Status van de kaart: Actueel
Laatste update: 14 april 2023
Algemene beschrijving
Door een ongeval op het water breekt bij een binnenvaarttanker gevuld met ammoniak de aansluiting met de leiding op het dek af. Er ontstaat een gat waardoor in korte tijd een groot deel van de ammoniak vrijkomt. Alle vrijgekomen ammoniak verdampt direct en er ontstaat een giftige wolk die zich snel met de wind mee verspreidt.
Effecten
De toxische wolk kan bij lage concentraties worden geroken. Hogere concentraties veroorzaken vergiftiging. Hierdoor kunnen personen in de omgeving slachtoffer worden. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Parameters effectberekening
Modelleringssoftware | Gexcon Effects 12.0.1: Two phase discharge; Spray release en Dense gas Toxic Dispersion. |
Uitgangspunten: | |
Stofnaam | Ammoniak |
Stofcategorie | GT3 |
Volume* | 350 m³ |
Vullingsgraad** | 91% |
Uitstroomdiameter*** | 8 inch |
Vrijgekomen massa | 199.000 kg |
Type breuk | Full bore rupture |
Representatieve druk | 5,9 bar |
Temperatuur in tank | 9 °C |
Omgevingstemperatuur | 9 °C |
Weerstabiliteitsklasse | D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) F1,5 (stabiel weer, windsnelheid 1,5 m/s) |
Resultaat: | |
Representatief massadebiet | 180 kg/s |
Representatieve uitstroomtijd | 18 min |
Verdeling vloeistof/gas na uitstroming | geen uitregening, 85% vloeistofdruppels in wolk, geen plasvorming |
NB
*Gemiddelde tankinhoud van een gastanker binnenvaart – Chemgas
**Maximale toegestane vulgraad volgens het ADN
***Grootste afsluiter op binnenvaarttankers van Chemgas
Effectsfile
Download hier de effectsfile
Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/. Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen. Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans op een giftige wolk ammoniak na een ongeval met een binnenvaart gastanker wordt bepaald door de kans op een ongeval en de kans dat daarbij ammoniak uitstroomt. Deze kans wordt per binnenvaarttanker, per jaar, per vaar-kilometer geschat op (zie ook: Handleiding Risicoanalyse Transport (HART)):
N ongeval | N uitstroming | N scenario | |
Vaarklasse 4 | 8.67 x 10ˉ⁸ | 2.67 x 10ˉ⁵ | = 2.3 x 10ˉ¹² |
Vaarklasse 5 | 1.32 x 10ˉ⁷ | 3.58 x 10ˉ⁵ | = 4.7 x 10ˉ¹² |
Vaarklasse 6 | 4.14 x 10ˉ⁷ | 6.00 x 10ˉ⁵ | = 2.5 x 10ˉ¹² |
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
- Het aantal verladingen verminderen;
- Het aantal transportbewegingen verminderen;
- Technische specificaties van het schip optimaliseren.
Effecten
Hoewel ammoniak brandbaar is, vindt ontsteking alleen plaats onder specifieke omstandigheden én er is een sterke ontstekingsbron voor nodig. In dit scenario is brand onwaarschijnlijk. Het enige effect van een wolk ammoniak is vergiftiging. De omvang van de giftige wolk is afhankelijk van de inrichting van de omgeving en de weersomstandigheden.
Ammoniak is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. Het tast de slijmvliezen en de ademhalingsorganen aan en irriteert zeer sterk de ogen. Inademing van ammoniak kan leiden tot onherstelbare schade aan de longen. Bij inademing van hoge concentraties treedt verlamming van de ademhaling op en al snel verstikking. Dit beperkt de mogelijkheden om te vluchten uit een gebied waar aanwezigen worden blootgesteld aan ammoniak.
