Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 9 december 2022
Algemene beschrijving
Bij het overpompen van methanol vanuit een bunkerschip naar de brandstoftanks van het ontvangende schip kan een losslang of laadarm afbreken of lek raken, waardoor er methanol op het dek van en van de schepen terecht komt en daar een vloeistofplas vormt. Als deze plas ontstoken raakt zal er een plasbrand ontstaan.
Effecten
Het belangrijkste effect zal hittestraling zijn. Deze kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.
Parameters effectberekening
Parameter | Waarde |
Molecuulmassa* | 32 g/mol |
Vlampunt* | 11 °C |
Kookpunt* | 64,7 °C |
Soortelijke massa (15 °C) | 799 kg/m3 |
Stofcategorie (RIVM, 2021, Module B, par 3.4.6.6) | Klasse 1 (o.b.v. kook- en vlampunt) |
LEL** | 7,18 Vol% = 95,7 g/m3 |
Oplosbaarheid in water | Volledig mengbaar |
Dampspanning bij 20°C*** | 128 mbar |
Uitstroomduur | 30 minuten |
Type omgeving | Industriegebied |
Weerklasse | D5 |
Temperatuur uitstromend methanol; ook omgevingstemperatuur | 15 °C |
Maximaal plasoppervlak op dek van een schip**** | 1200 m2 (12 m x 24 m) |
NB
*Referentie: database EFFECTS.
**LEL staat voor Lower Explosion Limit. Dit is de minimale hoeveelheid van een brandbare stof die in lucht aanwezig moet zijn om te kunnen ontsteken. LEL wordt ook wel aangeduid als LFL (Lower Flammability Limit).
***Zie ook: Handleiding Interventiewaarden voor incidentbestrijding.
****1200 m2 wordt bij QRA’s i.h.a. als maximum genomen, hoewel het totale dekoppervlak van zeeschepen veel groter kan zijn (zie ook: PGS 3).
Effectsfile
Download hier de effectsfile
Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans van optreden van een plasbrand van methanol op een schip is ontleend aan de Handleiding Risicoberekeningen BEVI v4.3 (module C, paragraaf 3.14.3.3). Deze wordt bepaald door de som van de frequenties van afbreken van een laadarm of slang en het ontstaat van een lek vermenigvuldigd met de kans op ontsteking. Uitgaande van een losslang resulteert in een frequentie van 4,4 10ˉ⁵ x 0,065 = 2,86 10ˉ⁶ /jr.
Effecten
Ontsteking zal tot een plasbrand leiden. Deze kan brandschade en verbrandingen van personen in de omgeving veroorzaken. De resultaten zijn in onderstaande grafieken en tabellen weergegeven. De richting van de wind is loodrecht (“dwars”) op de lengteas van het schip genomen, dus naar de kade.
Figuur 3.1 Hittestraling versus afstand voor plasbrand
Figuur 3.2 Percentage letale slachtoffers (derdegraads brandwonden) versus afstand voor plasbrand
Figuur 3.3 Bovenaanzicht van stralingscontouren op 1,5 m hoogte
Tabel 3.1 Slachtoffers buiten in verschillende deelgebieden
Gebied | Effectafstand (meter) | Hittestraling (kW/m2) | % Slachtoffers buiten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(0% bescherming) | zomerkleding (40% bescherming) | winterkleding (85% bescherming) | ||||||||||||
† | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | † | T1 | T2 | T3 | |||
1e ring | <= 29 | ≥ 39 | 100 | 0 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 83 | 17 | 0 | 0 |
Grens 1e ring: 99% letaal | 29 | 39 | 99 | 1 | 0 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 15 | 84 | 1 | 0 |
2e ring | 29 tot 51 | 39 tot 10 | 41 | 11 | 0 | 46 | 26 | 26 | 0 | 46 | 6 | 35 | 11 | 46 |
Grens 2e ring: 1% letaal | 51 | 10 | 1 | 1 | 0 | 87 | 1 | 1 | 0 | 87 | 0 | 1 | 1 | 87 |
3e ring | 51 tot 70 | 10 tot 4 | 0 | 0 | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 30 |
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw | 70 | 4 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Tabel 3.2 Slachtoffers binnen en schade in verschillende deelgebieden
Gebied | Effectafstand (meter) | Hittestraling (kW/m2) | Schade aan objecten | % Slachtoffers binnen | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
(0% bescherming) | |||||||
† | 2e | 1e | |||||
1e ring | <= 29 | ≥ 39 | Alle brandbare materialen gaan branden. | Onherstelbare schade | 27 | 10 | 20 |
