Binnenvaarttanker LPG – Koude BLEVE

Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.

Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden

Status van de kaart: Actueel

Laatste update: 17 april 2023


Algemene beschrijving


Ongeval met een koude BLEVE

Een koude BLEVE kan ontstaan doordat na een botsing de ladingtank openscheurt. De LPG komt vrij en ontsteekt direct. Hierdoor ontstaat er een vuurbal en een drukgolf.


Effecten 

De effecten van een koude BLEVE zijn warmtestraling, overdruk en scherfwerking. Deze effecten kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.


Parameters effectberekening


ModelleringssoftwareGexcon Effects 12.0.1: BLEVE dynamic; Explosion rupture of vessels.
Uitgangspunten
StofnaamPropaan [1]
StofcategorieLF2
Systeemgrootte350 m³ [2]
Vullingsgraad91% [3]
Massa160.000 kg
Massa betrokken in BLEVE156.000 kg
Faaldruk7 bar [4]
Representatieve druk7 bar
Omgevingstemperatuur9 °C
Temperatuur in tank9 °C
Observatiehoogte1,5 m
Resultaten
Blootstellingduur personen20 s
Max. diameter van de vuurbal315 m
Max. hoogte van de vuurbal470 m
Parameters effectberekeningen

Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.


Kans van optreden


De kans op een koude BLEVE na een ongeval met een binnenvaart gasttanker LPG wordt bepaald door de kans op een ongeval, de kans op instantaan falen en de kans op een directe ontsteking. Deze kans wordt per binnenvaart gastanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op [5] en is afhankelijk van de vaarklasse van de vaarweg:

N ongevalN instantaan falenN directe ontstekingN scenario
Vaarklasse 48.67 x 10ˉ⁸??= ?
Vaarklasse 51.32 x 10ˉ⁷??= ?
Vaarklasse 64.14 x 10ˉ⁷??= ?

Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:

  • Het aantal verladingen verminderen;
  • Het aantal transportbewegingen verminderen;
  • Technische specificaties van het schip optimaliseren.

De technische specificaties van een binnenvaarttanker hebben invloed op de waarschijnlijkheid van het ontstaan van een koude BLEVE. Onderstaande specificaties beperken de waarschijnlijkheid op beschadiging van de ladingtanks en daarbij ook de kans op een koude BLEVE.

  • In de boeg van binnenvaartankers is een kreukelzone ontwikkeld;
  • Aan bakboord en stuurboord zijn veiligheidszones ingebouwd;
  • Tussen de scheepshuid en de ladingtanks zijn ballasttanks ingebouwd;
  • Tussen de ballasttanks en de ladingtanks bevindt zich een luchtdichte ruimte.

Effecten


De effecten van een koude BLEVE zijn warmtestraling, overdruk en scherfwerking. Deze effecten kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken.  Het slachtofferbeeld buiten wordt voornamelijk bepaald door de warmtestraling en niet door de overdruk [6]. Gebouwen kunnen bescherming bieden tegen de warmtestraling, maar moeten dan wel bestand zijn tegen de overdruk.

In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling en overdruk apart weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn berekend vanaf de binnenvaarttanker.

De tabel effectafstanden en gevolgen word aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en hittenstraling versus afstand. Naast de warmtestralingseffecten word een tabel met overdrukschade aan objecten binnen 4 zones weergegeven. Hierbij is de grafiek met het verloop van de overdruk versus afstand afgebeeld.


Tabel effectafstanden en gevolgen [7]

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Slachtoffers buiten
(0 % bescherming)
Slachtoffers buiten zomerkleding
(40 % bescherming)
Slachtoffers buiten winterkleding
(85 % bescherming)
T1T2T3T1T2T3T1T2T3
1e ring ≤ 230≥ 85100000100000782100
Grens 1e ring: 99% letaal
2308599100100000158410
2e ring230 tot 51085 tot 20361105122250515301151
Grens 2e ring: 1% letaal51020110871108701187
3e ring510 tot 80020 tot 10000290002900029
Grens 3e ring: 1% 1e grd brw 80010000100010001

Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m²)
Schade aan objectenSlachtoffers binnen
ten gevolge van warmtestraling en overdruk
(0% bescherming)
T1T2T3
1e ring ≤ 230≥ 85Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan
branden
277018
Grens 1e ring
2308553043
2e ring230 tot 51085 tot 20Gemiddelde schade
Brandhaarden, ruitbreuk, vervorming van hout en kunststof.
10012
Grens 2e ring510200000
3e ring510 tot 80020 tot 10Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
0000
Grens 3e ring800100000

