Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 25 februari 2020
Algemene beschrijving
Een wolkbrand ontstaat doordat tijdens het tanken van LNG de vulslang tussen het bunkerschip en het binnenvaartschip afscheurt. Hierdoor stroomt LNG uit. Er wordt een gaswolk gevormd die zich over het water en in de lucht verspreidt. Deze wolk kan eenvoudig worden ontstoken. Het ontsteken van de gaswolk leidt tot een kortdurende vlammenzee.
Effecten
Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee wat zorgt voor warmtestraling. De effecten van een wolkbrand kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken.
Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan een gaswolkexplosie ontstaan. De maximale overdruk als gevolg van een gaswolkexplosie LNG op het water is zeer beperkt (maximaal 0.1 bar). Door de zeer beperkte impact van de overdruk is dit niet verder uitgewerkt in deze scenariokaart.
Parameters effectberekening
Modelleringsoftware | TNO Effects 10.1.6: Pool Evaporation; Dense Gas Dispersion; Multi Energy model. |
Uitgangspunten | |
Stofnaam | Methaan |
Stofcategorie | GF0 |
Representatief massa debiet* | 118 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd** | 600 s |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Watertemperatuur | 9 °C |
Temperatuur in tank | -162 °C |
Windrichting | West |
Windsnelheid | 5 m/s |
Observatiehoogte | 1,5 m |
Blootstellingduur personen | 20 s |
Resultaten | |
tmac *** | 450 s |
NB
* Debiet tijdens bunkeren
** Aanname worstcase scenario, ESD faalt
*** tmac is de tijdsduur met een maximale LEL-contour. tmem is de duur tot de maximale explosieve massa is bereikt.
Max massa (kg)
Stedelijk | Verstedelijkt | Landelijk | |
Massa | Massa | Massa | |
D5 | 4200 | 4300 | 5000 |
F1,5 | 29.000 | 30.000 | 35.000 |
Aanvraag effectsfile
U kunt de effectsfile aanvragen via onderstaand formulier. Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans op een ongeval met een enkelwandige binnenvaarttanker, waardoor er LNG uitstroomt, wordt geschat op 1 . 10ˉ⁷ tot 4 . 10ˉ⁷per vaartuigkilometer per jaar (zie ook: HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015).
De kans op een wolkbrand na een ongeval met een binnenvaart gastanker LNG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans dat de wolk niet explodeert. Deze kans wordt per binnenvaart gastanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op (zie ook: HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015):
N ongeval | N uitstroming | N vertraagde ontsteking | N wolkbrand | N scenario | |
Vaarklasse 4 | 8.67 x 10ˉ⁸ | 2.67 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.6 | = 4.2 x 10-13 |
Vaarklasse 5 | 1.32 x 10ˉ⁷ | 3.58 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.6 | = 8.5 x 10-13 |
Vaarklasse 6 | 4.14 x 10ˉ⁷ | 6.00 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.6 | = 4.5 x 10ˉ¹² |
De kans op een gaswolkexplosie na een ongeval met een binnenvaart gastanker LNG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans dat daarbij LNG uitstroomt, de kans op een vertraagde ontsteking en de kans op een explosie. Deze kans wordt per binnenvaart gastanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op (zie ook: HART.hoofdstuk 11.4.versie 1.1. april 2015):
N ongeval | N uitstroming | N vertraagde ontsteking | N explosie | N scenario | |
Vaarklasse 4 | 8.67 x 10ˉ⁸ | 2.67 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.4 | = 2.8 x 10-13 |
Vaarklasse 5 | 1.32 x 10ˉ⁷ | 3.58 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.4 | = 5.7 x 10-13 |
Vaarklasse 6 | 4.14 x 10ˉ⁷ | 6.00 x 10ˉ⁵ | 0.3 | 0.4 | = 3.0 x 10-12 |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
- Het aantal verladingen verminderen;
- Het aantal transportbewegingen verminderen;
- Technische specificaties van het schip optimaliseren.
Effecten
Het effect van een wolkbrand is een kortdurende vlammenzee wat zorgt voor warmtestralling. De effecten van een wolkbrand kunnen slachtoffers en schade in de omgeving veroorzaken. Omdat de blootstellingstijd kort is, blijven de effecten beperkt tot de omvang van de brandbare wolk. De omvang van deze wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Wanneer de brandbare wolk ingesloten is en ontstoken raakt kan een gaswolkexplosie ontstaan. De maximale overdruk als gevolg van een gaswolkexplosie LNG op het water is zeer beperkt (maximaal 0.1 bar). Door de zeer beperkte impact van de overdruk is dit niet verder uitgewerkt in deze scenariokaart.
Binnen de brandende wolk zullen alle in de buitenlucht aanwezige personen overlijden. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Buiten de brandbare wolk worden geen slachtoffers verwacht*.
In de tabel hieronder wordt de omvang van de brandbare wolk weergegeven voor de volgende geografische gebieden**:
- Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
- Verstedelijkt landelijk gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
- Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de contouren van de brandbare wolk.
NB
* Bij de slachtofferberekening is uitgegaan van onbeschermde personen.
** In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain
Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
Tabel effectafstanden en gevolgen
D5 | Stedelijk gebied (meter) | Verstedelijkt gebied (meter) | landelijk gebied (meter) | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte | Lengte | Lengte | † | T1 | T2 | T3 | ||||
In de wolk | 695 | 705 | 885 | 100 | 0 | 0 | 0 | |||
Grens brandbare wolk | 695 | 705 | 885 | 100 | 0 | 0 | 0 | |||
Buiten de wolk | > 695 | > 705 | > 885 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omvang brandbare wolk
Zelfredzaamheid en handelingsperspectief
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een wolkbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven*.
NB
* In deze beschrijving wordt uitgegaan een wolkbrand. Mocht de wolk nog niet zijn ontstoken is er tijd voor het handelingsperspectief. Wanneer de wolk is ontbrand is er geen handelingsperspectief.
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is noodzakelijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief (haaks op de wind) vluchten. Vluchten tot (ruim) buiten de zichtbare wolk
- Mochten er schuilmogelijkheden zijn, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen achter een muur. Het sluiten van ramen en deuren kan soms (dichtbij de bron) helpen (ramen en deuren wijd open zetten is zeer onverstandig).
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario wolkbrand zich voltrekt is afhankelijk van het ontstekingsmoment.
- Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en duurt de wolkbrand slechts enkele seconden.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Een wolkbrand is door zijn warmtestraling direct waarneembaar door aanwezigen.
- Als de wolk nog niet ontstoken is, is het mogelijke gevaar van een wolkbrand voor onwetenden niet direct herkenbaar. De wolk is wel herkenbaar aan de witte condensatie.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een LNG schip
- Weten wat de gevaren zijn van LNG
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) wolkbrand
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid
- Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om haaks op de wind te vluchten
- Mogelijkheden om te schuilen
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
De wolkbrand is van korte duur. De hulpverlening komt ter plaatse nadat de wolkbrand is geweest. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
Relevante brandweerprocessen
Bron- en emissiebestrijding
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving;
- Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
- Waarschuwen bevolking*.
Redding
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
NB
* Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
Relevante aspecten
- Aanwezigheid van een actueel IBP van het watergebied (zie ook: Handboek incidentbestrijding op het water fig. 35 p.137);
- Afstemming van de onderlinge organisatie- en communicatiestructuren van de betrokken partijen;
- Voorbereiding op samenwerking met betrokken partijen en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
- Toegankelijkheid aanlandingsplaats in directe omgeving van incident.
Capaciteit*
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied**.
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers via vaartuigen in samenwerking met andere organisaties.
NB
* Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
** Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
Opkomst/inzettijd*
30 minuten | – Norm opkomsttijd eerste peloton***. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. -SAR 5 personen (KNRM) – 6 l/m²/min oppervlakte schip (verhoogde gebiedsnorm) |
45 minuten | -1 mobiele pomp en/of -1 equivalent autospuit 2000 l/min -2 vaartuigen met 45.000l/min(zeegaande schepen) |
120-240 minuten | -2 vaartuigen met 45.000 l/min -SAR 25-200 personen (KNRM verhoogde gebiedsnorm) |
NB
* Zie ook: Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
** Zie ook: Handboek Incidentbestrijding op het water, basisnorm figuur 28&3, p.125 Afhankelijk van risicobeeld is er een verhoogde gebiedsnorm
*** Zie ook: Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
Bluswatervoorziening
- Vanwege de nabijheid van water is de aanname dat voldoende secundaire bluswaterbronnen voorhanden is ten behoeve van koeling/blussing.