Grens 1e ring: 99% letaal | 29 | 39 | 10 | 2 | 45 | ||
2e ring | 29 to 51 | 39 tot 10 | Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof. Dubbel glas breekt tot 94 meter. | Gemiddelde schade | 4 | 1 | 13 |
Grens 2e ring: 1% letaal | 51 | 10 | 0 | 0 | 0 | ||
3e ring | 51 tot 70 | 10 tot 4 | Geen branden, afbladderen van verf en ernstige verkleuringen. Breuk enkel glas tot 114 meter. | Lichte schade | 0 | 0 | 0 |
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw | 70 | 4 | 0 | 0 | 0 |
Zelfredzaamheid en handelingsperspectief
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
- Als er schuilmogelijkheden zijn, is voor personen dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en schuilen (sluiten van binnendeuren vertraagt de uitbreiding van een eventuele brand).
- Als secundaire branden optreden, is het handelingsperspectief vluchten aan de schaduwzijde van het gebouw ten opzichte van de plasbrand (extra beschermende kleding beperkt de blootstelling).
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalscenario
De snelheid waarmee het scenario plasbrand zich voltrekt is, afhankelijk van het ontstekingsmoment. Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar. Tot op circa 30 m zal eenieder overlijden door de hitte. Daarbuiten kunnen tot op 70 m gewonden vallen. Ruitbreuk is mogelijk tot op ruim 100 m.
Aangezien er vervolgeffecten te verwachten zijn tot op ruim 50 m, is het verlaten van of evacueren uit gebouwen binnen deze afstand noodzakelijk.
Herkenbaarheid van het scenario
Een plasbrand is door de hitte en vlammen direct waarneembaar voor aanwezigen. Zolang de plas niet is ontstoken, is mogelijk niet meteen de dreiging van het scenario duidelijk.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten wat de risico’s zijn bij bunkeren van methanol;
- Weten wat de gevaren zijn van een (methanol) plasbrand;
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) plasbrand.
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid;
- Geestelijke gesteldheid.
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om van de bron af te vluchten;
- Mogelijkheden om te schuilen.
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
De brand zal minimaal duren totdat de uitstroming kan worden gestopt. Bij een langdurigere (“continue”) uitstroming kan een plasbrand lang duren en arriveert de hulpverlening waarschijnlijk als de brand nog gaande is. Uiteraard zal blussen van (of beheersen van) de plasbrand dan als eerste dienen plaats te vinden.
In onderstaande informatie worden de taken van de brandweer weergegeven.
Brandweer start de processen
Bron- en emissiebestrijding:
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Blussen / contoleren plasbrand, indien deze nog woedt;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving;
- Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen;
- Waarschuwen bevolking. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan.
Redding:
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
Relevante aspecten
- Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
- Toegankelijkheid gebied. Tweezijdig toegankelijk, vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019, hoofdstuk 4).
Opkomst/inzettijd
30 minuten | > Norm opkomsttijd eerste peloton.* > De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. |
45 minuten | > Norm beschikbaarheid aanvullend tweede peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. |
60 minuten | > Norm beschikbaarheid derde/vierde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd. > Norm inzettijd aanvullende grootschalige watervoorziening. > Norm inzettijd Specialistische Redding & Technische hulpverlening > Norm inzettijd USAR (4 specialistische reddingsgroepen) is 3 uur. |
NB
*Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten (zie ook: Doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden, pagina 20).