Grafiek letaliteit vs. afstand [8]

Grafiek letaliteit vs. afstand

Grafiek warmtestraling vs. afstand

Grafiek warmtestraling vs. afstand

Tabel overdruk

Effectafstand
(meter)
Overduk
(bar)
Gevolgen voor objecten
Zone A ≤ 30≥ 0,80Totale verwoesting
Volledige instorting van gebouwen. Meer dan 75% van alle buitenmuren zijn ingestort.
Grens zone A
300,80
Zone B30 tot 450,80 tot 0,35Zware schade
Onherstelbare schade. 50% - 70% van de buitenmuren zijn zwaar beschadigd. De overige muren zijn onbetrouwbaar geworden.
Grens zone B450,35
Zone C45 tot 700,35 tot 0,17Gemiddelde schade
Beschadigde daken, ernstige beschadigingen aan draagconstructies, ontzette muren, scheuren in gevels.
Grens zone C700,17
Zone D70 tot 2300,17 tot 0,03Lichte schade
Ruitbreuk en schade aan deurposten. Bewoonbaar na kleine reparaties. Herstelbare schade.
Grens zone D2300,03Tot op 315 m (0,02 bar) treedt 1% Ruitbreuk dubbel glas op.

* Ten behoeve van de leesbaarheid zijn de afstanden afgerond. De overdruk effecten nemen over de afstand echter zeer snel af. Voor een nauwkeuriger bepaling van de afstand is de grafiek af te lezen in de “EFFECTS viewer”. [9]

**  Zone indeling volgens: Damage (general description) at Xd. in Effects


Grafiek overdruk

Grafiek overdruk

Zelfredzaamheid en handelingsperspectief


Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een BLEVE op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.

Mogelijke handelingsperspectieven

Mogelijk handelingsperspectief

Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.

  • Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
  • Als er schuilmogelijkheden zijn, is voor personen dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
  • Voor personen binnen, dichtbij de bron (daar waar gebouwen ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief ontruimen en vluchten. [10]
  • Voor personen binnen, op grotere afstand van de bron (daar waar gebouwen niet ontbranden of instorten) is het handelingsperspectief binnenblijven.

Randvoorwaarden

De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.

Het verloop van het ongevalsscenario:

  • Een koude BLEVE is een snel scenario wat direct plaats vindt.
  • Na de explosie voltrekt het scenario zich snel en duurt de vuurbal niet langer dan 20 seconden. Dan zijn direct of in korte tijd de effecten in het plangebied merkbaar.

Herkenbaarheid van het scenario:

  • Een BLEVE is door zijn hitte ontwikkeling en knal direct waarneembaar voor aanwezigen.

Mate van bewustzijn van de gevaren:

  • Weten dat er een ongeval is met een LPG binnenvaarttanker
  • Weten wat de gevaren zijn van LPG
  • Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) BLEVE

Gesteldheid van personen:

  • Fysieke gesteldheid
  • Geestelijke gesteldheid

Aanwezige voorzieningen:

  • Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
  • Mogelijkheden om te schuilen

Optreden multidisciplinaire hulpverlening


Brandweerzorg

Na dit scenario komt de hulpverlening op gang. Een BLEVE is van  korte duur. Daardoor ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden.
In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.


Relevante brandweerprocessen

Bron- en emissiebestrijding

  • Bepalen van het bron- en effectgebied;
  • Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
    middel van het afschermen van de omgeving;
  • Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
    omgeving blussen;
  • Waarschuwen bevolking [11].

Redding

  • Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers). 

Relevante aspecten bij het optreden van de brandweer

  • Aanwezigheid van een actueel IBP van het watergebied [12];
  • Afstemming van de onderlinge organisatie- en communicatiestructuren van de betrokken partijen;
  • Voorbereiding op samenwerking met betrokken partijen en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
  • Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
  • Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
  • Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen.
  • Toegankelijkheid aanlandingsplaats in directe omgeving van incident.

Capaciteit [13]

  • Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied [14]. 
  • Houdt rekening met de inzet van een peloton (4  tankautospuiten)  voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers via vaartuigen in samenwerking met andere organisaties.