In de onderstaande tabellen en grafieken zijn de effecten van de giftige wolk weergegeven. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de omstandigheden zullen mensen overlijden (†) of raken gewond. Van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). Voor de weertypen D5 en F1,5 is het slachtofferbeeld bepaald voor personen die zich buiten bevinden. Dit is uitgewerkt voor drie ringen. In de eerste ring overlijd meer dan 95 % van de aanwezigen, in de tweede tussen de 95 en 50 % en de derde tussen de 50 en 5 %. De effectafstanden van de giftige wolk voor deze ringen staan in de tabel. Aanvullend wordt in een tabel de afstand tot de interventiewaarden die de hulpverleningsdiensten gebruiken weergegeven. Interventiewaarden worden door de hulpverleningsdiensten gebruikt om te bepalen of de bevolking moet worden gewaarschuwd interventiewaarden.
De drie volgende geografische gebieden zijn uitgewerkt*:
- Stedelijk gebied (bijv. grote steden met hoge gebouwen, industriegebieden met hoge bebouwing);
- Verstedelijkt gebied (bijv. gebieden met dichte laagbouw, bossen en industriegebieden);
- Landelijk gebied (bijv. landelijke gebieden met verspreid liggende laagbouw).
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van letaliteit (percentage doden) versus afstand en letaliteitscontouren.
NB
*In Effects respectievelijk: city centre, cultivated land en open flat terrain
Weertype D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s)
Tabel effectafstanden en gevolgen voor weertype D5
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied | Slachtoffers buiten (%) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (m) | Lengte (m) | Lengte (m) | † | T1 | T2 | T3 | ||||
1e ring | 0 - 110 | 0 - 215 | 0 - 340 | 95 - 100 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
Grens 1e ring: 95% letaal | 110 | 215 | 340 | 95 | 0 - 5 | 0 - 5 | 0 - 5 | |||
2e ring | 110 - 200 | 215 - 370 | 340 - 585 | 50 -95 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
Grens 2e ring: 50% letaal | 200 | 370 | 585 | 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | 0 - 50 | |||
3e ring | 200 - 360 | 370 - 625 | 585- 975 | 5 - 50 | niet bepaald | |||||
Grens 3e ring: 5% letaal | 360 | 625 | 975 | 5 | niet bepaald |
Tabel interventiewaarden voor weertype D5
D5 | Stedelijk gebied | Verstedelijkt gebied | Landelijk gebied |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
Lengte (m) | Lengte (m) | Lengte (m) |
||||
Levensbedreigende waarde (LBW) 10 minuten Concentratie 1900 mg/m³ | 680 | 1125 | 1700 | |||
Levensbedreigende waarde (LBW) 1 uur Concentratie 780 mg/m³ | 1250 | 1975 | 1700 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 10 minuten Concentratie 200 mg/m³ | 3050 | 4800 | 6400 | |||
Alarmeringsgrenswaarde (AGW) 1 uur Concentratie 140 mg/m³ | 3900 | 6200 | 6400 | |||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 10 minuten Concentratie 21 mg/m³ | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald |
|||
Voorlichtingsrichtwaarde (VRW) 1 uur Concentratie 21 mg/m³ | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald | Kan niet goed worden bepaald |
Contouren giftige wolk ammoniak voor weertype D5
Grafiek letaliteit vs. afstand ammoniak voor weertype D5
Tabellen en grafieken bij overige weersomstandigheden
Zelfredzaamheid en handelingsperspectief
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een giftige wolk op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Mogelijk handelingsperspectief *
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Het handelingsperspectief is afhankelijk van de weerscondities en het scenario. Een instantaan vrijkomende gaswolk zal eerder langsgewaaid zijn dan een langzaam vrijkomende vloeistof (plasverdamping). En hoe harder het waait hoe sneller het ergens (binnen) is voordat de ventilatie afgesloten is. Snel reageren is bevorderlijk.
- Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (een natte doek, indien mogelijk, om door te ademen vermindert de blootstelling . Ammoniak is goed oplosbaar in water. Afhankelijk van de concentratie en blootstellingsduur is deze maatregel effectief).
- Indien vluchten niet mogelijk is, is een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
- Voor personen binnen is het handelingsperspectief binnen blijven en naar hoogste bouwlaag met een vlak plafond gaan. Bij verdiepingen met een aansluiting op een schuin dak zijn vaker kieren waardoor buitenlucht naar binnen kan lekken. Ramen en deuren sluiten en ventilatie uitzetten.
