HomeHoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
HomeHoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
Deze scenariokaart geeft een ongeval met gevaarlijke stoffen weer. In de kaart vindt u informatie over wat er kan gebeuren en wat je kunt doen om het te voorkomen, beperken en bestrijden. Deze informatie kan gebruikt worden bij advisering over ruimtelijke ontwikkelingen.
Bij het gebruik van de kaart is belangrijk in acht te nemen dat het slechts een voorbeeldscenario is. Het daadwerkelijke verloop van het scenario is altijd afhankelijk van situatiespecifieke omstandigheden
Deze kaart beschrijft een fakkelbrand bij een hogedruk leiding met een mengsel van aardgas en waterstof. Mogelijk wordt in de toekomst waterstof bijgemengd in hogedruk aardgasleidingen. Met deze scenariokaart wordt inzicht gegeven in de gevolgen van deze verandering voor de externe veiligheid scenario’s. De plannen voor bijmenging van waterstof zijn veelal nog in ontwikkelingsfase, daarom zijn in deze scenariokaart verschillenden mengverhoudingen uitgewerkt. Hiermee ontstaat inzicht in de uitwerking van de verhouding waterstof en aardgas in relatie tot de gevaren en gevolgen van een fakkelbrand.
Als beginpunt voor deze kaart is de berekening voor de fakkelbrand hogedrukaardgasleiding gebruikt. In de Effects berekening zijn echter de stoffen aardgas (methaan) en waterstof in verschillende verhoudingen doorgerekend. Dit verschil resulteert in een andere effect afstanden. Deze zijn staan in de effecten tabel.
Hoge druk aardgasleiding met bijmenging waterstof – Fakkelbrand
Ongeval met een fakkelbrand
Algemene beschrijving
Vanwege (graaf)werkzaamheden ontstaat een breuk in een hogedruk leiding met een mengsel van aardgas en waterstof. Het mengsel van aardgas en waterstof stroomt onder hoge druk uit. Het brandbare gas ontsteekt waardoor een fakkelbrand optreedt.
Effecten
De effecten van een fakkelbrand zijn warmtestraling en rook. Hierdoor kunnen slachtoffers, schade en brand in de omgeving ontstaan.
Uitgegaan is van directe ontsteking van het uitstromende gas door statische of kinetische energie. Hierdoor ontstaat een fakkelbrand. Direct na de breuk is het uitstroomdebiet en daarmee de omvang van de fakkel het grootst. De eerste fase is berekend over de eerste 20 seconden na de breuk. Het uitstroomdebiet loopt binnen enkele minuten na de breuk terug totdat een stabiel uitstroomdebiet wordt bereikt. Dit stabiele uitstroomdebiet blijft aanwezig totdat de leidingbeheerder het getroffen leidingdeel met afsluiters inblokt.
Parameters effectberekening
Modelleringssoftware
TNO effects 11.3.0: Gas release from long pipeling (Wilson model), Jet fire (Chamberlain model).
Uitganspunten:
Stofnaam
Methaan & Waterstof
Stofcategorie
GF3
Initiële overdruk
40 bar (regionaal distributienet) 66 en 80 bar (hoofdtransportnet)
Type breuk
Guillotinebreuk
Blootstellingsduur
20 seconden
Weerstabiliteitsklasse
D% (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s
Type leiding
Ondergronds, tweezijdige uitstroming
Resultaten:
Het uitstroom debiet en de hoogte van de vlam verschilt afhankelijk van de uitgangspunten. Relevante parameters hiervoor zijn druk, diameter, mengverhouding methaan/waterstof en het verschil tussen de eerste en stabiele fase. Door de grote hoeveelheid van mogelijke combinaties is dit hier niet getoond. Deze resultaten zijn wel in de Effectsfiles te zien.
Tabel parameters
Aanvraag effectsfile
U kunt de effectsfile aanvragen via onderstaand formulier.
Een “Free viewing demo” waarmee deze file kan worden ingezien is te downloaden via https://www.gexcon.com/software/effects/.
Met deze gratis demo is de berekening in effects met bijbehorende grafieken in te zien en beter af te lezen.
