwaveldioxide werkt irriterend op de ogen en luchtwegen. Bij een betrekkelijk geringe blootstelling bestaan de verschijnselen vooral uit tranende ogen, neusirritatie, keelpijn, hoesten, een brandend gevoel achter het borstbeen en pijn bij doorzuchten.
- De effecten treden snel (binnen enkele minuten) op. Bij langere blootstellingsduur (enkele tot meerdere uren) lijkt de duur van de blootstelling minder invloed te hebben op de bronchiale effecten of nemen deze effecten zelfs af.
- Bij blootstelling aan zeer hoge concentraties kan oedeem in keel optreden met mogelijk dreiging tot verstikking tot gevolg.
- Effecten bij blootstelling aan vloeistof: in contact met de huid ontstaat bevriezingsletsel. Contact met de ogen geeft branderigheid, roodheid, bevriezingsletsel tot oogbindvliesontsteking.
Op basis van de klachten kan de GAGS snel een inschatting maken van de ernst van de blootstelling. - Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen. Bij astmatici en personen met gevoelige luchtwegen kan al bij lage concentraties ademnood optreden.
Optreden politie
De politie start met de processen
Afzetten en afschermen
- Afzetten effectgebied
- Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
- Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.
Mobiliteit
- Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
- Opstellen mobiliteitsplan.
- Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
Indien relevant
- Handhaven openbare orde
- Strafrechtelijke handhaving
Relevante aspecten bij het optreden van de politie
- De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.
Optreden gemeente (Hulpverlening)
Mogelijke taken
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan.
Maatregelen
Kansbeperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Effect en gevolgbeperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Bevordering van de zelfredzaamheid
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Afschakelbare centrale ventilatie | Door de ventilatie zo snel mogelijk af te schakelen kan worden voorkomen dat de giftige wolk in gebouwen komt. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
Voorbeeld
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een instantane explosie bij een waterstof tube trailer. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl.
Voetnoten
- De effectieve gatdiameter uit de HART versie 1.1 hoofdstuk 9.3, 1 april 2015
- Bij D5 wordt naast de 5 kg/s aerosol nog 7.2 kg/s verdampt, bij F1.5 is dit een additionele 4.5 kg/s.
- HART versie 1.1 hoofdstuk 9.4., 1 april 2015
- Interventiewaarden worden door de hulpverleningsdiensten gebruikt om te bepalen of de bevolking moet worden gewaarschuwd interventiewaarden
- In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain
- TNO 2015, rapport Bevorderen zelfredzaamheid spoorzone Moerdijk p. 56
- Het handelingsperspectief is afhankelijk van de weerscondities en het scenario. Een instantaan vrijkomende gaswolk zal eerder langsgewaaid zijn dan een langzaam vrijkomende vloeistof (plasverdamping). En hoe harder het waait hoe sneller het ergens (binnen) is voordat de ventilatie afgesloten is.
- Bij verdiepingen met een aansluiting op een schuin dak zijn vaker kieren waardoor buitenlucht naar binnen kan lekken
- Risicokaart; informatie over zwaveldioxide
- Afschermen met waterschermen is mogelijk indien sprake is van een scenario met continu lekkage en via een inzet met gaspakken de lekkage wel kan worden gedicht
- Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid, risico communicatieplan toxische wolk
- Bovenwindse aanrijroute. Vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019Hoofdstuk 4.6.8 p60,61
- Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
- De organisatie van de inzet slagkracht is regionaal afhankelijk
- Uitgangspunt: in het incidentgebied zullen brandweervoertuigen worden ingezet waar met ademlucht slachtoffers buiten worden vervoerd. Ook zal nacontrole van woningen plaatsvinden.
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
- Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
- De benodigde capaciteit is 6000 l/min voor 3 tankautospuiten 3x2000l/min.(Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd>1,5 uur.)
- Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019bijlage 3
- Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
- De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
- xCBRN protocol voor Ammoniakgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen.
- Leidraad GGB maart 2023
- x Leidraad GGB p.10 december 2015