*TNO 2015, rapport Bevorderen zelfredzaamheid spoorzone Moerdijk p. 56
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
- De snelheid waarmee het scenario giftige wolk zich voltrekt is afhankelijk van de (weers)omstandigheden. Afhankelijk van de windsnelheid en windrichting zal de wolk zich verspreiden. Afhankelijk van de gat grootte en uitstroomsnelheid kan de toevoer van de giftige wolk verschillen.
Herkenbaarheid van het scenario:
- Ammoniak is een kleurloos, giftig gas met een uitgesproken prikkelende geur. De geur zal een alarmerend effect hebben.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
- Weten dat er een ongeval is met een ammoniak binnenvaarttanker
- Weten wat de gevaren zijn van ammoniak (zie ook: Risicokaart; informatie over ammoniak)
- Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) giftige wolk
Gesteldheid van personen:
- Fysieke gesteldheid
- Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
- Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
- Mogelijkheden om te schuilen
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
Na het ontstaan van dit scenario komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding van het incident ligt de nadruk op het redden, eerste hulp verlenen en transporteren van de slachtoffers naar het gewondennest. De inzet zal gericht zijn op het afschermen van de omgeving via het plaatsen van waterschermen. De plas moet verdampen. Let op het onbedoeld opwarmen van gekoelde ammoniak door het verdunnen met water van de gaswolk.
Relevante brandweerprocessen
Bron- en emissiebestrijding
- Bepalen van het bron- en effectgebied;
- Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door
middel van het afschermen van de omgeving; - Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de
omgeving blussen; - Waarschuwen bevolking.
Redding
- Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers)
Ontsmetting
- Ontsmetten mens, dier en infrastructuur
Relevante aspecten bij het optreden van de brandweer
- Repressieve voorbereiding.
- Dekkend systeem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen. Bovenwindse toegankelijkheid gebied. Voor kwetsbare omgeving tweezijdig toegankelijk. Iedere 100 m toegang tot spoor en toegang tot op maximaal 40 m benaderbaar [12].
- Passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit).
- Veilig inzetten van brandweereenheden in het benedenwindse gebied
- Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
- Effectieve (grootschalige)bluswatervoorziening (zie bluswatervoorzieningen);
- Bovenwindse aanrijroute. Vluchtroute scheiden van route voor hulpdiensten, vluchtroute van de risicobron af (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019, Hoofdstuk 4.6.8 p60, 61).
Capaciteit*
- Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving en wordt bepaald via het commando ter plaatse (COPI) voor het brongebied of het Regionaal Operationeel Team (ROT) voor het effectgebied (De organisatie van de inzet van slagkracht is regionaal afhankelijk. Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig).
- Houdt rekening met de inzet van een peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers via vaartuigen in samenwerking met andere organisaties.
- Specialistische eenheden worden ingezet ten behoeve van het beperken van de effecten.
- Houd rekening met de inzet van specialistische eenheden voor incidentbestrijding gevaarlijke stoffen(IBGS), meetplanorganisatie en een basis ontsmettingseenheid(BOE) ten behoeve van de hulpverleners.
*Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
Opkomst/inzettijd*
Schematische weergave incident verloop bij grootschalige incidenten
Tabel opkomst/inzettijd**
30 minuten | – Norm opkomsttijd eerste peloton (zie ook: Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO). De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. – 6 l/m²/min oppervlakte schip (verhoogde gebiedsnorm) – Norm opkomsttijd specialistische inzetbare eenheid (SIE) IBGS – Norm opkomsttijd basis ontsmettingseenheid (BOE) – Norm opkomsttijd eerste twee meetploegen (VE) |
45 minuten | – 1 mobiele pomp en/of – 1 equivalent autospuit 2000 l/min – 2 vaartuigen met 45.000l/min(zeegaande schepen) |
120-240 minuten | – 2 vaartuigen met 45.000 l/min – SAR 25-200 personen (KNRM verhoogde gebiedsnorm) |
NB
Zie ook: Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO).
Bluswatervoorziening
- Vanwege de nabijheid van water is de aanname dat voldoende secundaire bluswaterbronnen voorhanden zijn ten behoeve van afscherming naar de omgeving via verdunnen van de giftige wolk met water (zie ook: Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019, bijlage 3).
- Benodigde capaciteit is 6 l/m²/min (zie ook: Handboek Incidentbestrijding op het water, p.125, basisnormen en verhoogde gebiedsnormen).
- Voor het benodigde water dat nodig is voor het opmengen van de gaswolk kan gebruik gemaakt worden van de formules welke beschreven staan in het scenarioboek industriële veiligheid (kengetallen waterscherm).
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers*
- In de hectische fase wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid op het schip. Daarnaast komt de redding op gang via de schepen in de directe omgeving. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
- Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie op de wal is mogelijk via het invoeren van de effectafstanden in Bag populatieservice.
NB
Zie ook: Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden (GBO).
Geneeskundige zorg
Relevante processen bij de geneeskundige hulpverlening
Spoedeisende Medische Hulpverlening
(Op de T3-verzorglocatie wordt gebruik gemaakt van een slachtofferregistratieformulier (SRF). Leidraad GGB 2.1, maart 2023, p32)
- Triage;
- Treatment;
- Transport.
Publieke gezondheidszorg
- Medische Milieu Kunde (MMK)
De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid op korte, middellange en lange termijn door de GAGS. Handeling en/of behandelingsadvies - Geneeskundig Onderzoek na Rampen (GOR)
Onderzoek individueel, kan zowel lichamelijk als psychosociaal
Psychosociale hulpverlening
- Signaleren getroffenen
- Verwijzen getroffenen
- Registreren getroffenen
- Direct leveren van psychosociale hulp
De geneeskundige hulpverlening start met het inrichten van een T1 en T2 gewondenverzamelplaats en een T3 verzorglocatie (triage) en behandelen van slachtoffers (treatment). De focus ligt bij het zo snel mogelijk transporteren van T1 en T2 slachtoffers naar ziekenhuizen en/of verwijzen naar de nevenketen (Huisarts, Rode Kruis).
Aandachtspunt is voldoende ruimte voor het noodhulpteam (NHT) van het Rode Kruis en verkeerscirculatie (mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances). Na een incident verlenen omstanders hulp. Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort” is bij gassen niet van belang.
Relevante aspecten bij de effecten van vrijkomen van giftige stoffen zijn: aantal slachtoffers, doelgroep, type letsel en ontsmetting. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Relevante aspecten
- Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers die in aanraking zijn gekomen met de gevaarlijke stof (of gas).
- Bereikbaarheid van een potentieel effectgebied.
- Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
- Veilige werklocatie voor de hulpverleners en het NHT (vanaf code 30 T3 verzorglocatie)
- Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
- Na een incident verlenen omstanders hulp . Een deel van de slachtoffers komt als zelfverwijzer op de eerste hulp. Een ontsmettingsunit aan ” de poort van het ziekenhuis” is bij gassen niet van belang (zie ook: CBRN protocol voor Ammoniakgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen). (zie ook: CBRN protocol voor Ammoniakgas treed niet in werking: Protocol ontsmetting in ziekenhuizen).
- Behandelingsadvies gewonnen uit beschikbare expertise zoals GAGS.
Aantal slachtoffers
<10 | In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput. |
>10 | Leidraad GGB treedt in werking (zie ook: GGB-leidraad). |
>250 | Het GGB model is ingericht op maximaal 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3 |
Type slachtoffers
- Nadat blootstelling heeft plaatsgevonden: blootstelling beëindigen en frisse lucht opzoeken. Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen. Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
- Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzamen, zoals bijvoorbeeld zorginstellingen.
- Aandachtspunt is het snel kunnen waarschuwen van de bevolking via een voorbereide NL-alert met handelingsperspectief. Dit is om blootstelling te voorkomen en kostbare tijd (en mogelijk levens te redden) te verliezen met wachten op advies van experts. Alarmeer de GAGS. Elke situatie is immers anders; de GAGS kan de situatie inschatten op basis van berekeningen van de AGS, klachten, etcetera.