Opkomst/inzettijd [15]

Schematische weergave incident verloop bij grootschalige incidenten

Verloop grootschalige incidenten

Zorgnormen incidentbestrijding op het water [16]

30 minuten– Norm opkomsttijd eerste peloton [17]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan.
– SAR 5 personen (KNRM)
– 6 l/m²/min oppervlakte schip (verhoogde gebiedsnorm)
45 minuten– 1 mobiele pomp en/of
– 1 equivalent autospuit 2000 l/min
– 2 vaartuigen met 45.000l/min(zeegaande schepen)
120-240 minuten– 2 vaartuigen met 45.000 l/min
– SAR 25-200 personen (KNRM verhoogde gebiedsnorm)
Zorgnormen incidentbestrijding op het water

Bluswatervoorziening

  • Vanwege de nabijheid van water is de aanname dat voldoende secundaire bluswaterbronnen voorhanden is ten behoeve van koeling/blussing.
  • Benodigde capaciteit is 6 l/m²/min [18].

Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers

  • In de hectische fase wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid op het schip. Daarnaast komt de redding op gang via de schepen in de directe omgeving. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
  • Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie op de wal is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice.

Geneeskundige zorg

Relevante processen bij de geneeskundige hulpverlening

Spoedeisende Medische Hulpverlening: [19]

  • Triage
  • Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers;
  • Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.

Publieke gezondheidszorg

  • De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk).
  • Onderzoek individueel

Psychosociale hulpverlening

  • Signaleren getroffenen
  • Verwijzen getroffenen

Relevante aspecten

  • Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
  • Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de aanlandingsplaats.
  • Veilige werklocatie voor de GHOR.
  • Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
  • Na een BLEVE verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp.  

Aantal slachtoffers

<10In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
>10Het LPCGBI treedt in werking [20].
De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. [21]
>250De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. [22]

Type slachtoffers

  • Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
  • Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).
  • Er zijn meer slachtoffers te verwachten door warmtestraling dan slachtoffers met mechanisch letsel door overdruk.

Type letsel

  • Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Overdruk veroorzaakt oog/oor letsel, fracturen door instorting en letsel door ruitbreuk [23].
  • Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [24]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden [25].
  • Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
  • Communicatie is mogelijk moeizaam i.v.m. gehoorschade.
  • Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma[26] is te verwachten.

Water- en zeevaartzorg

  • Search and Rescue (SAR)
    – Via de inzet van Search and Rescue (SAR) krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverlening.
  • Nautisch verkeersmanagement
    – Het regelen van het verkeer is een wettelijke taak van de politie en nautisch beheerder. 
  • Beheer waterkwaliteit
    – Het zorg dragen voor de kwaliteit van het water.
  • Beheer waterkwantiteit en waterkeringen
    – Activiteiten die verricht worden in het kader van waterkwantiteitsbeheer zijn de zorg met betrekking tot hoogwater/ overstromingen, laagwater en ijsbezwaar (in de zin van waterkwantiteit: ijsdammen en stuwing). 

Optreden politie

De politie start met de processen

Afzetten en afschermen

  • Afzetten effectgebied
  • Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
  • Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.

Mobiliteit

  • Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
  • Opstellen mobiliteitsplan.
  • Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.

Indien relevant

  • Handhaven openbare orde
  • Strafrechtelijke handhaving

Relevante aspecten bij het optreden van de politie

  • De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
  • Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
  • Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.

Optreden gemeente (hulpverlening)

Mogelijke taken

Gemeente

  • Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Voorlichting/communicatie over het ongeval
  • Registreren van slachtoffers

Randvoorwaarden

Gemeente

  • Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
  • Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
  • Operationeel voorlichting- en communicatieplan

Maatregelen


Kansbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Wegnemen van de risicobronHet wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Begrenzen van de doorzetMinder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af.
Scheiden van de doorgaande vaart en overslagkadeHet scheiden van deze twee activiteiten verlaagd de kans op aanvaringen.

Effect en gevolgbeperkend

MaatregelWerking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffenDicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwenDoor rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
VenstertijdenDoor gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. 
Bouwwerken als afschermingOok door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw  tussen de  activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming. Eerstelijns bebouwing kan een deel van de kracht van de explosie breken.
Objecten loodrecht op de bron plaatsenDoor objecten loodrecht op de risicobron te plaatsen, met de kortste zijde aan de kant van de risicobron, wordt het grootste deel van de gevels beschermd tegen de frontale effecten van een drukgolf.
Obstakelvrije ruimte tussen bron en bebouwingEen obstakelvrije ruimte tussen de risicobron en de risico-ontvanger beperkt rondvliegend puin bij een explosie.
Toepassen van brandwerend metselwerkDe keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel. 
Gebruik maken van minerale wolisolatieMinerale wolisolatie is onbrandbaar.
(bs)Toepassen van brand- en hittewerende beglazingBrand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Toepassen van scherfvrij glasScherfvrije veiligheidsbeglazingen blijven op hun plaats in de sponning na een schokgolf als gevolg van een explosie van buitenaf. [27]
(bs)Gebruik maken van houten en stalen kozijnenHouten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Scherfwerking beperkenMaterialen gebruiken die mensen beschermen tegen scherfwerking, zoals daktegels ipv grind.
Dikke gevelEen dikkere gevel kan bescherming bieden tegen een explosie. Het bedekken van de muur met cortenstaal kan een gevel ook explosiebestendig maken.
Stevige wandenWanden voorzien van blastproof wallpaper kunnen het risico op verwondingen door rondvliegend puin beperken.
(bs)Toepassen van een gesprinkelde buitengevelBij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
(fbs)Hoogteverschillen creëren en benuttenDoor hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.
Aarden wal aanbrengenDoor een aarden wal aan te brengen tussen de risicobron en de risico-ontvanger wordt de risico-ontvanger bij een explosie afgeschermd van rondvliegende scherven/puin en de drukgolf wordt afgebogen.

Bevordering van de zelfredzaamheid

MaatregelWerking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengenDoor duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. 
RisicocommunicatieDoor te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het en beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsenDoor de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegenOnderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) bleve-gaswolkexplosieDe verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een bleve-gaswolkexplosie Door te oefenen met het bleve-gaswolkexplosie-scenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.

Bevordering van de hulpverlening

MaatregelWerking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelenTijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
WaarschuwingsmiddelenVoor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdienstenHet handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
BluswaterVoor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.

Voorbeeld


De beheergroep heeft nog geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van een Bleve op het water. Suggesties kunnen gemaild worden naar info@nipv.nl


Voetnoten

  1. Hoewel LPG vaak een mengsel is van propaan en butaan (Bron: PGS18), blijkt er uit de berekeningen van Effects slechts marginale verschillen te zijn tussen beide stoffen.
  2. Gemiddelde tankinhoud van een gastanker binnenvaart – Chemgas.
  3. Maximale toegestane vulgraad volgens het ADN
  4. Afkomstig uit gegevens Chemgas
  5. HART.versie 1.1. 2015 hoofdstuk 14.2
  6. Bij BLEVE is de overdruk bepalend voor de ruitbreukafstand. Deze waarde wordt vermeld in de tabel overdruk. In het model wordt de ruitbreuk ten gevolge van de hittestralingseffecten vergeleken met de ruitbreuk ten gevolge van de overdrukeffecten. Vervolgens wordt het bepalende effect mede gebruikt voor de berekening van de slachtofferpercentages binnen.
  7. Onderbouwing-van-de-slachtofferinschatting-van-het-scenarioboekEV.
  8. Afstanden op basis van geen bescherming en buitenshuis.
  9. De EFFECTS viewer is kosteloos te downloaden via de link naar de website van GEXCON
  10. Dit is gebaseerd op berekeningen voor woningen en kantoren. Niet voor ziekenhuizen en verzorgingshuizen.
  11. Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
  12. Handboek incidentbestrijding op het water fig. 35 p.137
  13. Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
  14. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
  15. Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
  16. Handboek Incidentbestrijding op het water, basisnorm figuur 28&3, p.125 Afhankelijk van risicobeeld is er een verhoogde gebiedsnorm
  17. Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
  18. Handboek Incidentbestrijding op het water p125 basisnormen en verhoogde gebiedsnormen
  19. De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
  20. LPCGBI p.1 september 2013
  21. Leidraad GGB p.12 december 2015
  22. Leidraad GGB p.10 december 2015
  23. Bij BLEVE zijn hitte stralingseffecten leidend t.o.v. overdruk effecten . De effectafstand van overdruk valt in de tweede ring (1% letaal)warmtestraling
  24. Landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
  25. Beverwijk, Rotterdam, Groningen
  26. Casus ” Het Hemeltje” Volendam
  27. Anteagroup, Beglazing in explosieaandachtsgebieden, Toepassing scherfvrij glas, 8 april 2020