Wilt u zelf gaan rekenen met de parameters uit de berekening met effects dan heeft u een licentie en aanvullende software van Gexcon nodig.
Kans van optreden
De kans op een breuk van een hogedruk aardgasleiding is afhankelijk van diameter, wanddikte, druk, type materiaal en kerfslagwaarde[1][2].
Factoren die de kans van optreden verkleinen zijn:
Een grotere diepteligging;
Bescherming van de leiding;
Beschermende maatregelen in de buurt van de leiding.
Effecten
Het breken van de buisleiding gaat gepaard met een harde knal. De harde knal wordt veroorzaakt door een fysische explosie door de plotselinge uitzetting van het samengeperste gas dat vrijkomt. De overdrukeffecten van de explosie zijn in dit scenario buiten beschouwing gelaten. Deze explosie veroorzaakt een krater, waaruit het gas in verticale richting uitstroomt. Door de kracht waarmee het gas (tweezijdig) uitstroomt erodeert de krater verder. De uitstroming gaat gepaard met bulderend geraas. Het uitstromende gas ontsteekt direct met een fakkelbrand als gevolg.
De warmtestraling van een fakkelbrand kan slachtoffers, schade en brand in de omgeving veroorzaken. warmtestraling is in combinatie met de blootstellingsduur bepalend voor het slachtoffer- en schadebeeld.
In de onderstaande tabellen zijn de effecten van warmtestraling weergegeven. De tabel effectafstanden en gevolgen geeft 3 ringen aan. Binnen de eerste ring komt 99% van de aanwezigen te overlijden. In de tweede ring komen aanwezigen te overlijden of kunnen slachtoffer worden. In de derde ring vallen geen doden maar kunnen aanwezigen nog wel slachtoffer worden. De grens van de derde ring geeft aan tot waar eerstegraads brandwonden kunnen voorkomen. Afhankelijk van de afstand tot het ongeval en de bescherming van bijvoorbeeld gebouwen komen mensen te overlijden (†) of raken gewond: van zeer zwaargewond (T1) tot lichtgewond (T3). De schade aan objecten varieert van onherstelbare schade tot lichte schade. De effectafstanden zijn van toepassing vanaf elke willekeurig positie van de ondergrondse buisleiding.
De afstanden die horen bij de grenswaarden in de eerste tabel staan in de tweede tabel. Per combinatie van druk, diameter en mengverhouding zijn voor zowel de ‘eerste fase’ als de ‘stabiele fase’ de effectafstanden berekend.
De tabel effectafstanden en gevolgen is aangevuld met de onderliggende grafieken met het verloop van warmtestraling versus afstand. Deze grafiek geeft een goed beeld van de invloed van het bijmengen van waterstof bij aardgas, op de warmtestraling effecten bij een fakkelbrand.
Tabel effecten en gevolgen [3]
Effectafstand
(meter)
Warmtestraling
(kW/m2)
Schade aan objecten
Slachtoffers binnen
(0% bescherming)
†
T1
T2
T3
1e ring
Zie ringgrenzen
onderstaande tabel
≥ 35
Onherstelbare schade
Alle brandbare materialen gaan
branden
≤ 22
6
0
≤ 36
Grens 1e ring
35
10
2
0
45
2e ring
35 tot 10
Gemiddelde schade
Brandhaarden, vervorming van hout en kunststof.
Breuk dubbelglas tot 220 meter.
4
1
0
13
Grens 2e ring
10
0
0
0
1
3e ring
10 tot 4
Lichte schade
Geen branden, afbladderen verf en ernstige verkleuringen.
Breuk enkel glas tot 220 meter.
Aanwezige personen zijn na het ontstaan van een fakkelbrand op zichzelf en anderen aangewezen. In onderstaande afbeelding zijn mogelijke handelingsperspectieven weergegeven.
Mogelijke handelingsperspectieven
Mogelijk handelingsperspectief
Afhankelijk van de situatie en de inrichting van de omgeving kan het handelingsperspectief verschillen. Snel reageren is bevorderlijk.
Voor personen buiten is het handelingsperspectief vluchten (uit het zicht van de brand, onder dekking van objecten zoals muren).
Als er schuilmogelijkheden zijn, is dekking zoeken of een schuilplaats binnen gaan een goed handelingsperspectief.
Voor personen binnen, dichtbij de bron (daar waar gebouwen ontbranden ) is het handelingsperspectief ontruimen en vluchten.
Voor personen binnen, op grotere afstand van de bron (daar waar gebouwen niet ontbranden) is het handelingsperspectief binnenblijven.
Randvoorwaarden
De onderstaande aspecten zijn mede bepalend voor de mogelijkheden op het gebied van zelfredzaamheid. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Het verloop van het ongevalsscenario:
Door statische of kinetische energie zal het gas bij uitstroom onder hogen druk direct ontbranden.
Na ontsteking zijn direct de effecten merkbaar en kan een fakkelbrand uren duren.
Herkenbaarheid van het scenario:
Een fakkelbrand is door zijn hitte ontwikkeling en bulderend geraas direct waarneembaar voor de aanwezigen.
Mate van bewustzijn van de gevaren:
Weten dat er een ongeval is met een hogedruk aardgasleiding
Weten wat de gevaren zijn van aardgas
Weten wat je moet doen in geval van een (dreigende) fakkelbrand
Gesteldheid van personen:
Fysieke gesteldheid
Geestelijke gesteldheid
Aanwezige voorzieningen:
Mogelijkheden om van de bron af te vluchten
Mogelijkheden om te schuilen
Optreden multidisciplinaire hulpverlening
Brandweerzorg
Na het ontstaan van dit incident komt de hulpverlening op gang. Bij de bestrijding ligt bij dit scenario de nadruk op redden/evacueren, uitbreiding voorkomen en blussen van secundaire branden. In onderstaande tabellen is beschreven welke processen op gang komen en welke aspecten relevant zijn.
De brandweer start de processen
Bron- en emissiebestrijding: – Bepalen van het bron- en effectgebied; – De fakkel gecontroleerd laten uitbranden; – Voorkomen van uitbreiding en beperken van effecten door middel van het afschermen van de omgeving; – Stabiliseren van het incident en ontstane branden in de omgeving blussen; – Waarschuwen bevolking [4]
Redding: – Redden en verlenen van eerste hulp aan slachtoffers (zie slachtoffers).
Relevante aspecten
Voorbereiding op een fakkelbrand bij een hogedruk aardgasleiding met een ” aanvalsplan buisleiding” [5]
Voorbereiding op samenwerking/informatiestromen met betrokken partijen (KLIK en leidingexploitant en passende(grootschalige) slagkracht brandweer (zie capaciteit);
Opkomsttijd van de brandweer (zie opkomst/inzettijd);
Beschikbaarheid alarmeringssysteem om aanwezigen in het effectgebied te waarschuwen. [6]
Toegankelijkheid gebied (bereikbaarheid vaak moeilijk vanwege afgelegen gebieden)
Capaciteit [7]
Bij een fakkelbrand van een buisleiding zal voornamelijk worden ingezet op evacuatie en afscherming van de omgeving totdat de leidingexploitant het betreffende leidingdeel kan blokken of dichten.
Benodigde omvang slagkracht is afhankelijk van de omgeving. Bij dit incident is uitgegaan van verstedelijkt gebied. [8]
Houd rekening met een inzet van 1-4 tankautospuiten (basispeloton), 1 hoogwerker en grootschalige bluswatervoorziening. [9]
Houd rekening met een inzet van een tweede peloton en grootschalige bluswatervoorziening ten behoeve van het koelen/blussen van secundaire branden. [10]
Houdt rekening met de inzet van een extra peloton (4 tankautospuiten) voor redding/evacuatie en hulpverlening aan slachtoffers naar het gewondennest.
Opkomst/inzettijd [11]
Schematische weergave incident verloop bij grootschalig brandweer optreden
Tijdlijn
30 minuten
– Norm opkomsttijd eerste peloton[12]. De start van de hulpverlening van 1-4 tankautospuiten wordt vastgesteld via het dekkingsplan. – Norm opkomsttijd hoogwerker
45 minuten
– Beschikbaarheid aanvullend tweede en/of derde peloton met een richttijd van 8 uur inzettijd.
60 minuten
– Inzettijd grootschalige watervoorziening 45-60 minuten (houd rekening met een lange duur van het incident)
Opkomts/inzettijd
Bluswatervoorziening
Het waterleidingnet met ondergrondse brandkranen (primaire bluswatervoorziening) heeft onvoldoende capaciteit.
Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening is noodzakelijk ten behoeve van het afschermen en uitbreiding voorkomen. De norm voor incidenten met gevaarlijke stoffen is 6000 l/min voor 4 uur. [13]
Voldoende openbare secundaire bluswatervoorziening is noodzakelijk ten behoeve van koeling/blussing omliggende bebouwing (bij voorkeur een doorlopend watersysteem met minimaal 80 cm. diepte voor voeding 3 tankautospuiten 3x2000l/min). [14]
Indicatie bepaling capaciteit slachtoffers [15]
In de hectische fase komt via burgerhulp de redding op gang van slachtoffers met brandwonden. De prioriteit zal uitgaan naar het redden en helpen vervoeren van slachtoffers naar het gewondennest van de ambulance.
Noodzakelijke opschaling/bijstand wordt bepaald o.b.v. inschatting aantal slachtoffers.
Een indicatiebepaling van het aantal personen op een specifieke locatie is mogelijk via het invoeren van de effectcontouren in de link naar Bag populatieservice.
Geneeskundige zorg
Relevante processen bij de geneeskundige hulpverlening
Spoedeisende Medische Hulpverlening: [16] – Triage; – Inrichten van een gewondennest en behandelen van slachtoffers; – Vervoeren/Verwijzen naar ziekenhuizen.
Publieke gezondheidszorg: – De beoordeling van en maatregelen tegen schadelijke invloeden op de gezondheid via (drink)water (gebiedsafhankelijk). – Onderzoek individueel
Operationele voorbereiding op het vervoer en behandelen van slachtoffers met ernstige brandwonden.
Mogelijkheid om te kunnen keren/vertrekken voor ambulances op de locatie.
Veilige werklocatie voor de GHOR.
Aantal slachtoffers, type slachtoffers en type letsel. Deze zijn locatie afhankelijk en staan in relatie tot elkaar.
Aantal slachtoffers
<10
– In beginsel zijn voldoende middelen op de ambulances aanwezig. Voor specialistische hulpverlening aan kinderen zijn minder hulpmiddelen aanwezig waardoor middelen snel zijn uitgeput.
>10
– Het LPCGBI treedt in werking. [17] – De leidraad GGB kan in werking worden gesteld. [18]
>250
– De grens wordt bereikt van het aantal slachtoffers dat kan worden vervoerd. Uitgegaan wordt van 250 slachtoffers waarvan 25 T1, 75 T2 en 150 T3. [19]
Tabel slachtoffers
Type slachtoffers
Aandachtspunt is operationele voorbereiding op het behandelen van kinderen met ernstige brandwonden (locatiespecifiek). Dit vereist een aangepast gewondenspreidingsplan. [20]
Aandachtspunt is hulp aan verminderd zelfredzame personen (zorginstellingen).
Type letsel
Door warmtestraling ontstaan uitwendige brandwonden. Bij inademing van hete gassen ontstaat inhalatietrauma.
Stabilisatie van brandwondenslachtoffers is mogelijk in elk level 1 ziekenhuis [21]. Specialistische behandeling van brandwonden kan in een beperkt aantal centra in Nederland plaatsvinden. [22]
Extra aandacht bij de operationele voorbereiding is noodzakelijk bij verhoogde kans op slachtoffers uit de groep van ouderen en kinderen.
Een langdurig traject van nazorg restletsel en psychotrauma [23] is te verwachten.
Optreden gasunie, politie, gemeente (hulpverlening)
Mogelijke taken
Politie
Afzetten van het effectgebied
Aanwezige personen in het effectgebied laten schuilen of vluchten
Gidsen van brandweervoertuigen en ambulances
Gemeente
Opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
Voorlichting/communicatie over het ongeval
Registreren van slachtoffers
Gasunie/leidingbeheerder
Inblokken gasleiding
Randvoorwaarden
Politie
Operationele voorbereiding op het afzetten van een groot effectgebied
Voldoende mensen en middelen om het effectgebied af te kunnen zetten
Een operationeel mobiliteitsplan
Gemeente
Operationele voorbereiding op het opvangen en verzorgen van personen uit het effectgebied
Voldoende locaties en personeel voor de opvang en verzorging van personen uit het effectgebied
Operationeel voorlichting- en communicatieplan
Gasunie/leidingbeheerder
Inbloksystemen
Responsorganisatie
Maatregelen
Kansbeperkend
Maatregel
Werking van de maatregel
Wegnemen van de risicobron
Het wegnemen van de risicobron neemt de kans op het scenario weg.
Afdekken met platen
De platen beschermen de leiding tegen beschadiging bij graafwerkzaamheden.
Plaatsen van aarde of zand op de leiding
Het verhogen van de grond verkleind de kans op beschadiging bij graafwerkzaamheden.
Effect en gevolgbeperkend
Maatregel
Werking van de maatregel
Afstand houden tot activiteit met gevaarlijke stoffen
Dicht bij de plaats van het scenario zijn de effecten het meest merkbaar. De warmtestraling neemt af naarmate de afstand toeneemt.
Verdeling typen gebouwen
Door rekening te houden met het type bebouwing kan het aantal mogelijke slachtoffers bij het scenario worden beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door het zodanig verdelen van gebouwen in een gebied dat de meer kwetsbare gebouwen worden beschermd door minder kwetsbare gebouwen.
Bouwwerken als afscherming
Ook door middel van bouwwerken, zoals gebouwen of tunnels, kan schaduwwerking gerealiseerd worden. Een gebouw tussen de activiteit met gevaarlijke stoffen en kwetsbare objecten/vluchtroutes kan dienen als afscherming.
Toepassen van brandwerend metselwerk
De keuze van het metselwerk bepaalt de brandwerendheid van de gevel.
Gebruik maken van minerale wolisolatie
Minerale wolisolatie is onbrandbaar.
Toepassen van brand- en hittewerende beglazing
Brand- en hittewerende beglazing bestaat uit gelaagd glas, samengesteld uit twee of meer lagen blank floatglas en één of meer speciale opschuimende tussenlagen. In geval van brand vormen deze tussenlagen een beschermend schild.
Gebruik maken van houten en stalen kozijnen
Houten en stalen kozijnen zijn getest voor een brandwerende toepassing. Kunststof kozijnen (zonder stalen vulling) zijn niet brandwerend.
Gebruik maken van dakpannen
Dakpannen houden straling tegen en zijn onbrandbaar.
Toepassen van een gesprinkelde buitengevel
Bij een gesprinkelde buitengevel wordt water automatisch over de gevel gespoten in geval van een calamiteit.
Hoogteverschillen creëren en benutten
Door hoogteverschillen in de omgeving te creëren of te benutten kan schaduwwerking gerealiseerd worden om mensen meer tijd te bieden om te vluchten naar veiligere plekken. Hoogteverschillen kunnen bijvoorbeeld gecreëerd worden door het aanbrengen van een wal of scherm.
Bevordering van de zelfredzaamheid
Maatregel
Werking van de maatregel
Duidelijke vluchtroutes aanbrengen
Door duidelijke vluchtroutes aan te brengen kunnen mensen het gebied gemakkelijker verlaten.
Risicocommunicatie
Door te communiceren over de mogelijke scenario’s in een gebied het bete handelingsperspectief worden mensen zich meer bewust van wat ze moeten doen bij het scenario.
Galerij / trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw plaatsen
Door de galerij/trappenhuis aan de schaduwzijde van een gebouw te realiseren, vormt het gebouw zelf een bescherming tegen de warmtestraling.
Onderhouden schuilplaatsen en vluchtwegen
Onderhoud van schuilplaatsen en vluchtwegen is belangrijk, zodat ten alle tijden van een ongeval de schuil- en vluchtmogelijkheden bereikbaar en inzetbaar zijn.
Verzamelplaatsen bepalen en geschikt maken voor een (dreigende) fakkelbrand
De verzamelplaats dient dan als een schuilplaats als mensen binnen in het gebouw niet meer voldoende beschermt zijn tegen het scenario.
De (bedrijfs)noodplannen oefenen op een fakkelbrand
Door te oefenen met het fakkelbrandscenario in de (bedrijfs)noodplannen weten de werknemers wat ze moeten doen in het geval van een echte calamiteit.
Bevordering van de hulpverlening
Maatregel
Werking van de maatregel
Werkende communicatiemiddelen
Tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen vindt veel van de communicatie plaatst via radio, internet en telefoon. Het is hierbij van belang dat zendmasten op afstand van de activiteiten met gevaarlijke stoffen staan, zodat deze ook tijdens een ongeval werken.
Waarschuwingsmiddelen
Voor een snelle en effectieve waarschuwing tijdens een ongeval met gevaarlijke stoffen is het van belang dat een waarschuwingssysteem de mensen in het effectgebied kan bereiken.
Afstemming hulpdiensten
Het handelingsperspectief dat aan mensen wordt geboden ten tijden van een ongeval met gevaarlijke stoffen moet worden afgestemd met de inzet van hulpdiensten, zodat de inzet van de hulpdiensten kan aansluiten bij dit handelingsperspectief.
Bluswater
Voor een adequate hulpverlening van de brandweer is het van belang dat voldoende bluswater aanwezig is bij de activiteit met gevaarlijke stoffen. Door de waterbron onderdeel te laten zijn van een doorlopend watersysteem, wordt het water steeds aangevuld.
Voorbeeld
De beheergroep heeft geen beeld en/of filmmateriaal gevonden van fakkelbrand met een mengsel van aardgas en waterstof.
Documentatie
Risicoanalye aardgastranportleidingen, p37, Gasunie, 18 december 2008
Achtergronden bij vervanging van de zoneringsafstanden hoge druk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie, 13 november 2008
Goed werkend internet en mobiele telefonie, buurten ten behoeve van zelfredzaamheid, risicocommunicatieplan
Handreiking incidentbestrijding buisleidingincidenten, kennisplein IFV, juli 2018
Goed werkend internet en mobiele telefonie , buurtalarmeringssysteem ten behoeve van zelfredzaamheid
Verlies van capaciteit, die nodig voor gelijktijdige redding of eerste hulp aan slachtoffers is buitenbeschouwing gelaten, doordat deze situationeel is.
Bij buitengebied is geen afscherming naar omliggende gebouwen nodig
Bij buisleidingincidenten kan de bereikbaarheid een cruciale rol spelen. Bij de inschatting van de benodigde capaciteit wordt hiermee rekening gehouden. De optie afschermen en uit laten branden i.o.m. leidingbeheerder kan bij dit incident worden verkozen
Koelen/blussen vindt plaats aan twee zijden van de spoordijk. Hiervoor is een peloton en grootschalige bluswatervoorziening noodzakelijk.
Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en
Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0
Norm inzetbaarheid eerste basispeloton (alle 4 tankautospuiten) is 30 minuten doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden p20
Handreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2019 bijlage 3
Peloton Grootschalige watervoorziening: Capaciteit: 2×4000 l/min over 1 km of 2 x 2000l/min over 2,5 km. Afstand locatie tot geschikte waterwinplaats en slangenweg bepaalt de inzettijd >1,5 uur.
Visie Grootschalig Brandweer Optreden 2012-2016 en Doorontwikkeling Grootschalig Brandweer Optreden(GBO) september 2018 visie 2.0 De Nederlandse slachtofferregistratiekaart p.3. oktober 2006
LPCGBI p.1 september 2013
Leidraad GGB p.12 december 2015
Leidraad GGB p.10 december 2015
Voor kinderen is ander materiaal benodigd. Ouders en kinderen worden bij voorkeur bij elkaar geplaatst. Dit is een complexe factor in het gewondenspreidingsplan
Landelijk netwerk acute zorg www.lnaz.nl
Beverwijk, Rotterdam, Groningen
Casus ” Het Hemeltje” Volendam
Welkom bij NIPV
Om u op een goede en persoonlijke manier te kunnen helpen, gebruiken en plaatsen wij cookies. Cookies stellen ons in staat om u automatisch te herkennen wanneer u onze site bezoekt, surfgedrag anoniem te volgen en zodoende de site te verbeteren. Lees ons cookie-beleid.