Type letsel
- Ammoniak is een irriterende stof die bij blootstelling vaak direct klachten geeft. Met name op de bovenste luchtwegen en de slijmvliezen van ogen, neus en keel. In combinatie met vocht ook op de huid. Bij blootstelling aan hogere concentraties kan ernstige zwelling van de keel en luchtwegen, en afbraak van de slijmvliezen optreden. In zeldzame gevallen treedt direct of kort na blootstelling longoedeem op. De ernst van de klachten is onder andere afhankelijk van de concentratie in de lucht en de duur van de blootstelling. De stof geeft direct klachten. Gezondheidseffecten op lange termijn zijn, als je de korte termijn hebt overleefd, effecten die voortkomen uit letsel opgelopen in de acute fase.
Op basis van de klachten kan de GAGS snel een inschatting maken van de ernst van de blootstelling. - Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen. Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan.
Water- en zeevaartzorg
Search and Rescue (SAR)
- Via de inzet van Search and Rescue (SAR) krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverlening.
Nautisch verkeersmanagement
- Het regelen van het verkeer is een wettelijke taak van de politie en nautisch beheerder.
Beheer waterkwaliteit
- Het zorgdragen voor de kwaliteit van het water.
Beheer waterkwantiteit en waterkeringen
- Activiteiten die verricht worden in het kader van waterkwantiteitsbeheer zijn de zorg met betrekking tot hoogwater/ overstromingen, laagwater en ijsbezwaar (in de zin van waterkwantiteit: ijsdammen en stuwing).
Optreden politie
De politie start met de processen
Afzetten en afschermen
- Afzetten effectgebied
- Creëren veilige werkomgeving voor hulpdiensten
- Ontruimen van het effectgebied of aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen.
Mobiliteit
- Mobiliteit
- Indien nodig begeleidend transport overige hulpverleners als de verkeerssituatie daarom vraagt
- Opstellen mobiliteitsplan.
- Indien mogelijk informeren van bewoners en/of andere aanwezigen in het gebied.
Indien relevant
- Handhaven openbare orde
- Strafrechtelijke handhaving
Relevante aspecten bij het optreden van de politie
- De politie heeft geen beschermende kleding of ademlucht om op te kunnen treden en kunnen daarom niet opereren in blootgesteld gebied.
- Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied.
- Voldoende mensen en middelen om het effectgebied te kunnen evacueren en af te kunnen zetten.
Optreden gemeente (hulpverlening)
Mogelijke taken
Gemeente
- Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Voorlichting/communicatie over het ongeval
- Registreren van slachtoffers
Randvoorwaarden
Gemeente
- Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
- Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
- Operationeel voorlichting- en communicatieplan.
Maatregelen
Kansbeperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Wegnemen van de risicobron | Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg. |
Begrenzen van de doorzet | Minder vervoersbewegingen betekent een vermindering van het aantal keer dat het scenario zich voor kan doen en dus neemt de kans op het scenario af. |
Scheiden van de doorgaande vaart en overslagkade | Het scheiden van deze twee activiteiten verlaagd de kans op aanvaringen. |
Effect en gevolgbeperkend
Maatregel | Werking van de maatregel |
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen | Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt. |
Verdeling typen gebouwen | Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen. |
Venstertijden | Door gebruik te maken van venstertijden voor het verladen worden de risicovolle en kwetsbare activiteiten gescheiden. |
Obstakels toevoegen | Er kan geprobeerd worden om met obstakels de verspreiding van een gifwolk te vertragen of zodanig turbulentie te creëren dat de gifwolk mengt met de omringende lucht. |
Rekening houden met windrichting | De overheersende windrichting in Nederland is uit het zuidwesten. Door kwetsbare functies niet in de overheersende windrichting vanaf de risicobron te plaatsen, kunnen slachtoffer mogelijk voorkomen worden. |
Bevordering van de zelfredzaamheid
Maatregel | Werking van de maatregel |
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen | Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten. |
Risicocommunicatie | Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied en het beste handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario. |
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen | Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn. |
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een gifwolk | Door te oefenen met het gifwolkscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit. |
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel | Werking van de maatregel |
Werkende communicatiemiddelen | Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken. |
Waarschuwingsmiddelen | Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken. |
Afstemming hulpdiensten | Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief. |