Materieel en mankracht
- De benodigde omvang van de slagkracht is afhankelijk van de omgeving. De locatie zal gelegen zijn in een haven- en/of industriegebied. In het buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig. Afscherming naar omliggende bebouwing zal waarschijnlijk niet nodig zijn, of hooguit in beperkte mate. Wel kunnen door de warmtestraling secundaire branden ontstaan in de eerste en tweede ring. Dat wil zeggen aan boord van het schip of direct aangrenzend op de kade.
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor verlening van eerste hulp en transport van slachtoffers naar het gewondennest.
- Brandbestrijdingspeloton: opheffen van enkelvoudige beknelling in maximaal 4 personenwagens.
- Peloton Redding & Technische Hulpverlening: redden en bevrijden van maximaal 4 complexe beknellingen per uur.
- USAR-team: zoeken, redden en bevrijden na bijvoorbeeld instortingen van gebouwen
Bluswater
- Het scenario speelt zich af op het water. Bluswater (zeewater) is derhalve voldoende voorhanden.
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers
- In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van lichtgewonden en niet beknelde personen (zie ook: Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO) september 2018 visie 2.0).
- Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald op basis van inschatting aantal slachtoffers. Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice.
Geneeskundige zorg
In onderstaand schema zijn de taken van de geneeskundige zorgverleners weergegeven.
Geneeskundige zorgverlening start de processen
Spoedeisende Medische Hulpverlening
- Triage (zie ook: Triagering via Slabwraps)
- Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers
- Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen
Publieke gezondheidszorg:
- De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk)
- Onderzoek individueel
Psychosociale Hulpverlening:
- Signaleren getroffenen
- Verwijzen getroffenen
Relevante aspecten
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
- Veilige werklocatie voor de GHOR.
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
- In geval van brand is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden mogelijk een aandachtspunt. Dit is locatie specifiek en vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
- Indien het effectgebied kwetsbare bestemmingen omvat (bijv. een zorginstelling) is hulp aan verminderd zelfredzame personen een aandachtspunt.
- Vaak is nazorg voor psychotrauma (maanden tot jaren) te verwachten.*
NB
*Casus Volendam, “Het hemeltje”.
Aantal slachtoffers
Het alarmeringsproces start met (een) (112-)melding(en) bij de meldkamer. De meldkamercentralist krijgt een melding van een (grootschalig) incident. Op basis van de melding(en) vormt de meldkamer een beeld en maakt een inschatting van het aantal slachtoffers. Op basis daarvan wordt een codering afgegeven. Aan elke codering is een standaard inzet gekoppeld (zie ook: GGB Leidraad).
Type letsel en slachtoffers
De volgende factoren verdienen aandacht:
- Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
- Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level-1-ziekenhuis. Specialistische behandeling van brandwonden is mogelijk in Beverwijk, Rotterdam en Groningen.
- Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij een verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
Optreden politie
De politie start haar reguliere taken als hieronder omschreven:
De politie start de processen
Afzetten en afschermen:
- Afzetten effectgebied
- Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
- Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen
Mobiliteit:
- Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
- Opstellen mobiliteitsplan.
- Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
Indien relevant:
- Handhaven openbare orde
- Strafrechtelijke handhaving
Relevante aspecten
- De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.
Optreden gemeente (hulpverlening)
De gemeente start haar reguliere taken als hieronder beschreven:
Mogelijke taken
Afzetten en afschermen:
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied.
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het gebied.
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan.
Maatregelen
Kansbeperkend
- Wegnemen van de risicobron
- Noodknoppen e.d. waarmee (op afstand) pomp kan worden uitgeschakeld
Effecten & gevolgen beperkend
- Begrenzen van de inhoud
Randvoorwaarden hulpverlening
- Middelen om de hulpdiensten snel te kunnen alarmeren
- Bereikbaarheid over twee verschillende routes
- Openbare bluswatervoorzieningen primair en secundair
- Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen
Voorbeeld
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van Wolkbrand bij een CNG-tankstation.
Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl