Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 24 augustus 2021
Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 24 augustus 2021
Een giftige plas ontstaat doordat de tank van de ketelwagen openscheurt na bijvoorbeeld een botsing. Hierdoor stroomt een groot deel van de broom in korte tijd uit. De broom verspreidt zich over het spoorbed, dampt uit en vormt een giftige roodbruine wolk. De wolk verspreidt zich met de wind mee.
Broom is een roodbruine, giftige vloeistof met een indringende karakteristieke geur. De stof is zeer giftig bij huidcontact en inademing. Hierdoor kunnen slachtoffers in de omgeving vallen. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Modelleringssoftware | TNO Effects 10.1.4.: Pool fire: Two zone model Rew & Hulbert. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Broom |
Stofcategorie | LT3 |
Volume | 8 m3 |
Vullingsgraad | 90% [1] |
Vrijgekomen massa | 23500 kg |
Type breuk | Instantaan falen |
Plasoppervlakte | 600 m2 [2] |
Systeemdruk | Atmosferisch |
Temperatuur in de tank | 9 °C |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Zonnestraling | 250 W/m2 [3] |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaten: | |
Representatief verdampingsdebiet | 3,5 kg/s bij D5; 1,8 kg/s bij F1,5 |
Representatieve verdampingstijd | ≈ 21 minuten D5; ≈ 28 minuten F1,5 |
De kans op een giftige wolk broom na een ongeval met een ketelwagen wordt bepaalt door de kans op een ongeval, de kans op een grote uitstroom en de correctie voor toxische stoffen. Deze kans wordt per ketelwagen, per jaar, per wagenkilometer geschat op [4]:
N basis | N grote uitstroming | N brandbaar | N scenario | ||
Baanvaksnelheid <40 kmh | Zonder wissels | 1.4 x 10ˉ⁸ | 0.032 | 0.1 | = 0.45 x 10ˉ¹⁰ |
Met wissels | 4.7 x 10ˉ⁸ | 0.032 | 0.1 | = 1,5 x 10ˉ¹⁰ | |
Baanvaksnelheid >40 kmh | Zonder wissels | 2.8 x 10ˉ⁸ | 0.22 | 0.1 | = 6.2 x 10ˉ¹⁰ |
Met wissels | 6.1 x 10ˉ⁸ | 0.22 | 0.1 | = 13 x 10ˉ¹⁰ |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Broom is een roodbruine, giftige vloeistof met een indringende karakteristieke geur. De stof is zeer giftig bij huidcontact en inademing. In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden vanaf de rand van de plas voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven [5]. De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt [6]:
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0-160 | 0-220 | 0-280 | 95-100 | 0-5 | 0-5 | 0-5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 160 | 220 | 280 | 95 | 0-5 | 0-5 | 0-5 | |||
2e ring | 160-300 | 220-370 | 280-460 | 50-95 | 0-50 | 0-50 | 0-50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 300 | 370 | 460 | 50 | 0-50 | 0-50 | 0-50 | |||
3e ring | 300-520 | 370-630 | 460-750 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 520 | 630 | 750 | 5 |
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied</span |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (meter) | Lengte (meter) | Lengte (meter) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 640 mg/m3 | 200 | 260 | 330 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 130 mg/m3 | 600 | 720 | 860 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 33 mg/m3 | 1450 | 1680 | 1940 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 13 mg/m3 | 2600 | 2970 | 3360 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 3.3 mg/m3 | 6130 | 6830 | 7580 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 3.3 mg/m3 | 6130 | 6830 | 7580 |
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. [8] Snel reageren is bevorderlijk.
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Herkenbaarheid van het scenario:
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Gesteldheid van personen:
Aanwezige voorzieningen:
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Focus zal liggen op beperken van lekkage en afschermen omgeving via verdunnen van wolk. Voor inzet brongebied (neutralisatie broom) wordt externe specialistische hulp ingeschakeld via een daarvoor bestemd noodnummer.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
Bij het bestrijden van een giftige wolk heeft de brandweer de mogelijkheid diverse specialistische eenheden in te zetten zoals onder andere een specialistische interventie eenheid (SIE), AGS en meetploeg.
30 minuten | · Norm opkomsttijd eerste peloton. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan [16] · Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) · Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE) · Norm opkomst eerste twee meetploegen (VE) |
45 minuten | · Beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd |
60 minuten | · Inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. · Norm opkomsttijd derde en vierde meetploeg(VE) |
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | Het LPCGBI treedt in werking. [20] |
> 250 | De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd [21] |
Indien relevant
– Handhaven openbare orde
– Strafrechtelijke handhaving
Gemeente
Gemeente
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron zorgt ervoor dat het scenario niet meer kan plaatsvinden. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Afschakelbare centrale ventilatie | Door de ventilatie zo snel mogelijk af te schakelen kan worden voorkomen dat de giftige wolk in gebouwen komt. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
Maatregel | Werking van de maatregel |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |
Tankwagen broom– giftige wolk De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een giftige broom wolk door een ongeval bij transport op het spoor. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@scenarioboekev.nl