- Benodigde capaciteit is 6 l/m²/min (zie ook: Handboek Incidentbestrijding op het water p125 basisnormen en verhoogde gebiedsnormen)
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers*
- In de hectische fase wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid op het schip. Daarnaast komt de redding op gang via de schepen in de directe omgeving. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie op de wal is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice
Geneeskundige zorg
De geneeskundige hulpverlening start met de processen
Spoedeisende Medische Hulpverlening
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32)
- Triage;
- Treatment;
- Transport.
Publieke gezondheidszorg
- Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR).
Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal.
Psychosociale hulpverlening
- Signaleren getroffenen
- Verwijzen getroffenen
- Registreren getroffenen
De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis).
Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances). Na een incident verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.
Relevante aspecten zijn
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden (Aangepast gewondenspreidingsplan).
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats (Nadruk ligt op transport).
- Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie)
- Omstanders verlenen hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar
Aantal slachtoffers
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
> 10 | – Het LPCGBI treedt in werking (zie ook: GGB-leidraad). (Bij herplaatsing, niet in de eerste opvang) – De leidraad GGB kan in werking worden gesteld (zie ook: GGB-leidraad). |
> 250 | Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 |
Type slachtoffers
- Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. (Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan).
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen.
Type letsel
- Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
- Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis*. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden**.
- Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
- Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma*** is te verwachten.
NB
* Zie ook: Landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
** Zie ook: Beverwijk, Rotterdam, Groningen
*** Zie ook: Casus ” Het Hemeltje” Volendam
Water- en zeevaartzorg
Search and Rescue (SAR)
- Via de inzet van Search and Rescue (SAR) krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverlening.
Nautisch verkeersmanagement
- Het regelen van het verkeer is een wettelijke taak van de politie en nautisch beheerder.
Beheer waterkwaliteit
- Het zorg dragen voor de kwaliteit van het water.
Beheer waterkwantiteit en waterkeringen
- Activiteiten die verricht worden in het kader van waterkwantiteitsbeheer zijn de zorg met betrekking tot hoogwater/ overstromingen, laagwater en ijsbezwaar (in de zin van waterkwantiteit: ijsdammen en stuwing).
Optreden politie
De politie start met de processen
Afzetten en afschermen
- Afzetten effectgebied
- Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
- Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.
Mobiliteit
- Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
- Opstellen mobiliteitsplan.
- Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
Indien relevant
- Handhaven openbare orde
- Strafrechtelijke handhaving
Relevante aspecten bij het optreden van de politie
- De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.
Optreden gemeente (hulpverlening)
Mogelijke taken
Gemeente
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
Gemeente
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Maatregelen
Kansbeperkend
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van het aantal bunkerbewegingen | Minder bunkerbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Effect en gevolgbeperkend
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor verlading worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Bouwwerken als afscherming | Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming. Eerstelijns bebouwing kan een deel van de kracht van de explosie breken. |
Objecten loodrecht op de bron plaatsen | Door objecten loodrecht op de risicobron te plaatsen, met de kortste zijde aan de kant van de risicobron, wordt het grootste deel van de gevels beschermd tegen de frontale effecten van een drukgolf. |
Toepassen van brandwerend metselwerk | De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. |
Gebruik maken van minerale wolisolatie | Minerale wolisolatie is onbrandbaar. |
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing | Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild. |
Toepassen van explosiewerend glas | Explosiewerende gelaagde veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf. |
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen | Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend. |
Scherfwerking beperken | Materialen gebruiken die mensen beschermen tegen scherfwerking, zoals daktegels ipv grind. |
Dikke gevel | Een dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie. Het bedekken van de muur met cortenstaal kan een gevel ook explosiebestendig maken. |
Stevige wanden | Wanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken. |
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel | Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit. |
Hoogteverschillen creëren en benutten | Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm. |
Aarden wal aanbrengen | Door een aarden wal aan te brengen tussen de risicobron en de risico-ontvanger wordt de risico-ontvanger bij een explosie afgeschermd van rondvliegende scherven/puin en de drukgolf wordt afgebogen. |
Bevordering van de zelfredzaamheid
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen | Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) bleve-gaswolkexplosie | De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een bleve-gaswolkexplosie | Door te oefenen met het gaswolkexplosie-scenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Voorbeeld
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van Wolkbrand bij een CNG-tankstation.
Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl